gerton.reismee.nl

Corsica 2021 deel 2

5 september. Het slapen op een thermarest matje blijft een uitdaging, waardoor ik toch lange nachten maak. Ik word om 7.30 uur wakker en besluit aan het riviertje wat oefeningen te gaan doen en zowaar te mediteren. Ontbijt zit er vandaag niet in want het eten komt 's middags pas. Ik besluit wel even mijn gezicht te laten zien bij de campingeigenaren en de vrouw biedt aan dat ik mee ga als zij boodschappen gaat doen. Heel fijn idee zodat ik zelf wat voorraad kan aanleggen. Ik ga op het terras zitten in het zonnetje en neem de tijd om mijn verslag te schrijven en dat ene artikeltje te lezen wat ik nog had uitgeprint. Boeken meenemen was niet zo'n goed idee met de toch al volle rugzak dus veel leesvoer heb ik niet. Rond 11.00 uur geeft de vrouw aan dat haar man toevallig langs de supermarkt is dus dat ik toch een bestelling moet doorgeven. Ik bedenk snel wat dingen en zodoende wordt mijn brunch gebracht wat bestaat uit stokbrood, brie en komkommer. Na de brunch loop ik naar de mooie plek aan het water waar het autowrak ligt. Hier weet ik me een uurtje te vermaken en te genieten van de rust en natuur. Inmiddels is het half 4 en loop ik naar het restaurant waar er mogelijk beachvolleybal plaatsvindt vanmiddag. En ja hoor, daar aangekomen is er een groepje van zo'n 10 fanatieke recreanten die daar regelmatig komen spelen. Ik ben van harte welkom om mee te spelen in de 3 tegen 3 potjes. Eén van de mannen, Philippe, maakt graag een praatje ondanks dat hij nauwelijks Engels kan. Maar het blijkt dat hij dankzij zijn Duitse oma vroeger aardig wat Duits heeft opgepikt en zo praat ik wederom veel Duits met iemand in Corsica. Hij vertelt me dat vandaag de laatste dag is dat zij hier kunnen beachen omdat de hele zaak seizoensafsluiting heeft vandaag. Het is prachtig weer dus ik vind het een gek idee dat de toko nu al volledig sluit. We beachen op een leuk niveau met voldoende uitdaging in mijn vakantiemodus. De accommodatie en omgeving zijn zeer goed maar het speelveld bestaat niet zozeer uit beachzand maar is meer een soort jeu de boules baan. Al het eelt van mijn voeten schuurt er deze middag met gemak af. Als we pauzeren neem ik weer een lekkere smoothie en vraag ik ook naar het avondeten. Blijkt dat vanwege de sluiting vandaag de keuken al om 17.30u gesloten is. En dat terwijl ik gisteren pas vanaf 18.30u kon eten! Eten vinden in deze omgeving is een hele uitdaging gebleken dus even ben ik bang dat het zonder eten naar bed gaan wordt en dat klinkt toch als een straf. De vrouw van de beachclub geeft aan dat ze nog wel één zalm sandwich achter heeft liggen die ze kan klaarmaken als ik klaar ben met beachen. Kijk eens aan, dat was precies mijn keuze geweest! We spelen nog een uurtje beachvolleybal en om 20 uur houden we het voor gezien. Ik geniet van een heerlijke zalm sandwich en praat nog wat met de volleyballers, met name Phillippe die het erg leuk vindt om weer eens Duits te spreken. De dankbaarheid en gezelligheid wordt nogmaals duidelijk als ik de sandwich, smoothie en drank van het huis en de groep volleyballers krijg. Dan brengt Phillippe me terug naar de camping waar ik om 21.15 weer voldaan mijn bed in plof.


6 september. Vannacht ben ik een paar keer wakker geworden van geritsel bij en aan de tent. Was er dan toch een vos die die lekkere brie had geroken? Bij de wc's is een afvalbak ook helemaal overhoop gehaald dus mijn vermoedens worden wel gesterkt. Ik beleef weer een rustige ochtend met mijn restje stokbrood en brie en pak daarna mijn spullen in. Ik bedank de vrouw nogmaals voor de boodschappen en zij biedt aan om mij naar het station te brengen met de auto. Daardoor kan ik nog even achterover leunen alvorens te vertrekken. Uiteindelijk moet ik haar wel wat opjagen om niet te laat te komen voor de trein. Het station is een verlaten, facultatieve stop waardoor ik moet zwaaien om de trein tot stilstand te dwingen. Een ticket kopen is zowel op het station als in de trein geen optie. In Ajaccio aangekomen loop ik naar de fietsverhuurder. Later besef ik me dat ik mijn hikingstokken in de trein heb laten liggen. Ze waren toch al wat kapot dus goede reden om voor de volgende keer nieuwe te regelen. Ik pik een elektrische fiets op die mij helpt om de berg op naar de camping te fietsen. De camping ligt nog in de stad maar toch op een hele rustige plek waardoor het een fijne uitvalsbasis is. Ik kom op één van de trekkersplaatsen te staan en de plekken naast mij worden snel daarna gevuld met andere Nederlanders. Mijn buren is een jong stel die vanaf Brussel met de fiets hiernaartoe zijn gekomen. Ik vond de tocht met trapondersteuning al zwaar dus heb respect voor hun fietstocht met volledige bepakking. Als ik de tent heb opgezet pak ik de fiets en ga ik op weg naar het westpunt aan de kust. Het is een warme dag dus ik fiets rustig langs de stranden af naar de oude toren die op het westpunt staat. Daar geniet ik van een vers opgepikte lunch en loop ik toch nog even omhoog en weer terug. De dagen worden nu gevuld met minder uitdaging en ik denk dat ergens een stuk vermoeidheid zorgt dat ik alles in een rustig tempo doe. Of is het de doelloosheid? Op de terugweg stap ik even de zee in om af te koelen. Ik word letterlijk aangevallen door visjes die hard op mijn beenwondjes pikken dus ook dit uitstapje is van korte duur. Ik koop wat wraps en groenten voor het avondeten en neem ook een doos ijsjes mee. Het is spitstijd als ik in de stad fiets dus ik kan zo tussen de auto's door manoeuvreren. Op de camping trakteer ik de Nederlanders op de heerlijke ijsjes en geniet van mijn avondmaal. Met weinig te doen op de camping duik ik weer op tijd mijn tent in. Morgen weer een mooi programma met de Via Ferrata!


7 september. Na een licht ontbijt pak ik mijn fiets voor de lange tocht de bergen in. Ik moet 2,5 uur fietsen en voornamelijk bergop. Ik koop een stevige lunch in de supermarkt en fiets een stuk over de snelweg voordat ik de bergweg op kan. Het is een lange klim en een erg warme dag. Toch wil ik de trapondersteuning maar minimaal inzetten om te voorkomen dat ik het laatste half uur de zware fiets zelf omhoog moet trekken. Ik fiets door kleine bergdorpjes en autorijders zwaaien vriendelijk als ze mij voorbij komen. Als ik op de bestemming aankom is de accu van de fiets bijna leeg en die van mij ook. Gelukkig ben ik nog vroeg. Ik fiets nog een stukje verder naar een bergmeer waar ik lekker kan lunchen en mijn water bijvullen. Nu maar hopen dat de accu niet uitvalt als ik weer naar het startpunt van de Via Ferrata ga want dan wordt het nog krap in de tijd! Gelukkig houdt de fiets het vol en kom ik op de plek aan waar ik met een groep en gids de klim ga doen. De andere 8 deelnemers zijn allemaal Fransen en ik krijg een Deja-Vu naar de skilessen; de leraar legt alles uitgebreid in het Frans uit en vervolgens krijg ik in het Engels te horen: zorg dat je altijd de karabijnhaken aan de kabel hebt bevestigd, verder is het geen moeilijke route. Ik kom er dan ook snel achter waarom ik niet graag groepsactiviteiten boek; ook omdat ik merk dat ik gemakkelijker dan de rest klim en daal en meer uitdaging op zoek terwijl de anderen meer hulp behoeven van de gids. De vuurdoop in het klimpark vorige maand in Nederland maakt dan misschien toch net dat verschil. We dalen eerst een stuk af en komen bij een kabelbaan van zo'n 30 meter lang boven een ravijn van bijna 100 meter diep. Een leuk onderdeel om te doen en daarna begint het echte werk; de stijle rotswand omhoog klimmen! Ik geniet van het zoeken naar houvast aan de rotsen en mezelf een weg omhoog banen. Mijn uitdaging is om het ijzerwerk (de in de rotsen geslagen traptreden en zeker de kabel waar ik aan gezekerd ben) niet te gebruiken maar echt de rotsen op te klauteren, gelukkig deze keer zonder zware rugzak. Zo heb ik een leuke uitdagende middag en 3 uur later zijn we bij het eindpunt. Dat betekent dat ik mijn fiets de berg af mag remmen. Met bijna 45 km/u vlieg ik de slingerweg naar beneden af en ben daarmee niet veel langzamer dan de auto voor me. De rijwind biedt heerlijke verkoeling op deze hete dag en al snel kom ik bij de snelweg aan die ik weer dien te trotseren. Het laatste stuk van de weg richting de stad staat er een dikke file en fiets ik heerlijk met de motoren mee tussen de auto's door. Het is al schemerig aan het worden dus ik besluit maar weer een supermarkt maaltijd mee te nemen naar de tent. De laatste klim naar de camping houdt de accu van de fiets er mee op, al met al ben ik blij dat ik op de heenweg zo spaarzaam ben geweest want zonder trapondersteuning is het op deze fiets erg zwaar. Als beloning eet ik deze laatste avond pannenkoeken en salade.


8 september. Hetzelfde riedeltje breekt weer aan. Vroeg in de ochtend fiets ik eerst naar het standbeeld van Napoleon om toch wat bezienswaardigheid van Ajaccio mee te pikken. Het is nog heerlijk rustig en koel en het standbeeld heeft een wel zeer prominente plek op een heuvel gekregen. Terug op de campingpak ik rustig in. Mijn vlucht is om 16 uur en tot 12 uur kan ik de fiets gebruiken. ik ontbijt met alle restjes van de vorige dagen en fiets naar de stad waar ik mijn fiets inlever. De middag overleven zie ik tegenop en ik ga op een rustig stuk bij de haven zitten waar ik geniet van de zon en de rust. Naast mij komt een jongeman vissen en hij haalt de ene naar de andere vis uit het water. Dit blijkt normale gang van zaken te zijn hier en zo weet hij zichzelf een heerlijke verse vissoep te bemachtigen. Het geeft mij wat vermaak in de middag voordat ik de bus naar het vliegveld neem. Hier nog een uurtje wachten en dan vlieg ik weer terug naar Brussel. De eerstvolgende trein mis ik op een haar na waardoor het wachten wordt voortgezet op de luchthaven. Uiteindelijk verloopt de treinreis soepel, heb ik nog even een leuk gesprek met een jonge bergwandelaar die terugkomt van haar expeditie naar de Mont Blanc en om 21 uur loop ik op een warme zomeravond in Rosmalen terug naar mijn eigen huis. Corisca is een mooie en toegankelijke bestemming om van alles of juist niets te ondernemen. Voor mij betekenden de doelloze luie dagen aan het einde van mijn reis vooral een gevoel van weinig energie. De gezellige beachvolleyballers en de (fietstocht naar de) Via Ferrata waren daarin wel leuke spontane aanvullingen. Ik kijk vooral met energie terug op de heftige maar geweldige GR20 bergtocht in het begin die echt heeft gebracht wat ik ervan hoopte en wellicht tot nieuwe bergtochten zal leiden.

Corsica 2021

Corsica 2021

25 augustus. Om 6 uur stap ik met weinig slaap maar veel zin uit bed. Eindelijk ga ik naar Corsica. Ik trek de koelkast leeg, hijs de rugzak die toch weer 20kg weegt op mijn rug en loop naar de trein. Om het avontuur maar meteen te starten rijden er geen treinen van Rosmalen naar Den Bosch, noch zet de NS bussen in. De internationale trein naar Brussel gaat maar 1x ik het uur dus dat betekent dat ik niet mooi op tijd op het vliegveld kom maar krap aan. Gelukkig gaat alles daar vliegensvlug en kan ik zonder te haasten mee naar het eiland waar mensen vroeger vooral naartoe verbannen werden. Voor Nederlanders lijkt het daar niet de meest ellendige plek voor. Ik stap uit op een bewolkt Ajaccio waardoor de thermometer een benauwde 27 graden aangeeft. De palmbomen dansen op een middellands briesje voor een decor van ruige bergen en een blauwe zee. Meer tijd voor poëzie heb ik niet want over een uur vertrekt mijn volgende trein alweer. Een treinstation blijkt toch niet bij het vliegveld te liggen dus ik moet naar het stadscentrum. De Corsicanen doen de term laissez faire eer aan door de bus te laten rijden wanneer het uitkomt dus dat is ook geen optie. En die trein... Die rijdt maar twee keer per dag. Eens zien hoe gastvrij de Corsicanen zijn voor lifters. Net als ik mijn duim opsteek gaat die van het meisje iets voor mij ook omhoog. Een blonde jongedame met een zomers broekje aan, daar ga ik het natuurlijk niet van winnen. Maar wellicht kan ik wel op die charmes meeliften. Communiceren met de Franstalige meid gaat ongemakkelijk en mijn vooroordeel over vrouwelijke charmes om te liften blijkt al snel ongegrond. Toch maar onafhankelijk van elkaar liften, want 2 personen én een backpack ter grootte van een persoon lijkt de automobilisten ook niet uit te nodigen. Binnen een minuut wordt er voor de jongedame gestopt nadat zij net de grote weg op is gegaan. Ik besluit mijn eigenwaarde te sparen en haar snelle succes aan de grote weg toe te dichten. Als ik de grote weg wil oversteken word ik voorgelaten door een auto die de rotonde afkomt. Ik bedank met mijn hand en vervolg met mijn duim. Warempel, hij zet zijn auto aan de kant en ik mag met hem mee naar het centrum. De vriendelijke local spreekt goed Engels. Terwijl we een leuke kennismaking hebben brengt de vriendelijke man mij helemaal naar het station toe. Van krap in tijd naar zeeën van tijd. En zo zit ik voor de tweede keer vandaag voor een paar uur in de trein. Vijf uren deze keer, want de enige trein op het eiland rijdt dwars door de bergen van dorpje naar dorpje. Met gematigde snelheid schudden we door een ruig en groen berglandschap waardoor deze rit al een toeristische attractie op zichzelf is. De trein gaat rakelings langs de bergwanden die niet meer dan nodig zijn uitgegraven voor het smalle spoor. We passeren kleinschalige en ouderwetse stations met als hoogtepunt een houten vervallen schuurtje in de middle of nowhere. En ook hier stappen mensen uit en in. Het laatste uur rijdt de trein van badplaats naar badplaats waar veel strandgangers op en af hoppen. Onderweg spreek ik een Duits gezin dat met hun 4 kinderen de noordroute reeds hebben voltooid. En twee Belgen die matig voorbereid een deel van de route hebben gelopen. Met nog wat handige tips aan mijn bagage toegevoegd kijk ik uit naar de tocht, die vooral spannend gaat worden vanwege koude nachten en hete dagen maar zeker niet te hoog gegrepen voor mij als ik hun verhalen hoor. Na weinig slaap en bijna 14 uur reizen kom ik vermoeid aan in Calvi waar ik incheck bij mijn kamer. Ik loop nog even door het bruisende centrum, geniet even van de rust aan de waterkant en duik snel daarna mijn bed in. Haasten en stilzitten hebben we achter de rug, dus tijd voor veel beweging, frisse lucht en leven in het moment!

26 augustus. De wekker vertelt mij dat het tijd is om te vertrekken. Ik kan met een stoptrein naar het station GR20 gaan om van daaruit hopelijk weer succesvol te kunnen liften. Het beginpunt is namelijk nog steeds 10km van het station vandaan. Het is een heerlijk rustige ochtend op de stranden en ik heb een mooi uitzicht op de stad Calvi. Als ik uitstap loop ik langs een legerbasis naar de rotonde waar de weg naar Calenzana begint. Voorbij joggende militairen hebben weliswaar een buikje maar hun kuiten maken duidelijk dat ze in de bergen getraind zijn. Daar loop ik dan met mijn plattelands kuiten en een rugzak van ruim 20kg langs de weg met tevergeefs mijn duim omhoog als een auto passeert. De Corsicanen hier hebben weinig behoefte mij verderop te brengen. Ik bedenk me om mijn mondkapje om te hangen wat mogelijk voor een veiliger gevoel zorgt. Na 1km lopen en tevergeefs duimen stopt er een personenbusje. Een groep oudere Fransozen ziet nog ruimte om mij erbij te proppen. De achterbak zit vol met flinke backpacks en al snel wordt mij duidelijk dat deze groep zestigers met de taxi naar het beginpunt van de GR20 gaan. De GR20 staat bekend als zwaarste meerdaagse tocht van Europa en dat is mijn doel voor deze reis, althans het heftige noordelijke deel. Maar van deze groep pensionado's had ik niet verwacht dat ze daar een haalbare uitdaging in zagen. We stappen uit op de bestemming en ze staan er op dat ik niet mee betaal voor de taxi. Ik geef ze als dank een paar stroopwafels, die het altijd goed doen als bedank in het buitenland. Het is moeilijk communiceren met de Fransozen maar ze zijn ontzettend vriendelijk en doen echt hun best. Één van hen zoekt naar een waterbron om de flessen te vullen alvorens van start te gaan. Ondertussen stopt er een gendarmerie auto en ik vang op dat de GR20 est fermé... De fransozen leggen uit dat we dit eerste deel van de route wegens brandgevaar niet op mogen... Ze kijken elkaar aan en één zegt er "op naar de waterbron!". En zo geschiedde het. Bij de fontein zit een Nederlands stel van mijn leeftijd en twee Ierse mannen van in de 50. Wanneer ik mijn flessen vol heb zwaai ik naar de Fransozen en ga op pad. Ik loop samen met drie Belgen van half 20 en we zoeken naar de route in het dorpje. Al snel zitten we op de route en zij zijn sneller dan ik. Het is een hete dag met 28 graden en volop zon. Ik heb een uur of 6 te lopen vandaag en allemaal omhoog de berg op. Al gauw kom ik er achter waarom de GR20 zo heftig is. De berg op betekent echt klimmen en klauteren. Meer dan eens zitten mijn hiking stokken in de weg omdat ik mijn handen nodig heb om hogerop te komen. Het pad loopt door bossen en over rotsen omhoog. Onderweg moet ik een waterstroompje oversteken. Er staat een rij koeien (vee, te herkennen aan de draadloze oordopjes) die om beurt drinken van het watervalletje. Eén koe staat als een soort wachter midden op mijn pad. Ik nader hem voorzichtig niet wetende hoe hij reageert op mensen. Het pad is namelijk zo smal dat ik hem nauwelijks zonder aanraken kan passeren. Gelukkig is hij relaxt en gaat zelfs een beetje aan de kant voor me. Na een flinke dag klauteren kom ik aan bij de refuge; een plateau met een paar eenvoudige gebouwen en veel popup tentjes. De faciliteiten zijn beter dan ik had verwacht met toilet- en douche, keukentjes waar je eigen eten kan koken en een winkeltje waar je eten kan kopen of maaltijden kan bestellen. De popup tentjes zijn te huur maar ik heb mijn eigen tentje bij me dus die mag ik ergens op het plateau neerzetten. Vanwege de flinke wind zet ik mijn tent wat meer tussen de bomen op. Ik bestel alvast voor het avondmenu en geniet van een heerlijk verkoelende douche. Ik droog en warm op bij een picknicktafel in de zon met een mooi uitzicht op de zee achter de bergen. Twee Vlaamse jongens komen bij me zitten waar ik erg mee kan lachen. Ondertussen haal ik mijn maaltijd op; gedroogde worst, een groot bord pasta met een toefje tomatensaus en een brownie als toetje. Na zo'n dag smaakt alles met voedingstoffen goed dus ik geniet volop. Rond 20.30u zakt de zon achter de bergen en zoekt iedereen zijn bed op. Tijdens het tandenpoetsen geniet ik van het avondrood dat het prachtige panoramauitzicht kleurt. En duik dan ook lekker mijn slaapzak in. De eerste klimdag zit er op.

27 augustus. Ik word wakker van vroege vertrekkers en dat is mijn teken om ook de spullenboel in de pakken en op pad te gaan. Ik haal een picnic (lunch) op bij het keukentje en om 7 uur ben ik onderweg. Ik loop langs een waterbron, ofwel een slangetje uit de rotsen met schijnbaar drinkbaar water, waar ik mijn flessen vul. Ook vandaag is weer een heftige klim waarbij klauteren nodig is. Elke stap is minstens een kniehoogte omhoog en eenzelfde afstand opzij, waardoor het niet doorstappen is maar elke stap goed plannen en voorzichtig nemen. De schuine en puntige rotsen vragen daarbij veel van mijn schoenen en de weinige drukpunten van mijn voeten. Om 9 uur kom ik op een punt waar de zon schijnt en dat is een mooie plek en tijd voor ontbijt. De 3 Belgen van de eerste dag genieten hier ook van hun eerste pauze en zo raken we wat aan de praat. Er komt een Nederlands stel van in de 50 voorbij met hun hond Jip. De hond heeft ook een klein rugzakje met zijn eigen eten en een handvat om hem over het parcours te tillen waar nodig. Voor de eerste dagen heb ik goed eten ingeslagen en zo bestaan mijn ontbijt en lunchmomenten uit crêpes met ham, komkommer en tomaat uit eigen tuin. Ik klauter weer verder en verbaas me over de route. De route is niet meer dan gemarkeerde navigeerpunten die willekeurig op de berg lijken te zijn getekend. Willekeurig in die zin dat er geen duidelijk pad te zien is en elke volgende steen waar ik naar toe kan springen of klauteren de mogelijke route kan zijn. Het is dus goed opletten of ik goed ga, en ook waar ik mijn handen en voeten neerzet. Zeker met een zware rugzak achterop is de balans heel anders en vraag je een stuk meer van je beenspieren. Het is ondenkbaar in Nederland dat een dergelijke tocht wordt toegestaan, wij zouden het al lang verbieden omdat je continu balanceert en klautert langs afgronden en tussen grote stenen. Aangekomen op de bergrug zitten er veel mensen te pauzeren in de zon. Het is een mooi lunchmoment maar ik kom er al snel achter waarom het zo druk is; we hebben hier telefoonbereik en dus internet. Iedereen is driftig aan het bellen of appen. Ik schiet een paar mooie plaatjes van het uitzicht, eet mijn lunch en ga weer verder. Al snel loop ik verkeerd door geen markering te zien en automatisch verder omhoog te klimmen. Gelukkig zie ik beneden anderen lopen en snap waarom ik de route misliep; we moeten ons door een nauwe kier tussen de stenen wurmen met onze backpacks. In de middag volgt een lange afdaling over een slingerpad vol losse stenen. Het is erg vermoeiend om niet naar beneden te donderen en de zon begint steeds feller te branden. Ik loop gelijk met de Franse zestigers en ik begrijp dat één van hen zelfs 75 jaar oud is. Hij gaat bij de afdaling onderuit en ligt in de struiken en kijkt met zijn gezicht zo de afgrond in. Dat is even schrikken. Hij moppert wat merde hier merde daar, staat op en gaat weer stug verder. Ondanks zijn leeftijd is hij één van de snelsten en kan ook nog genieten van de route. Uiteindelijk ben ik de traagste naar beneden maar dat ben ik gewend van mezelf. Om 17 uur kom ik beneden aan bij de volgende refuge. Na een dag van 10 uur start hetzelfde ritueel; tent opzetten, koud douchen en eten reserveren. De tent plekken zijn moeilijk te vinden door alle grote rotsen en schuine kanten. Ik vind een plekje waar ik mijn tentje net tussen kan proppen maar vannacht wel lepeltje lepeltjes moet liggen tegen een rots. De koude douche blijkt achteraf de enige van de drie te zijn die geen warm water gaf. Ik klets nog wat met de Franse zestigers voor zover we elkaar verstaan. Het eten is deze keer met een tafelindeling. Dat betekent dat ik op een picknicktafel terecht kom met schouder aan schouder in totaal 8 Fransozen. De 1,5 meter is in de bergen geen issue blijkbaar. De Fransozen hebben een erg gezellige avond en ik... tja ik kan nu eenmaal geen Frans. Het menu is vergelijkbaar met gisteren, met deze keer een zelfgebakken brownie. De overgebleven stukken worden voor me ingepakt voor lunch morgen. Ik geniet nog even van het wederom prachtige uitzicht bij de tafels en ga mijn tanden poetsen. Op de terugweg loop ik langs een tafel waar de 3 Belgen marshmallows aan het roosteren zijn boven hun gaspitje. Ze vragen of ik ook wil, en de gezelligheid en heerlijkheid doen mij besluiten dat ik later vanavond nog wel een keer mijn tanden kan poetsen. Een Duits stel van eind 20 komt er ook bij en zo heb ik wederom een erg gezellige avond. Als het donker is accepteren we dat er niet meer marshmallows opkrijgen en duiken onze tentjes in, die verspreid door de bergachtige bossen zijn opgesteld.


28 augustus. Ook de ochtenden zien er hetzelfde uit met een buurman als wekker en snel de spullen pakken. Picnic hoef ik niet, eerst mijn eigen voorraad en dus gewicht maar eens kwijtraken. Ik vertrek om 7.15u en merk flinke pijn in mijn rechterknie. Vandaag is uiteraard weer een zware klim en klauter exercitie met ook kettingen aan de bergwand om je aan op te trekken. De route is veelal onmogelijk en ik vraag me vaak af waarom er op andere plekken géén kettingen hangen. De kniepijn maakt het niet gemakkelijker de lastige stappen van rots naar rots te maken en te vertrouwen op de knie. Ontbijt gaat weer mooi in de zon en een uurtje later maak ik ook even gebruik van een 3G stop. Ik ga veelal gelijk op met de Nederlanders met hond dus heb een gezellige klimdag met hen. De hiking stokken kan ik beter in mijn rugzak stoppen want mijn handen heb ik hard nodig voor klimmen en dalen. Ik heb inmiddels eelt op mijn handen van de rotswanden en punten. We dalen verticaal af en het lijkt meer een boulderbaan. Ook de Franse 60ers kom ik bij de afdaling herhaaldelijk tegen. Heel ver weg zie ik Calvi liggen, gek idee dat ik daar 3 dagen geleden gestart ben en het nu zo'n punt aan de horizon is. Als we verder afdalen komen we de 3 Belgen tegen, deze keer bieden ze mij pannenkoeken aan. Ja ze willen van hun voorraad eten (dus gewicht) af en zo val ik weer met mijn neus in de boter. En zo bouw je ook nog meer een band op met de reisgenoten. Als we verder gaan ben ik wederom de traagste. De Nederlanders kom ik later tegen omdat zij pauze namen met vrienden die hen tegemoet kwamen lopen. We dalen samen af en bereiken de refuge om 16u, waar zij in de camper van vrienden stappen en een rustdag inlassen. Ik zet mijn tent op bij de 3 Belgen en de Nederlanders en Ieren die ik bij de fontein had gezien. De refuge is deze keer niet verlaten in de bergen maar in een skioord met hotel en restaurant. Dat betekent warme douches, stroom, internetbereik en een avondmaal bij de friettent. De anderen gaan naar het hotel om te eten maar dat duurt nog lang en ik ben wel toe aan een goede hap. Ik bestel een groot bord groenten en hamburger met friet. Dat gaat er goed in! Naast mij zit een vrouw met dochter die net hun toetje, een flinke brownie met ijs, aan het verorberen zijn. Ik zeg dat het er heerlijk uitziet en de twee kunnen goed Engels en geven aan dat ze het niet op krijgen. Dus onder het genot van hun heerlijke brownie heb ik een leuk gesprek met hen. Terug bij de tent krijg ik van de Duitse jongen een olie voor mijn knie. Één van de Belgen is fysio en stelt me na analyse gerust dat ik waarschijnlijk niet meer kapot maak als ik doorloop. Hij plakt de tape die ik bij me heb op de knie en zo hoop ik morgen toch echt wel verdere te kunnen. Anders wordt het avontuur wel van korte duur. En al hoor ik het al elke dag van iedereen die ik spreek, ook morgen wordt één van de zwaarste dagen. Ik ben er al lang achter dat inderdaad elke dag onmogelijk en afzien is. Maar goed, daar kiezen we ook allemaal voor! Dus gauw mijn bedje in, proberen niet te veel van mijn matje te rollen door de helling en morgen maar weer vroeg op.

29 augustus. Vandaag nog iets vroeger op dan de andere dagen, wederom dankzij mijn actieve buren. Er staat een flinke dag voor de boeg. Ik vertrek om 6.30u en ben daarmee nog steeds later dan de reisgenoten waar ik contact mee heb. Alleen de oudere Fransozen waarderen ook een rustige opstart. Na een kwartiertje stappen voel ik mijn knie helaas toch nog en neem een onschuldige ibuprofen (ontstekingsremmer) als laatste redmiddel. Binnen een half uur geeft het pilletje een waanzinnig effect. De knie brengt mij pijnloos de berg op en ook de stembanden krijgen een energieboost. Zingend sleur ik mezelf en mijn draagbare inboedel omhoog en dat werkt ontzettend bemoedigend. Het is ook leuk dat mee- en tegenliggers hun waardering uitspreken en de 75 jarige bergsprinter begint onverwacht luchtgitaar te spelen als ik Pink Floyd zing. Moeder natuur heeft weer een heerlijk ontbijt in de zon gepland voor me om 9 uur. Op deze momenten kan ik even heerlijk genieten van uitzicht, de eerste zonnestralen en wat lekkere crackers. Het maakt wel dat ik mijn kansen op een tentplek en eten aan het einde van de dag op het spel zet. Gelukkig kan ik op zulke tochten goed de uitdaging aan van verstand uit, genieten van het moment en accepteren hoe het gaat. Als ik mijn klim vervolg is deze niet alleen stijler dan gebruikelijk, maar ook weer veel losse stenen. Hoewel het ook in de schaduw niet koud voelt ligt op sommige stukken van de berg nog sneeuw. Om 11.45u bereik ik de top op 2450 meter. Al mijn reisgenoten zijn er al even aan het genieten van lunch, uitzicht en zon. Het waait wel flink dus een jas is geen overbodige luxe. Sommige berggeiten besluiten ook nog naar het hoogste punt van Corsica door te lopen. De Monte conto is nog 256 meter hoger en duurt zeker anderhalf uur om op en neer te lopen, zonder rugzak dan wel. Ik voel me heel fit en het is erg aantrekkelijk om de ultieme top van Corsica ook mee te pakken maar het kost me wel weer veel waardevolle tijd. En het uitzicht hier is niet minder, je kunt helemaal rondkijken en Calvi is nog steeds in de verte zichtbaar. Na wat foto's en lunch zet ik mijn tocht voort net nadat mijn bekende reisgenoten zijn vertrokken. De afdaling gaat goed maar vanaf zo'n hoog punt heb ik wel een flinke afdaling te gaan. Ondanks de veelal blauwe lucht voel ik druppels en vraag me af of die paar grijze pluimpjes in de lucht voor problemen gaan zorgen. Ik trek in ieder geval de regenhoes over mijn rugzak maar met al die losse spullen eraan past deze voor geen meter. Als ik verder afdaal langs de rotspartij zet de regen toch echt door. Vlug mijn regenpak aantrekken en nog een poging de regenhoes wat beter om te doen. Dit weer komt nooit gelegen maar met nog wat schuine plateaus te betreden is gladheid zeker geen prettige bijkomstigheid. Ik ben nu ook erg blij dat ik de verleiding van Monte Cinto heb weerstaan. Het Duitse stel loopt met mij mee hoewel de jongen het liefst een stuk sneller gaat dan zijn vriendin. Na een uurtje in de regen afdalen komen we bij de refuge waarvoor je weer even de berg op moet. We konden deze niet meer boeken op internet dus mogelijk zijn alle tentplekken weg. Ik besluit om niet eens naar boven te lopen maar meteen door te gaan naar de bergerie die een goed half uur verderop ligt. De Duitsers willen toch wel even een pitstop doen hier. Na inderdaad een ruim half uur door nat bosgebied met veel gladde stenen kom ik om 17u aan bij de bergerie. Ik spot meteen een aantrekkelijke plek voor mijn tent maar hop eerst maar eens de droge hut in. De hut zit vol met schuilende reizigers en de Nederlanders en Ieren zijn er ook. Ik kom er achter dat ik mijn tas met belangrijke papieren niet in de backpack had gestopt en vul de tafel met doorweekte reispapieren en paspoort. Als het wat droger is zie ik mijn kans om die mooie tentplek dicht bij de hutten te claimen. Er is zelfs een wandelstokken-houder onder het afdakje van de hut waar ik naast sta. Het voelt alsof ik de meest luxe plek van de bergerie heb gevonden. Mijn slaapzak is ook helemaal nat geworden dus hopelijk droogt deze in de warmte van de tent. Als alles is opgezet begint het weer te spatten dus kan ik mooi op tijd weer naar binnen. Ik dineer aan tafel met de Nederlandse en Ieren wat voor gezellige gesprekken zorgt. Op het menu staat een hoop zeer sterke Franse kaas waar de bergeries om bekend staan. Het dessert bestaat uit een verse sinaasappel wat ook bijzonder is in de bergen en natuurlijk weer een paar flinke plakken sterke kaas. Dat laatste is mijn tafelgenoten teveel en daardoor word ik getrakteerd op een kaasplank XXL. We tafelen nog even na, het Duitse stel arriveert op dat moment ook en na nog wat gezelligheid maken we ons op voor de nacht. Door de lange tochten én alle gezelligheid bestaan mijn reisverslagen lauter nog uit wat notities in mijn boekje. Ik vermaak me dus erg goed op de 'campings' waar toch een heerlijk open sfeer hangt.


30 augustus. Vannacht is de eerste keer dat ik er écht even uitmoest om te plassen. En man wat werd ik getrakteerd op een prachtige sterrenhemel! Ik dacht dat die alleen in Nieuw Zeeland bestond maar als het je lukt om in Europa ver van de lichtvervuiling te komen dan vind je dus ook een hemel gevuld met kleine en grote lichtpuntjes en zelfs hele sterrenstelsels. Een prachtig natuurverschijnsel waar ik uren naar kan kijken, ware het niet dat ik vermoeiende dagen achter de rug en voor de boeg heb. De ochtend ben ik ook wat later op dan normaal doordat ik een rustige plek heb. De tent moet ik nog nat inpakken en ik ontbijt deze keer in de bergerie. Geen goede keuze, want wat wit brood, marmelade en een kom thee brengt mij niet naar mijn volgende bestemming. Om 8.30u ga ik van start met weer een pittige klim naar boven. Het is echt elke dag flinke ochtendgymnastiek. Ook vandaag is het op momenten weer klauteren met de handen erbij. Bovenaan gekomen kom ik twee Vlaamse meisjes tegen die de andere kant op lopen. Ze vonden hun klim van de ochtend al heftig maar later op de dag kreeg ik medelijden met de twee wetende wat ze achter de rug hadden en nog voor de boeg. Ik neem als tweede ontbijt één van mijn samengestelde zakjes met wei- melk- en havermoutpoeder. Een veel voedzamer ontbijt voor hier in de bergen. De afdaling is relaxt en het begint voor het eerst op een bergwandeling te lijken. Ik kom om 12 uur aan bij de refuge wat natuurlijk weg vroeg is. Ook blijkt hier geen water te zijn dus alle reden om goed door te stappen naar de volgende hut. Toch even stoppen om mijn wraps met tomatenpuree te eten, ben ik ook eindelijk van dat gewicht af. Ik zie verderop de route grijze wolken ontstaan dus zorg deze keer dat de regenhoes er goed omzit voordat ik verder loop. Na een dalende wandeling kom ik weer op een slalom over losse stenen dus dat duurt weer eeuwig. Hier kom ik een andere Duitse jongen tegen waar ik even wat mee samenloop voordat hij doordendert. Hij was gisteren gevaarlijk onderuit gegaan in de regen dus wil deze keer dat gevaar voor blijven. Na de slalom kom ik in een mooi groen bos en loop ik langs een stromend beekje. Het is een mooie omgeving met veel afwisseling. De tocht duurt langer dan verwacht wat het moeilijker maakt er echt even van te genieten. Gelukkig blijft het wel droog. Na een korte klim in de bossen sta ik ineens op asfalt. Een vreemd idee na al die dagen in niemandsland. Na 5 minuten bereik ik om 17u het chique hotel waar ik mij moet inchecken om mijn tent in het veldje verderop neer te kunnen zetten. Ook een heel gek idee. Op deze 'camping' is het één grote rendez-vous met alle bekenden die al genieten van de zonneweide. Er lopen een paar kleine varkentjes los tussen de tenten door wat voor nog meer blije gezichten zorgt. De faciliteiten zijn zeer goed en er is een klein winkeltje waar ik wat proviand kan aanvullen. Ik neem een warme douche, spoel wat kleding (stinksokken) uit en ook mijn slippers kunnen een spoelbeurt gebruiken want die ruiken naar de Franse kaas van de bergerie. Die avond is het diner in het hotel. Het restaurant is sjiek aangekleed maar ik ben geen uitzondering in mijn korte broek en badslippers. Er is een aparte tafel voor mij gereserveerd maar ik zie de 4 Belgen en sluit bij hen aan. Na een goed diner met eindelijk eens wat anders dan pasta en vooral een heel gezellige avond lopen we in het donker terug naar de tenten. Twee van de Belgen houden het hier voor gezien en ook het Duitse stel besluit morgen de bus naar de bewoonde wereld te nemen.


31 augustus. Op deze heerlijke plek is het weer heerlijk uitslapen. Na een paar heftige dagen geniet iedereen van een rustig ochtendje en de mogelijkheid om nog wat spullen in de zon te drogen. Als ik naar het toiletgebouw loop zijn de meesten wel al hun tent aan het opruimen. De Ieren waarschuwden mij voor het risico op vossen die je tent afspeuren naar eten maar ook dat is ons bespaard gebleven. Terwijl de meesten vertrekken neem ik nog even afscheid van de Belgen en Duitsers en om 9 uur ben ik dan ook onderweg. De route vervolgt door het mooie bos maar ik loop vaak verkeerd doordat er weinig markeerpunten zijn. Het klimgehalte is wel een stuk minder dus het is een relatief relaxte wandeling ware het niet dat het lichaam en vooral de voeten veel te verduren hebben gehad en de rugzak nou eenmaal niet lichter wordt. De ontstekingsremmer gebruik ik niet (meer) en de knie is gelukkig ook niet zo pijnlijk meer. Na een uur ontbijt ik op een open zonnige plek met de helft van mijn vers gekochte brood en gekookte eieren. De rest van de ochtend bestaat uit gemiddeld klimmen op open heuvels. Door de losse stenen en de volle zon toch nog een uitputtende exercitie. Ik kom de hele dag geen bekenden tegen. Als ik over het hoogste punt heen ben zie ik een groot meer liggen. Een mooie plek om wat af te koelen en te lunchen. Eerst nog even de losse stenen afdaling doorstaan en dan in de schaduw van een grote steen bij het meer genieten van de lunch. Vers brood is op zulke tochten niet te versmaden dus de rest van het brood gaat met gemak naar binnen. Ook de vers gekochte banaan is een smaaktraktatie. Er zijn een aantal dagjesmensen bij het meer zowel te voet als te paard. Ook kom ik een nieuwe groep Nederlanders tegen die dezelfde route lopen maar wel gehoor hebben gegeven aan het risico op brandgevaar waardoor ze een paar etappes later zijn aangehaakt. Na de lunch volgt voor de afwisseling wéér een stijgend pad maar nu in een groen heuvelachtig gebied. Het is nog steeds veel (onstabiele) stenen stappen ook vanwege de drassige stukken dicht bij het stromende water. Ik passeer een berghut met een bordje "kaas te koop" dus besluit er naar toe te klimmen. Daar aangekomen staan ze me raar aan te kijken als ik kaas wil kopen. Het blijven vreemde mensen die Fransen. Als ik verder loop zie ik mijn bestemming in de verte liggen. Ik moet nog 'even' door het dal en dus weer deels naar boven. Er vliegen mooie grote roofvogels in het dal. Voor het eerst zie ik een wegwijs bordje die ook de reistijd aangeeft naar de bestemming. Nog een kwartiertje tot de hut... Nou als ik de afstand en klim zie dan vermoed ik dat de reistijd afgestemd is op de man die het GR20 record op zijn naam heeft staan. 31 uur voor de 180km en 11km stijgen en dalen. Na een half uur bereik ik om 16u wél de berghut en het is heerlijk om alle bekenden weer te begroeten. Alsof je elkaar wekenlang niet gezien hebt. Eindelijk kan ik ook weer poepen, want dat was er gisteren/vanochtend niet van gekomen. Als ik gestationeerd ben grap ik wat met de oude Fransozen. De vrouw van het stel had er voor gezorgd dat de taxi voor mij stopte en haar man is degene die het beste Engels kan en veel grappen maakt. Ze maken het meest contact met mij van de groep en ik noem ze gekscheers papa en mama. Ik koop spaghetti en tomatensaus en maak voor mezelf een enorm bord eten. Daarmee schuif ik aan bij de Ieren en het Nederlandse stel die ook samen de taxi hadden genomen op dag 1 en daarom veel met elkaar optrekken. Ook de overgebleven Belg is erbij. Zij hebben allen hun eigen poedermaaltijden bij zich maar de 600kcal op het pakje lijken mij geen succes voor een goed avondmaal. Ook het enorme bord spaghetti weet mijn honger niet te stillen dus een toetje met noten, rozijnen en pure chocola moet het verschil maken. De 85% pure chocola is normaal een lekkernij maar hier blijkt het een ware superfood te zijn. Lichtgewicht, voedzaam en smelt niet. Na het maal en een gezellige avond kruip ik op tijd mijn bed in. Morgen weer vroeg op om hopelijk voor de regen binnen te zijn. De Belg gaat zelfs om 4 uur al op pad om de zonsopgang boven op de berg mee te maken.

1 september. 4 uur weg heb ik maar even voor gepast, maar 6.30 uur is een mooie tijd met hopelijk nog een droge aankomst. Het is nog erg rustig op de route rond dit tijdstip. Meteen mag ik 500 meter omhoog klimmen. Ik draag handschoenen want het is erg fris in de ochtend schaduw. Het klim en klauterwerk brengt niets nieuws meer, de stijle opstart is wel een pittige. Ik kom op de route koeienpoep tegen en vraag me af hoe die beesten over deze zogenaamde paden vooruit komen. Je ziet de koeien dan ook alleen op de plateaus in de bergen staan grazen. Na twee en een half uur kom ik aan op de top van de berg. Geen verrassing dat hier de combinatie van zon, mooi uitzicht en 9u ontbijt tijd weer op gaat. Mijn crackers en wraps zijn allemaal op dus ik teer op de picnics en mijn poederzakjes. De Ieren komen ook boven maar gaan ook als een speer weer verder. Ik vertrek wat later en loop daardoor gelijk met de oudere Fransozen. We mogen weer bijna verticaal afdalen met behulp van kettingen. Stiekem ook de leukste onderdelen van de route, dat klauteren, zij het dat de rugzak de balans ongemakkelijk maakt. Ik daal verder af samen met de scout van de Fransozen; de fitste van het stel die vooruit loopt om de route te ontdekken. Als er weer een onmogelijk stuk komt vraag ik hem nog even of dit wel echt de route is aangezien ik geen markeringen zie. Je wilt namelijk niet hetzelfde stuk weer onnodig omhoog zien te komen. Daniel bevestigt en we puzzelen ons naar beneden. Daar aangekomen wacht hij op zijn groep terwijl ik verder loop. Ik zie nog steeds geen markeringen en zie bovenaan wel een groep een route bovenlangs pakken en ja hoor daar staat de route aanduiding. Wel zie ik ook voetstappen in het zand op dit pad en vermoed dat het wel goed komt. Ik licht Daniel in en loop vervolgens door. En inderdaad uiteindelijk kom ik weer op de route uit, niet wetende of dit nu een goede shortcut of een slechte omweg was. Daarna zie ik namelijk alleen onbekenden me afvragend waar die ineens vandaan komen. Dan zie ik Christian, de nestor van de Fransozen. Ook hij moet wachten op de tragere en afdwalende groepsleden. Hij spreekt geen Engels maar deelt wel graag wederzijdse ervaringen over Nepal waar hij een paar jaar terug nog was. Het pad vervolgt weer omhoog over metershoge stenen waar ik letterlijk moet springen en balanceren van steen naar steen. Ook weer een uitdagend traject en bij gladheid zou ik hier niet blij van worden. En zo bereik ik die middag voor de tweede keer een bergtop van meer dan 2000 meter. Niet veel later kom ik aan bij de refuge. Droog en om 14.15u. Al met al een korte maar pittige dag. Mijn tent staat deze keer wat afgelegen uitkijkend op het hele gebergte en het dal. Ik sluit aan bij de rij voor het douchen en spoel wat ondergoed uit. Helaas duurt de douche rij zo lang dat ik terug bij mijn tent geen zon meer heb om de was te drogen. De hele avond is het bewolkt en mistig op deze plek. Ik zit aan tafel met de Nederlanders, Ieren en Belg die morgen een shortcut nemen direct naar het eind van de noordroute. Een laatste avondje samen dus. Alleen Tez, een van de Ieren, en ik bestellen het avondeten hier en worden in een tafelindeling gezet. Hij vertelt me meer over het werk van hem en zijn collega Dan die samen bij een soort nationale garde werken; breed inzetbare ME-ers. Dat verklaart waarom deze vijftigers nog zo stevig doorlopen op deze route. We hebben voor de afwisseling een heerlijke ratatouille en linzenschotel met geen brownie maar chocolademousse als toetje. Ik zeg mijn gezelschap vaarwel en loop naar mijn tent. Daar mag ik nog even genieten van het wolkendek dat op ooghoogte de bergtoppen in tweeën splitst. Zolang het niet regent zijn die wolken in de bergen ook een prachtig decor.

2 september. Vannacht was het flink mis. Nee, het waren niet de donkere wolken waar het gedonderd vandaan kwam maar mijn darmen. Op de rand van het plateau waar ik zo'n mooi uitzicht heb heb ik de chocolademousse moeten achterlaten. 's ochtends nog maar een keer naar het toilet in de verwachting dat het dan wel weer even genoeg is. Ook een aantal anderen die iets besteld hadden zijn ziek geworden, hoewel het niet aan een gerecht toe te wijzen is. Vanwege de belabberde nacht en mijn slappe toestand wordt dit weer zo'n late vertrek ochtend. Blijven is geen optie aangezien ik afhankelijk ben van de locale chef kok. Wellicht dat ik ook meteen naar eindpunt Vizzavona doorloop vandaag. Wanneer ik mijn tent inpak begint het al even te druppelen. Dus met toch nog een natte tent op de rug haal ik mijn gisteren al bestelde picnic op (op hoop van zege) en plak mijn hiking stokken waarvan er één steeds uitvalt. Ik maak een praatje met Manuel, de Duitse jongen die inmiddels geen profiel meer onder zijn schoen heeft en net als mij nog steeds een aardig zware rugzak. Hij stelt voor om samen te lopen maar hij moet alles nog inpakken en ik vraag me af hoe snel ik vandaag ben. Ik geef aan alvast te vertrekken en hem dan later tegen te komen. De route begint met een stijl afdaling in de zon. Het gaat niet snel maar gedurende de ochtend lukt het me wel om wat te eten en ik pak ook maar een zangpilletje. De weg vervolgt door een groot naaldbos langs een rivier. Het ruikt hier heerlijk en samen met het redelijk vlakke pad ontstaat een relaxt sfeertje. Ik kom weinig mensen tegen onderweg en ook Manuel blijft nog uit zicht. Rond de middag kom ik aan bij een belangrijk punt. Over de brug kan ik kiezen om even het water in te plonzen en daarna moet ik bepalen of ik de GR20 route doorloop of om de berg naar het eindpunt toeloop. Al sinds dag 2 loop ik met blauwe teennagels in mijn schoen te drukken, een pijnlijk drukpunt op de onderkant van mijn voet (alsof het middenvoetsbeentje gekneusd is) en met trekkende schouderspieren. Vandaag voel ik me ook nog erg slap, en dat geeft de doorslag om de afslag naar het eindpunt te pakken. Nog geen minuut onderweg besef ik me dat ik hier niet ben gekomen om alleen maar af te zien. Eerst maar eens het koude water in plonzen ook al kan dat ervoor zorgen dat ik de regen vanmiddag moet trotseren. Zwembroek aan en even het lijf activeren met wat ijskoud rivierwater. De Fransozen zijn net klaar met baden dus ze laten de mooie plek voor mij alleen achter. Na 10 minuutjes ben ik helemaal opgefrist, kleed me om en ga met goede moed toch de GR20 verder lopen. Die moed heb ik hard nodig want vanaf hier is het weer een tijd bergopwaarts. Met het pilletje van vanmorgen en de koude plons van net heb ik nog één troef achter de hand; ik pak mijn MP3 speler en laat mij goede moed inzingen met epische metalmuziek. Sneller omhoog ga ik niet meer, maar ik ben niet meer te stoppen. De dichtbegroeide bossen maken de onheilspellende sfeer van de muziek en mijn zware tocht compleet. Ook zorgen ze ervoor dat ik wel hoor dat het inmiddels flink regent maar dat ik er niks van merk. Na heel wat stijgen zie ik aan de rand van de bossen de refuge. Gelukkig was de reistijd vandaag niet zo lang dus ondanks het late vertrek en de pool party is het pas 15 uur. Een minuutje door de regen lopen kom ik aan in het gebouwtje. Het bordje backpacks buiten laten staan komt niet lekker uit met alle droge plekken bezet en het feit dat ik alleen even hoef in te checken. Ik leg de backpack binnen neer en loop door naar de balie. Na een hoop moeilijk gedoe in het Frans en de boodschap dat al het eten dat op de kaart staat er niet is, keer ik zonder iets te regelen of betalen. Voor het betalen komt later iemand langs de tenten. In die vijf minuten heeft een man van de refuge mijn backpack principieel buiten gelegd midden in de inmiddels stromende regen. Het warme welkom in de bergen kan vaak beter maar hier ben ik nu al klaar met de onmogelijke refugiers. Ik hobbel naar het tentenveld dat eigenlijk een schapenweide is en schuil met een paar anderen onder de overdekte campingtafels. Ik zie de Fransozen en ook Manuel is er al, toch voelt het met de kleine groep en de stromende regen minder als de gezellige rendez-vous van afgelopen dagen. Als het droog is begint het ritueel tent opzetten tussen de schapenstront, douchen en eten maken weer. Alles moet tussen de druppels en buien door. Ik duik vroeg mijn tent in om daar mijn verslag te schrijven terwijl de wolken worden geleegd boven de schapenweide. Nog even tanden poetsen en dan naar bed. Morgen wederom regen voorspeld dus niet te laat naar bed. Wekker om 6 uur zetten in de hoop dat ik de tent droog kan inpakken.

3 september. Om 2 uur 's nachts ben ik wakker geweest wegens een hevige regenbui. Er van uitgaande de tent niet droog in te kunnen pakken zet ik de wekker wat later en val weer in slaap. Als ik wakker word van de ritsen en tentstokken van de fanatieke ochtendgroep zie ik dat het 5 uur is. Na een kwartiertje proberen leg ik me er bij neer dat slapen niet meer lukt en dat vroeg vertrekken dus wel. En zo begin ik rustig mijn spullen te pakken en de natte tent op te rollen met genoeg licht van de hoofdlampjes van alle buren en om 6.15u ben ik onderweg. In de vroege schemer is de route bergop redelijk te zien dus mijn lampje heb ik niet nodig. Het pad stijgt snel terwijl de oranje gele gloed van de ochtendzon tussen de bergen en wolken doorbreekt. Ik zie de bergen laagje voor laagje wakker worden tot de zon uiteindelijk het hele landschap onthult. Ik kom om 8 uur op een plateau wat helaas nog in de schaduw zit dus wil nog iets verder alvorens te ontbijten. Toch word ik hier opgehouden omdat mijn neus ineens flink begint te bloeden. Het duurt een tijd voordat er een prop in mijn neus is die er niet meer knalrood uitglijdt. Terwijl ik het hele pad onderdruk doen de eerste voorbijgangers (ook) of hun neus bloedt en pas de vijfde voorbijganger vraagt wel even of alles oké is met me. Tja moeilijk te beantwoorden want deze heftige bloeding is vast een teken dat het niet oké is maar nu ik de boel wat heb kunnen stoppen zie ik niet in wat er verder aan de hand is. Dus verder op naar de top, die zich maar niet aandient en telkens verschijnt er een nieuwe klim achter het hoogst zichtbare punt. Ondertussen eet ik wel even een mueslireep om ook weer even wat energie op te doen. Na tweeënhalf uur klimmen bereik ik de 600m hogere top. Even rusten, genieten van de zon maar voordat ik goed ga eten de eerste meters meteen maar even dalen. Dat gaat namelijk via een schuin plateau waar zelfs als het droog is al weinig grip te vinden is. Na een soort brunchstop in het zonnetje hop ik verder naar beneden. Als ik weer onder de bomengrens ben komt Manuel mij tegemoet. We dalen samen af terwijl we serieuze en grappige gesprekken in het Duits hebben. We komen steeds meer tegenliggers tegen zonder rugzak dus de bewoonde wereld is nabij! Het is sinds de bergtop een prachtig zonnige dag gebleven en het lijkt er niet op dat dit nog gaat veranderen. De telefoon krijgt weer bereik en we lopen het minidorpje Vizzavona in. Het heeft een treinstation maar bestaat verder uit twee refuges, een hotel en twee restaurants. En daarmee hebben we de noordroute van de GR20 succesvol uitgelopen! We checken rond 14.30u in bij een refuge en alleen daar zijn ook boodschappen te verkrijgen. Manuel komt er hier achter dat zijn pinpas het gelukkig ook in het buitenland doet, helaas kan hij geen contant geld opnemen in het dorp. Hij gaat de zuidroute ook nog lopen maar is bijna door zijn geld heen. Ik doe de boodschappen voor ons beider avondeten en als we het veld oplopen zie ik daar zowaar de Fransozen. Zij hebben de route onderlangs om de berg heen gelopen gezien de weersvoorspelling. Ook is 'papa' onderuit gegaan en heeft zijn pols gekneusd. Ze vonden het knap dat wij de heftige klim omhoog vandaag hebben gedaan. Ik vind het knap dat zij hier ook zijn aangekomen en vrolijk doorgaan met zuid. Ook al probeert Manuel mij nog te overtuigen van de zuid route, ik weet dat het hier voor mij eindigt. De veel te zware rugzak en de opgelopen pijntjes in de voeten kan ik prima nog een week door het 'gemakkelijkere deel' van de GR20 slepen. Maar of ik er nog van geniet; of de route op dit moment nog uitzichten of ervaringen brengt waar ik nog niet van verzadigd ben... Leuk om zuid nog open te houden voor een eventuele volgende keer, en de komende dagen eens nieuwe mensen en nieuwe avonturen tegen te komen. De avond met Manuel is heel gezellig. We eten samen bij zijn gasstelletje alsof we een getrouwd stel zijn en grappen over nazi's die mijn tentharingen kapot marcheren en Duitse reclames van Nederlandse kaas aangeprezen door Frau Antje. En als de avond valt duiken we onze tenten in, waarbij ik vandaag een hoofdstuk afsluit en er morgen daadwerkelijk een andere vakantie start.

4 september. Het is vandaag heerlijk wakker worden in de rust en met het zonnetje. Het is iets over 7; er zijn geen vroege vogels op deze refuge dus de natuurlijke wekker mocht vandaag aan de slag. Manuel is nooit een vroege vogel dus die zal pas laat in de ochtend vertrekken. Hij is wel al wakker en besluit ons op een uitgebreid ontbijt te trakteren zoals Duitsers dat doen; eieren, kaas, vlees... De tijd gaat daardoor hard en als ik alle spullen netjes droog heb opgeborgen is het bijna 10 uur en tijd om mijn trein naar Ajaccio te nemen. Ik heb besloten mijn vlucht te vervroegen zodat ik geen 8 maar 5 dagen over heb. Ik neem afscheid van Manuel en stap in de trein naar Ajaccio. Ondertussen zoek ik op de telefoon naar mogelijke plekken om te verblijven en dingen om te doen. 5 dagen in Ajaccio is veel dus ik zie een mogelijke camping op de hoek van het natuurgebied waar de trein ook stopt... Of beter gezegd 2 minuten geleden is gestopt... Gelukkig kan ik op het volgende station zo overspringen op de trein terug wat niet veel gebeurt op trajecten die maar 3x per dag worden gereden. De conducteur is er content mee en zo arriveer ik uiteindelijk op een stationnetje in niemandsland. Een dorpje is het niet, slechts een hoofdweg met wat opritten en na 30 minuten lopen langs de grote weg een camping. In de tussentijd heb ik telefonisch mijn vlucht en trein naar Nederland omgeboekt dus de korte vakantie kan beginnen. De kleine en rustige camping is een mooie plek om nog even te genieten van de natuur en stilte die ik ken van de bergen. De eenvoudige eigenaren doen hun moeite om met me te communiceren en zo helpen ze mij met wat ik nodig heb: een kookstelletje voor wat ik in hun shop kan kopen en ik krijg ook wat van hun eigen brood. Voor ontbijt ben ik ook te laat met bestellen maar voor morgenmiddag kunnen ze wel brood voor me regelen. Ik zet mijn tent op een rustige plek langs het kabbelende riviertje en gelukkig, zo blijkt een kwartier later, ver genoeg van het stel dat de hele dag de jointjes en speakers laat blowen. Ik zet mijn tent op, eet mijn buikje rond met ravioli en brood en verdoe een hoop tijd met lekker uitgeput op mijn plekkie zitten. Het is in het dal ook flink warmer en daardoor luier weer dan in de bergen. Tijd om even te verkoelen en wakker te worden in het riviertje. Een echte fijne plek om te chillen is er net niet hier. Ik kijk op maps wat er te doen is in de omgeving en het antwoord is ronduit niets. Toch iets te spontaan hier uitgestapt? Ik geloof dat er wel iets op mijn pad komt hier dus ga naar een plek verderop bij de rivier waar iemand een autowrak op de rotsen heeft geplaatst in maps twee weken geleden. Eens zie of die er nog is. Ik slenter langs de grote weg tot ik bij de plek aankom. Ik daal af naar de rivier en kom terecht in een prachtige zwemplek met rotsen, planten en watervalletjes waar de subtropische zwembaden van Center Parcs nog een puntje aan kunnen zuigen. En op een rotsenpartij ligt een autowrak op zijn kop net boven het water. Het lijkt wel of een kunstenaar het hier heeft neergelegd; de autoweg is hier ver vandaan en de auto is totaal niet verroest of vergaan. Ik vermoed dat deze met een overstroming is meegevoerd naar deze plek. De combinatie met de rustige natuurrijke omgeving maakt het een vreemde gewaarwording. Ik besluit om nog even door te lopen naar het enige restaurantje in de buurt aangezien er voor vanavond ook niet veel meer dan friet te verkrijgen was op de camping. Het restaurantje blijkt een soort strandtent aan de rivier met heerlijke loungeplekken en activiteiten zoals tafeltennistafels, een speeltuintje en... Twee beachvolleybal velden! De netten zien er strak en professioneel uit dus ik vraag de eigenaar eens hoe dat zit. Hij zegt dat ie morgen tussen 16 en 18u wel wat spelers verwacht. Het is een long shot maar onder het motto "geloof in de spontane momenten" besluit ik hier morgen weer terug te komen. De dinerkaart is pas vanaf 18.30u beschikbaar en het is 17u dus ik bestel een smoothie en een soort kaas-sandwich als avondeten en hoop ook morgen die lekkere zalm sandwich van de menukaart te kunnen proberen. Ik chill een klein uurtje op een loungebank aan het water terwijl ik op de telefoon wat plan voor de komende dagen. Het wordt 2 nachten Ajaccio waar ik een elektrische fiets huur die mij ook naar een Via Ferrata zal brengen. Als ik het plan rond heb ga ik weer rustig aan terug naar de camping. Mijn telefoon kan ik bij het washok even opladen en als ik wil gaan douchen valt de stroom in het gebouwtje uit waardoor iedereen in het donker moet douchen. Oeps, die telefoon was toch iets te veel van het goede. Gelukkig heb ik mijn hoofdlampje bij me en kan ik me nog even opfrissen voordat ik toch weer rond 21u mijn tentje induik.


Roadtrip 2020 deel 6

Dag 11 - Op naar de hoofdstad

De warme ochtend helpt ons om de dag goed te gebruiken. Nadat we alle gelekte straciatellakwark uit de koeltas hebben schoongemaakt lopen we een rondje over de muur en de binnenplaats van het kasteel. Het kasteel heeft weinig aanvallen hoeven weerstaan waardoor het er nog heel goed uitziet. We slaan het binnenbezoek deze keer over en gaan terug naar de auto. Na een rondje door het stadje gaan we op weg naar de echte hoofstad van Estland. Op de veerboot nemen we ons Gamma boodschappenmandje mee om op het bovendek te lunchen wat voor veel vreemde blikken zorgt. Op het vasteland rijden we naar de watervallen die de Nederlandse man ons aanraadde. Alleen al voor de verkoeling is het fijn om even dicht bij het vallende water te zijn. En de brede waterval weet dat in ruime maten te bieden. Na deze verfrissing rijden we door naar Tallinn. We vinden een studio op loopafstand van het centrum. Belangrijkste is dat het een privé parkeerplek heeft wat ons €5 per uur parkeergeld bespaart. Bij afwezigheid van een keuken pakken we ons gasstel weer om Amerikaanse pannenkoeken te bakken in de voortuin. Met volle buiken lopen we die avond naar het oude stadscentrum. Een prachtige hoge stadsmuur uit de middeleeuwen met veel torens omheint het oude stadje. De smalle middeleeuwse straatjes afgewisseld met grote kerken en statige gebouwen geven een Zuid Europees gevoel, alsof we in Italië of Kroatië rondlopen. De gebouwen zijn sfeervol verlicht en er is ook een deel op een heuvel gebouwd waardoor zowel van beneden als boven het mooie uitzichten geeft. Na een uurtje of twee de mooie stad verkennen brengt de route ons terug naar een koel en reeds gedekt bedje.

Dag 12 - Het begin van het eind

We hebben het gehaald. 4000 kilometer gereden om uiteindelijk de hoofdstad van Estland aan te doen. En dat ondanks alle reisbeperkingen. Inmiddels zijn we ook 11 dagen verder, wat betekent dat we weer onze reis richting huis moeten inzetten. En moeten zien of we dezelfde landen ook weer op de terugreis binnenkomen. Deze dag vult zich dan ook met veel kilometers. Het binnenland van Estland is wat glooiende dan de platte kust, maar spectaculairder dan West Duitsland wordt het niet. We rijden dicht langs de Russische grens maar de weg hiernaartoe is ook hier ver van tevoren al versperd. De enige problemen die we ondervinden bij het passeren van de Letse grens is het slechtere asfalt. Om bij onze beoogde slaapplek te komen moeten we ook nog eens een heel stuk onverhard rijden. Hoewel alle Letten inclusief een zware vrachtwagen met 80 over deze wegen scheuren vinden wij 20km/u al oncomfortabel genoeg. De slaapplek is vanouds. Afgelegen aan een meertje met en zelf gesprokkeld kampvuur en een maanloze sterrenhemel. Heerlijk om toch nog even te genieten van het prachtige buitenleven voordat ik mijn tent in duik.

Dag 13 - Vaarwel Baltische Staten

Ook vandaag is het inpakken en kilometers vreten. Gelukkig zijn de wegen verhard en omdat we niet de gebruikelijke hoofdweg kiezen maar de oostelijke route laveert het asfalt door afgelegen groene akkers en natuur. Persoonlijk hoogtepunt van de middag is tijdens onze lunchstop naast een dorpsweg met een flitskast. Op de flitsfoto van twee ambulances die met spoed voorbij komen staan ook drie poserende toeristen. Snel daarna treden we Litouwen weer binnen en met de vaart er lekker in rijden we het eind van de middag ook de laatste Baltische Staat weer uit. De landen waar we oorspronkelijk naartoe wilden, maar één dag voor vertrek de grenzen sloten voor Nederlanders. Maar de grenzen bleken niet letterlijk gesloten en onze roadtrip stond daardoor letterlijk en figuurlijk in het teken van grenzen verleggen. Of de grens opzoeken. Ach ja. Zodra we Polen binnenrijden zoeken we een verlaten dorpje waar we voor de kerk onze bivak opslaan en daarmee het inwoneraantal tijdelijk verdubbelen. Met een eenvoudige maar heerlijke maaltijd en een dobbelspel sluiten wij de dag tevreden af.

Dag 14 - Polen Polen en nog eens Polen

Niet gedacht dat we vier dagen in de auto moesten zitten om weer thuis te komen. En dat we een hele dag op de Poolse snelweg zouden zitten. We lunchen in de schaduw van een vrachtwagen op een snelwegstop en brengen de dag in de auto door zonder radioontvangst. Dankzij een draagbaar speakertje en redelijke internet ontvangst hebben we toch wat radio. Tussen de Duitse grens en Warschau hebben we aardig wat regen, toevallig op hetzelfde stuk als op de heenweg. Het doet ons wederom beseffen hoe het weer ons ontzettend heeft geholpen om te wildkamperen én van het buitenleven te genieten. Bij het naderen van de Duitse grens klaart het op en dat biedt ons de gelegenheid om voor de laatste keer deze trip te wildkamperen. Aan een zwemvijver vinden we een parkeerplaats waar we voor de laatste keer ons avondmaal in de buitenlucht bereiden. De aanwezige afspoel douche biedt een heerlijke verfrissing na al die uren in de auto en ik zie zowaar een dun maantje aan de heldere lucht verschijnen. Die avond is het nog één keer dobbelen, nog een potje kaarten en ik besluit daarna nog één keer naar het water te lopen om de sterren te bekijken. Want zelfs hier aan de Duitse grens zijn de vele sterren glashelder te zien. En tot mijn eigen ongeloof kan ik die maan die ik eerder nog zag nu nergens vinden. Wel twee vallende sterren. Alsof er in twee weken niets veranderd is. Ik ben niet de enige die geniet van de rustige heldere avond. Een vleermuisje fladdert boven het meer en kust het water in zijn zoektocht naar eten. Wat een heerlijk moment om de laatste avond mee af te sluiten.

Dag 15 - Nu is het dan echt voorbij

De nacht was onrustig. Van slechthorende hangjongeren naar dikke regendruppels, ik hoorde allerlei geluiden die ik nog niet eerder hoorde. Vroeg in de ochtend word ik wakker in een koude tent en kom niet meer in slaap. Vroeger dan normaal beginnen we ons laatste ochtendritueel en stappen we in de auto. Nu dan echt met bestemming thuis.

Terugkijkend naar de roadtrip hebben we weer veel gezien en geleerd over de Baltische Staten. Voor alle landen geldt: fietsers komen ook op de snelweg, je ziet veel elanden bordjes maar geen elanden, begraafplaatsen zijn in de open bossen, er rijden veel oude en nieuwe dikke auto's want je betaalt geen wegenbelasting en er zijn een hoop zandwegen waar je vervolgens vol gas overheen knalt met die dikke bak.

Litouwen wordt bewoond door meer ooievaars dan mensen, die paar mensen en hun huizen ogen typisch Oostblok. Letland is het meest nietszeggende land... Owja en de hoofdstad is Riga, de meest veelzeggende stad van de drie Staten. En dan heb je Estland. Het land waar zowel de mensen als de huizen Scandinavisch ogen. En die gelijkenis met dat gekke Finse taaltje maakt dat beeld compleet. Het land straalt veel meer welvaart uit en de prijzen zijn er ook naar.

Het landschap van de drie landen kenmerkt zich door veel plat - én platteland, dennenbossen en zachte zandstranden. De bedragen zijn in euro's maar de prijzen gelukkig nog niet. Wildkamperen kan er heel goed, zowel aan de kust als aan de vele meren in het binnenland. Naar de maan kun je lang zoeken, maar liever kijk je naar de prachtige sterrenhemel. En als je geluk hebt, wordt het tekort aan maanlicht gecompenseerd door een overvloed aan zonlicht. En dankzij dat prachtige weer kunnen wij ons gelukkig prijzen met een heerlijke roadtrip om op terug te kijken. En natuurlijk dankzij een geweldige vriendschap waardoor we dit jaar wederom die roadtrip zijn aangegaan. Dat je wekenlang op elkaars lip zit en beseft dat je er mag zijn, ook al ben je wat onhandig, ongeduldig, onuitstaanbaar of ruik je niet meer zo fris. Vrienden laten je van jouw beste kant zien, ook al is dat soms je stoutste kant. Die vriendschap zorgt ervoor dat je samen van elke dag een beleving maakt. En dan nog een speciale vermelding voor onze vierde reisgenoot waar we de hele reis op konden bouwen. Waar we 6150km met zijn drieën voorin konden zitten en beleven wat de roadtrip ons had te bieden. De auto die perfect past bij wat de Baltische Staten ons te bieden had. Geen pareltje voor de ogen, geen genot om je in te bevinden maar wel een hele bijzondere beleving. In een zomer vol reisbeperkingen, waar de vakantieplannen een maand voor vertrek zijn besproken en de auto een week voor vertrek is gekocht. Niemand van ons had toen gedacht dat wij deze zomer een onvergetelijke roadtrip zouden beleven. En dat we ondanks al het Corona gedoe de vrijheid zouden voelen om overal naar toe te gaan waar wij naartoe willen, overal te bivakkeren waar wij graag ons kamp wilden opslaan en van de multipla en de wereld ons thuis te maken. Dat is vrijheid en op deze manier beleef je die vrijheid meer dan ooit. Dat gevoel houd ik nog even vast. En als het dreigt weg te ebben... Dan zoek ik dat bevrijdende gevoel weer op in een nieuw avontuur.

Roadtrip 2020 deel 5

Dag 9 - Nu Estland nog!

Ja vandaag gaan we weer een landje verder! We rijden langs een oude industriele wijk van Riga om nog wat architectuur te bewonderen. We vervolgen onze weg naar een natuurpark waar we een stuk gaan lopen. Voor het eerst hebben we te maken met klimmen en dalen. Op deze warme dag en met een rugzak vol lunch en water was het dan ook een keertje werken voor ons. We lopen door bossen en langs een kasteel met een groot park eromheen. In de bossen zitten een aantal kleine grotten verstopt. Het biedt wat afwisseling in zowel de wandeling als de landschappen die we tot nu toe gezien hebben. Na een uurtje of 2 wandelen zijn we terug bij de auto en rijden we hoopvol richting het laatste land op ons lijstje, Estland. Ook Estland zit dicht voor Nederlanders maar grenscontroles hebben we tot nu toe niet gezien dus we gokken het erop. Twee uurtjes later rijden we zonder enig probleem Estland binnen. Het land geeft meteen een andere indruk dan Litouwen en Letland. De taal lijkt Fins, de wegen zijn goed, de huizen lijken Scandinavisch evenals de mensen. Als we bij Pärnu zijn aangekomen parkeren we onze auto bij het strand. We koken en eten pal langs de boulevard waarbij we naast elkaar zitten om niet met de rug naar de voorbijkomende mensen te zitten. Dit zorgt voor grappige momenten, waar de mensen opkijken van ons diner in de buitenlucht en wij op onze beurt weer naar de mensen kijken. Het is aapjes kijken voor beide kanten. In alle drie de landen zijn opvallend veel beachvolleybal velden te vinden en ook hier kunnen we er mooi gebruik van maken door met drieën een balletje te slaan. Als we onszelf moe hebben gespeeld lopen we een rondje langs de boulevard. Een paar openlucht barretjes en een café zorgen voor vertier bij de toeristen uit eigen land maar ook Frankrijk, Duitsland en Amerika. Wij zijn juist blij met het openbare toilet en de fontein ernaast die als wasplaats kan fungeren. Terug bij de auto zetten we onze slaapplekken op naast de paar campers en caravans. Met een kampvuurtje, marshmallows en live muziek op de achtergrond beleven we een heerlijk wildkampeer avondje. Ook de vele sterren vergezellen ons en de afwezigheid van de maan lijkt hier meer regel dan uitzondering.


Dag 10 - van het vaste land af

De nachten zijn steeds zachter en dat betekent ook dat we 's ochtends steeds vroeger ons bed uit gestoomd worden. Na een wasbeurt bij de fontein en het gebruikelijke ochtend ritueel rijden we door het toeristische stadje om de leuke huisjes te zien en rijden door richting Virtsu. Vanaf daar brengt de veerboot ons naar het grootste eiland van Estland. Op het bovendek staat een heerlijk koel windje en denk ik weer even aan Noorwegen en Nieuw Zeeland terug. In Estland is het rustig op de weg en zeker ook op het eiland waar weinig wegen zijn is het niet druk met auto's. Als we bij de supermarkt stoppen worden we aangesproken door een Nederlandse man die hier zijn tweede thuis heeft. Hij geeft ons wat tips die ook passen bij ons reistempo. We rijden door naar één van de meest karakteristieke gebouwen van het eiland en wellicht ook heel Estland. In het midden van de enorme akkerlanden staan ineens vijf oude graanmolens op een rij. Wat een ironie om als Nederlanders 4000km te reizen om molens te bekijken. De molens zijn duidelijk bij elkaar geplaatst om toeristen te lokken dus na een paar kiekjes gaan we maar weer door. Verderop vinden we een krater met een doorsnee 110 meter. Bizar om te beseffen dat deze door een meteoriet van één centimeter is geslagen. En dat Estland 0,075% van het landoppervlak beslaat maar wel 4% van de in totaal 118 meteorietinslagen kent. Mooi land dus maar niet veilig. Dat blijkt wel als Paul de waterpoel in de krater van dichterbij wilt zien en tot zijn enkels wegzakt in de blubber. Gelukkig weet hij zijn slippers er nog uit te trekken en is er bij de parkeerplaats een wc om ons en de Multipla een hoop viezigheid te besparen.

Niet veel later arriveren we in Kuressaare, de hoofdstad van het eiland. De stad staat bekend om het puntgave kasteel waar wij een parkeerplaats met strand erachter vinden. Mooie gelegenheid om onze BBQ eens voor de dag te halen en wederom een avondje op het strand door te brengen. Aan een rustig gelegen 'zeemeertje' kijken we uit op spelende gezinnen en uiteraard beachvolleybal velden die in dit geval ook goed gebruikt worden. Als we onze buikjes vol hebben spelen we zelf ook nog een balletje met op de achtergrond het verlichte kasteel. Dankzij de afspoel douches kunnen we ons na flink wat inspanning opfrissen en zoeken we weer voldaan onze bedden op .


Roadtrip 2020 deel 4

Dag 7 - Zon zee en zand 2

Deze ochtend ben ik vroeg wakker. Ik loop een stukje over de kust naar weer een betonnen puinhoop omdat op dit stukje de zon al schijnt. Terwijl de visjes over het water stuiteren typ ik mijn verslag en geniet wat van de zon en de rust. Als ik terug loop is team Multipla ook wakker en rijden we naar een plekje uit de bossen om te ontbijten. Een oud gebouw met een basketveldje ervoor is onze Sovjet ontbijtplek. We rijden richting Ventspils, een Hanzestad en tevens de rijkste stad van het land. De stad is inderdaad rijkelijk gevuld met oude karakteristieke gebouwen, maar het is niet vergelijkbaar met West-Europese Hanzesteden. De oude gebouwen doen denken aan het wilde westen. Later is de stad opgevuld met Sovjet barakken en weer later houten Scandinavische huisjes. Het is een willekeur aan architectuur en de haven kent een puur industriële uitstraling. Er staat een lange rij bij het zwembad dus we besluiten onze tijd beter te besteden aan het strand. Dus de middag bestaat uit zacht zand, volleybal en en verfrissende duik in het zoute water.

Voor onze overnachting rijden we de kustlijn af naar het noordelijkste punt. De lange rechte weg dwars door de natuur is uitermate geschikt om in lekker tempo doorheen te vliegen. Aangekomen in Kolka blijkt dit een zeer populaire badplaats te zijn. We dineren op een plateau aan het strand en wandelen daarna naar de noordelijkste punt. Met de zonsondergang in de rug lopen we langs de vele fototoestellen en stelletjes die het romantische moment aanschouwen. Veel bijzonders heeft de kust verder niet te bieden. We gaan terug naar de parkeerplaats en installeren ons tussen een paar andere campers en tenten. Er ligt aardig wat gesprokkeld hout wat ik probeer aan te steken. Op dat moment komt de buurman met een fles spiritus aan om even te laten zien hoe ze dat doen in Letland. Zijn kinderen komen nog wat dennetakken brengen en in no time hebben we 'zône grote vuurbal'. Wesley en Paul krijgen nog illegaal gestookte whiskey aangeboden en zo bewijzen de Baltdn zich wederom in hun gastvrijheid. Als het vuur zich matigt geniet ik weer van het oneindige sterrenspectakel. Ook vandaag is er weer geen maanlicht te bekennen wat mede zorgt voor een spectaculair zicht. Deze nacht duik ik in mijn tent zonder een vallende ster te hebben gespot, maar wel weer heerlijk genoten van de pracht van de natuur.


Dag 8 - Op naar Riga

Inderdaad, vandaag gaan we naar Riga. Met weer volop zonneschijn, wat toch redelijk uitzonderlijk is volgens de Letten, rijden we langs de kustlijn. Op deze warme zondag staat het vol met geparkeerde Letse auto's die allemaal verkoeling zoeken aan het mooie strand. Wij rijden door naar Jürmala voor een wandeling door het moeras. Er is een houten wandelpad door het moeras gemaakt waardoor het goed begaanbaar is. De wandeling duurt een uur en dat is in de volle zon niet bepaald aangenaam. Boven op de uitkijktoren is nog een briesje te vinden. Op de terugweg richting de parkeerplaats eten we een ijsje om weer wat te verkoelen. We lopen bijna over een slang heen die het pad oversteekt. Terug in de auto stellen we de navigatie in op Riga. De meest bezochte Baltische plek onder toeristen. Het is een mooie stad met zowel klassieke als moderne architectuur. We regelen een appartementje, komen even bij onder de airco en maken ons op voor een stadswandeling. Door een mooi groot park lopen we naar het oude centrum vol kerken, oude gebouwen en stadsmuzikanten. Bij een sjiek maar voor toeristen betaalbaar restaurant achter de grote kerk ontdekken we culinair Letland. Normaal zoeken de toeristen hier het nachtleven op maar veel toerisme is er niet door Corona maar gelukkig waren we daar toch niet voor gekomen. Wij genieten meer van een warm bad en het Letse karaoke kanaal op tv waarna we ons bed en slaapbank opzoek

Roadtrip 2020 deel 3

Dag 5 - Litouwen vanuit de auto

Dankzij een lekker warm dekentje is de nacht een stuk aangenamer verlopen. Net als in Warschau weet de groenvoorziening weer vroegdag onze achtertuin te bezoeken. Als ik mijn tent openrits zie ik een oude man uit het water lopen. Ik volg zijn voorbeeld, trek een zwembroek aan en loop het water in tot ik lekker opwarm in het ochtendzonnetje. Wesley komt al snel de camper uit om even op te frissen. Terwijl nieuwsgierige visjes aan mijn tenen snuffelen zien we een Litouws stel op leeftijd aan komen rijden om ook even een duik te doen. De vrouw praat volop tegen ons, ondanks dat ze merkt dat wij er niets van verstaan. Als we allemaal opgefrist zijn stappen we in de auto richting de dichtstbijzijnde garage. Daar zien we een auto met een wit kartonnen Nederlands kenteken geparkeerd staan. De jongen die aardig Engels spreekt blijkt regelmatig schadewagens uit Nederland te importeren. Ons geluk dat hij daardoor Engels kan én ons graag uit de brand helpt. Terwijl hij olie en een filter gaat halen ontbijten wij op de stoeprand. Als de auto op de brug staat zien wij voor het eerst de onderkant van onze verse aanwinst. We ontdekken meteen dat we tóch een reservewiel bij ons hebben. Dat verandert niet veel aan de situatie, zonder een sleutel om deze te kunnen verwisselen. Na de olie wordt de koelvloeistof nog even bijgevuld en kunnen we onze watervoorraad aanvullen. Na het afrekenen van een verwaarloos bedrag vervolgen we onze weg naar de kust. De radio ontvangst is matig evenals de muzikaliteit van het aanbod. Met drie man voorin en genoeg te zien en bespreken vliegen de kilometers voorbij. We arriveren bij de veerboot die ons naar de Koerse Schoorwal brengt. Het halve eiland is een trekpleister voor toeristen. Voornamelijk Litouwers maar dat kan ook vanwege de Corona situatie zijn. We rijden door een bosrijk gebied tussen de duinen van de Baltische zee en het binnenlandse meer richting de Russische grens van Kaliningrad. Dicht bij de grens ligt Nida, het grootste dorpje op dit eiland. Hier spotten we onze eerste mede Multipla van onze trip. Nee je ziet deze auto nauwelijks rijden. Het bizarre is dat het hier óók om Nederlanders gaat. Een volk dapper genoeg om de Multipla te rijden. We rijden naar de enige camping op het eiland en hebben geluk dat er nog net een plekje vrij is voor ons. Als de receptionist ziet dat ik uit Nederland kom vraagt hij of wij niet in quarantaine moeten. Ik lach en vertel hem dat er geen spannende maatregelen zijn. Hij vindt het maar moeilijk te geloven en zal wel blij zijn dat ik toch een mondkapje draag (zoals in alle bezochte landen verplicht is). We besluiten de grote tent op te zetten om daar met zijn allen in te slapen vannacht. Niet alleen de multipla maar nu ook de tent zorgt voor veel bekijks. De enorme tent beslaat het halve trekkersveld en de tenten achter ons staan opeens in de schaduw. Die avond bedenken we wat ideeën voor onze Multipla en de mogelijkheid deze te verhuren na onze eigen trip. Als het donker is duiken we de slaapcabines in om verder te dromen van auto's.


Dag 6 - Zon zee en zand

Deze ochtend kunnen we onszelf weer trakteren op een heerlijk warme douche. Als we alles weer hebben ingepakt rijden we naar een uitkijkpunt waar we zowel de zee als het meer kunnen zien. Beneden bij het meer aangekomen blijkt er niet veel bijzonders meer te zien. We besluiten over het strand te lopen tot we een ander pad terug naar boven vinden. Het zand is ongekende zacht waardoor het erg prettig voelt aan de blote voeten. Ik zie een ruggengraat van visgraatjes en wijs de heren hierop. Maar al snel blijkt dit niet zo bijzonder te zijn. Het hele strand ligt bezaaid met dode vissen, net aangespoeld tot ver vergaan. De wandeltocht wordt langer dan verwacht doordat alle duinopgangen zijn versperd. Het zachte maar mulle zand brengt ons naar de grens met Rusland, waar een eenvoudig hekje ons vertelt dat we niet eerder mogen. Het marineschip verderop in het water maakt meer indruk om ons aan de Litouwse kant te houden. Gelukkig loopt er een duinpad langs de grens terug naar het uitkijkpunt. In de volle zon strompelen wij de duinen af en maken de frisse douchebeurt van vanmorgen ongedaan. Terug bij de auto verkennen we Niga nog even en lopen naar de weinig spannende vuurtoren alvorens we koers zetten richting Letland. Na twee uur passeren we de onbewaakte grens en kunnen we een nieuw avontuur starten. Het eerste plaatsje wat we aandoen staat in pijnlijk contrast met Niga. De troosteloze buurten worden gesierd door verval en de buitenwijken bestaan uit grote betonnen Sovjet gebouwen met verroeste hekken er omheen. We rijden naar de kust waar een enorme batterij verdedigingsbeton door een landverschuiving in zee gebrokkeld is. De pracht van de Baltische kust wordt hier overschaduwd door de gruwelen van het verleden. Aan de rand van het strand bereiden we ons avondmaal. We mogen genieten van een prachtige zonsondergang aan zee. Terwijl de zon vertrekt doen de vele muggen hun intrede. Zonder muggengaas in de camper is onze conclusie al snel dat dit niet onze slaapplek wordt. We rijden naar een parkeerplaats verderop waar een verlaten bunkercomplex tussen de bomen verscholen ligt. We verkennen het spookachtige gebouw in de schemering en komen tot de conclusie dat de muggen hier niet graag komen. Toch zoeken we zelf ook naar een meer sfeervolle plek om wakker te worden. Die vinden we aan een doodlopend zandpad bij het strand iets verderop. We genieten nog even van het oneindige uitzicht op de rustig golvende zee. De maan is nog niet zichtbaar waardoor de vele sterren hun kans zien zich weer in volle glorie tentoon te stellen. Na één vallende ster besluit ik toch voor mijn warme slaapzak te kiezen.

Roadtrip 2020 deel 2

Dag 3 - Onder de radar

Vandaag gaan we naar de Litouwse grens. Litouwen en Estland hebben sinds gisteren de grenzen gesloten voor Nederlanders en andere EU lidstaten. Daar gaan onze roadtrip plannen om de Baltische Staten te bezoeken. We besluiten zelf te zien hoe de situatie aan de grens is. Dankzij het verdelen van de bestuurderstaken komen er al snel richting de grens. Er rijden veel vrachtwagens en we gaan er van uit dat de snelweg wel degelijk een grenscontrole kent. 10km voor de grens steken we een zandpad op en navigeren onszelf naar een onbegaanbaar pad dat wordt geblokkeerd door een roestig hek. Paul gaat op verkenning achter het hek maar zelfs veelzijdige Multipla is niet gemaakt voor deze afgesloten weg. We draaien om en proberen de volgende binnenweg. Enkele onverharde kilometers later waar we nog geen 30 km/u rijden komen roept Wesley "ja we zijn nu in Litouwen!". Van een grensaanduiding is geen sprake maar de verlossende woorden gaven ons een euforisch gevoel. Na 20 minuten draaien we weer de snelweg op en rijden we in Litouwen alsof er niets aan de hand is. In de supermarkt komen we er achter dat we de vertrouwde euro weer kunnen gebruiken. We rijden naar een groot meer waar we een mooi plekje vinden om te dineren en overnachten. Tussen de Duitse transporters is onze Multicamper een unieke verschijning. We zetten onze campingtafel op de steiger om te koken en dineren met uitzicht op het meer en het oude kasteel op één van de eilandjes. Een Litouwse vrachtwagenchauffeur maakt een praatje met ons en ook één Duits stel deelt wat ervaringen met ons. Het wordt al snel donker in deze andere tijdzone dus we maken snel onze slaapplekken klaar. Die avond zitten we aan een kampvuurtje en als ik opkijk waan ik me terug in Nieuw Zeeland. De heldere nacht brengt ons een adembenemende sterrenhemel. Grote sterren, kleine sterren, sterrenwolken, ik waan me in het decor van een fantasiefilm. Nog nooit zag ik zoveel sterren op het noordelijk halfrond. Ik ben nog nauwelijks bekomen van deze 180 graden filmsetting als er een hoofdrolspeler op toneel verschijnt. Of beter gezegd voorbijflitst. Een vallende ster breekt het serene stilleven. Waar ik in Nederland 's nachts de stad uit ben gefietst om na een half uur een vallende ster te spotten krijgen we die hier er als bonus bij. Wie had er gisteren gedacht dat we deze avond in Litouwen in het gras zouden liggen om vallende sterren te spotten bij een kampvuur. Momenten als deze maken de combinatie roadtrippen en wildkamperen zo onevenaarbaar. Het blijft niet bij die ene vallende ster. Het "wauw!" moment wordt ingeluid door een vallende ster die met haar lange felle staart de sterrenhemel door midden snijdt. Met alleen telefooncamera's op zak krijgen we dit nooit vastgelegd zoals het op ons netvlies gebrand staat. Met moeite neem ik afscheid van de pracht van de nacht en duik mijn tentje in.


Dag 4 - Een frisse start

Vannacht heb ik mijzelf met moeite warm gehouden. Waar een deken de afgelopen nachten nog een marteling was, had deze afgelopen nacht op een warm welkom kunnen rekenen. Dankzij een felle ochtendzon word ik toch nog mijn tent uitgestoomd. Wesley heeft inmiddels al een duik genomen en Paul en ik trekken onze zwembroek aan om ook op te frissen in het heldere meer. We drogen op met een naaktfotoshooten op de steiger en gaan dan op pad richting het kasteel. Nou ja, eerst even kleren aan. Het kasteel biedt weinig bijzonders maar zorgt voor een toeristische invulling van de ochtend.

's Middags rijden we door het centrum van Vilnius voor een eigen stadstour. Vanuit het uitzichtpunt verderop kunnen we de vele kerken aanschouwen, inclusief de Ascension kerk die op het bordje vertaald is als Church of Assumption. Meer dan dat lijkt de hoofstad niet te bieden dus op naar het volgende punt. Het geografische middelpunt van Europa. In Litouwen?! Ja daar ja. Meer dan een reeks vlaggen en een windrooster is het niet, maar toch leuk om hier even te stoppen. De route vervolgt richting de Westkust waar de verbinding met Kaliningrad ligt, het afgezonderde stuk Rusland. We rijden binnendoor door een nationaal park wat mooi wegen en uitzichten oplevert. Tegen de avond begint de Multipla te piepen. Het duurt even voordat we op de display zien dat er iets met de olie is. Toch gaat het olielampje niet aan. Toevallig rijden we langs een mooie plek langs het water om ons te installeren. We hebben een gezellige avond met wat volleybal, koken op de grillplaat en nog wat potjes Dudo. Morgen maar eens een autogarage opzoeken voor een olie verversing.

Roadtrip 2020 deel 1

Dag 1 - op naar Polen

Het is zondagochtend 9 augustus als we onze spullen inladen. Na een week klussen aan onze Multipla blijkt de tetris exercitie om zoveel mogelijk spullen mee te nemen niet zo ingewikkeld. De grote blokkerige Fiat is groot genoeg voor 6 personen of een bedrijfslading, en nu blijkt hij een tweepersoonsbed en kampeerbagage ook moeiteloos te herbergen. Het is met name de warmte al zo vroeg op de ochtend die ons op de proef stelt. We prijzen ons gelukkig met de airconditioning in de auto, daar we eerst hebben gekeken naar een Multipla zónder koelknop. Inmiddels is het gedrieën voorin zitten niet meer nieuw voor ons maar toch zorgt het ook deze ochtend weer voor een brede lach op ons gezicht. De Multipla roadtrip kan beginnen!

Zonder files verslinden we vele autobahn kilometers. Bij 130 km/u klinkt de motor niet echt op zijn gemak maar met de radio een tikkie harder gaat deze snelheid comfortabel en probleemloos. Bij 140 km/u trillen de passagiers van hun stoel waardoor je door hen meteen gecorrigeerd wordt op te hard rijden. De zit positie is vergelijkbaar met een busje wat voor een heerlijk overzicht voor de drie voorpassagier zorgt. De hoek naar het gaspedaal is voor de bestuurder daardoor wel wat oncomfortabel op de lange termijn. De beenruimte is zelfs voor de middelste persoon niet slecht, maar blijkt nog vele malen beter als deze met zijn linkervoet het gaspedaal bedient. Deze menselijke cruise control optie blijkt een win-win voor bestuurder en middenpassagier.

Bij iedere pitstop wordt de meerwaarde van de airconditioning weer duidelijk. Rond 19u begint het wat af te koelen en stopen we langs de snelweg om onze eigen kipschnitzels te bereiden, 20 meter van de KFC.

We rijden nog een uurtje door en zoeken in het donker een plek om onze Multipla om te toveren tot slaapplek. Bed uitklappen, gordijntjes ophangen en voor mij een tentje ernaast. De proof of the pudding of de hele camper constructie uitpakt zoals we gehoopt hadden.


Dag 2 - Warschau

Na een heerlijke nacht stap ik uit mijn tent om de ervaring van de Multicamper eens te polsen. Alle gordijntjes nog dicht maar wel een stoel uitgeklapt naast de auto. Al snel komt de eerste naar buiten en komt met de volgende conclusie: comfortabel matras, omdraaien = klemzitten tegen het plafond en temperatuur schommelt enorm. Eens zien of we deze ervaring de komende twee weken kunnen verbeteren. Terwijl we de boel weer rijklaar maken komt er een oude vrouw langsrijden die met handen en voeten duidelijk maakt dat dit open grasveld haar gebied is en of we willen vertrekken. Nou daar waren we toevallig net mee bezig. Dit maakt het wel lastig om te ontdekken welke niet omheinde plekken openbaar terrein zijn en welke privé eigendom. We rijden naar een parkje in de buurt voor ons ontbijt alvorens we onze reis naar Warschau vervolgen.

Na een uurtje rijden komen we aan bij een gespecialiseerd bedrijfje die voor een prikkie windvangers voor de Multipla heeft liggen. Daarmee kunnen we droog en veilig de ramen openen tijdens het kamperen. Via AirBnB vinden we een net appartement waar we zelf kunnen inchecken met de code. De middag willen we gebruiken om nog wat van de stad te zien. Het is een half uurtje lopen, maar zodra we drie groene stepjes zien is de keuze snel gemaakt om zoevend naar de stad te gaan. De besturing is even wennen maar al snel sjeesen we met 25 km/u tussen de voetgangers en fietsers door naar het Uprising Museum. Mondkapjes hebben we gelukkig al bij ons maar hier worden ook plastic handschoentjes verschaft om zogenaamd corona proof het museum te bezoeken. Ter compensatie mogen we gratis naar binnen. Het museum weet ons niet te raken. De tentoongestelde spullen zijn niet spraakmakend en de meeste informatie wordt met rommelige tekstborden en filmpjes vertoond. Jammer, want deze stad kent zeer indrukwekkende en gruwelijke momenten in de tweede wereldoorlog. De beelden van de verwoeste stad en de historie van de opstand die daaraan vooraf ging blijven mij wel bij na dit museumbezoek.

Met de elektrische stepjes vliegen we naar het park van waaruit onze wandelroute langs standbeelden en paleizen met als eindpunt de oude markt. De kleurrijke gebouwen in het oude centrum zijn een groot contrast met de levenloze sfeer die in de stad hangt. Ondanks de redelijke drukte is er van gezelligheid geen sprake. Ook de uitzichtpunten worden verpest door willekeurige moderne gebouwen. Het is een warme avond dus we gaan op zoek naar een plek waar we lokaal kunnen eten maar het liefst wel buiten op het terras. Het centrum zit vol met toeristische restaurants dus we nemen de step richting ons appartement en houden onderweg onze ogen open. Dat is niet makkelijk want deze stepjes blijken veel harder te gaan dus onze aandacht is vooral gericht op het verkeer waar we tussendoor vliegen. Uiteindelijk vinden we onderweg een Poolse vreet schuur waar in een oktoberfest sfeer de kilo's vlees en liters bier over de tafel gaan. Een heerlijke aardappelpannenkoek met goulash later lopen we terug naar ons appartement. Nadat ik twee hete dagen van me af heb gedoucht spelen we nog een paar potjes Dudo voordat we ons bed opzoeken.