Oost Afrika 5
20 februari
Na een goede nacht en een matig ontbijtje stappen we in de taxi naar het vliegveld. Bij het vliegveld moeten we uitstappen en lopend door een metaaldetector waarna we weer kunnen instappen en verder rijden. We moeten een beetje haasten want ik heb een vlucht om 10 uur en we zijn na 9 uur op het vliegveld. Na de eerste security check nemen we afscheid van elkaar en check ik in voor mijn vlucht naar Nairobi. Ik kan meteen doorlopen en ben de laatste die het vliegtuig instapt. Geen tijd weggegooid met wachten dus. Na een uurtje kom ik in Nairobi aan. Ik wissel geld en regel een taxi naar mijn booking.com hotel met de dubieuze naam Welcome. We rijden door een veel meer westerse stad dan Kampala was en komen aan in de straat van mijn hotel. Maar geen plek die zo heet, en het adres op mijn app is ook vaag. Na lang zoeken en vragen blijkt het een soort studio complex te zijn waar iemand er eentje van onderverhuurt. De plek is best ranzig en lijkt niet in een goede buurt te zijn. Tijd dus om de stad maar te verkennen. Ik spreek via WhatsApp af met een walking tour gids en ga op pad richting het centrum. Onderweg loop ik langs erg rommelige wegen. Mijn plastic afval kan ik nergens in een prullenbak weggooien maar elke vijf meter is er op straat wel een plek waar ik het kan weggooien zonder het milieu nog verder te kunnen schaden. Om geen onveilige situaties te krijgen loop ik vastberaden tussen de lokale bevolking rond. Na tien minuten kom ik op een straat bezaaid met kapotte auto's aan de rechterkant, kleine schuurtjes waar mannen buiten aan auto's sleutelen en ik zigzag tussen de mannen door over een verzameling auto-onderdelen en kapotte autoruiten. Dit is duidelijk geen plek om 's avonds nog rond te lopen. Ook de drie straten die volgen voldoen aan dat criterium, waar de stoep krioelt van de mensen die alle kanten op gaan, de straat volstaat met personenbusje en lijnbussen die alle richting op rollen en motoren en wandelaars die zich daar weer tussen wurmen. Ik besluit ook de route tussen het kruipende verkeer door te nemen in plaats van op te lossen in de mensenmassa. Als ik 'uptown' bereik verandert het straatbeeld direct. Grote. Brede straten waar het weinige verkeer beheerst over de rijbanen rijdt en ook op het trottoir is er meer dan genoeg ruimte voor mij en mijn cowboyhoed. Tussen de moderne kantoorgebouwen ontmoet ik de gids, een klein mannetje met een half Aziatisch uiterlijk. Hij geeft aan dat ik ook meer overkom als een local dan toerist dus missie geslaagd. We lopen naar het spoorwegmuseum waar nog twee Mexicaanse vrouwen aanhaken voor de toer. Ondanks dat ik had aangegeven niet geïnteresseerd te zijn in musea stond hij er op dat we deze wel deden. En ik begrijp al snel waarom. De gids vertelt enthousiast over de geschiedenis van de Britse kolonisatie, de spoorweg van Mombasa naar Uganda die daaruit volgde en de stad Nairobi die daaruit is ontstaan. Na deze historische les gaan we nog naar een hoog gebouw om op het dak de stad te bekijken. Interessant is om het verschil tussen de oude en nieuwe stad te zien, maar vooral ook het national park dat tegen de stad aan ligt. Via een aantal standbeelden lopen we naar het einde van de route. Inmiddels is het al schemerig geworden en de gids wijst me een veiligere route terug naar mijn hotel. Daar loop ik dan in het donker over straat in de stad met de bijnaam Nairobbery... Ik loop mee in de stroom studenten een werkers wat prima gaat. Totdat ik aan de verkeerde kant van de weg uitkom en via marktkraampjes en geparkeerde transportbusjes met de chauffeurs chillen op het parkeerplaatsen moet oversteken. Uiteindelijk lijkt er weinig risicovol aan, het is gewoon druk en donker. De laatste straatjes zijn rustiger en iedereen doet daar gewoon zijn ding dus zo kom ik ongeschonden terug bij mijn studio. Als ik plaatsneemt in de lokale friettent volgepropt met locals kijkt iedereen me erg vreemd aan. Je blijft toch een uitzondering als blanke in dit gebied. Dat blijkt ook wel als ik de rekening krijg, die dubbel zo hoog is als de prijzen die op de borden staan aangegeven. Als ik een vraag stel om het beter te begrijpen, komt de serveerder zonder blikken of blozen noch excuses terug met 'de correcte rekening'. Tja hij kon het proberen toch? Als ik op straat nog wat fruit koop word ook hier bij het geven van wisselgeld even gecontroleerd of deze blanke jongen met teveel geld goed oplet. En zo voel ik mij nu al meer een wandelende portemonnee in Kenia dan in Oeganda. Morgenvroeg begint mijn 11 dagen durende toer met safari's in Kenia en Tanzania. Erg benieuwd wat mij te wachten staat! Nu eerst proberen wat te slapen in de muffige studio zonder klamboe aan de rumoerige straat.
21 februari
Om 6.30u sta ik buiten voor de chauffeur die mij oppikt, maar die doet er wat langer over. Als ik even Wi-Fi regel bij het friettentje blijkt de chauffeur al te hebben gebeld om aan te geven dat hij later is. Als hij arriveer brengt hij mij naar het kantoor waar ik de safari heb geboekt voor de betaling en instructie. Een standaard verhaal dat ik al op papier had en een T-shirt van het bedrijf rijker stap ik weer in een andere taxi samen met de jongen van het kantoor. We worden naar een dubieuze steeg gebracht waar een blonde vrouw staat te wachten met een soort gids. Daar stap ik met de vrouw in weer een andere auto die ons naar de plek zal brengen waar we zullen aanhaken bij de safari groep. Onderweg komen we nog langs een uitzichtpunt van de Great Rift Valley waarbij het uitzicht wordt geblokkeerd door tientallen souvenir winkeltjes. Ik maak al snel duidelijk dat aan mij niets te slijten valt maar de Britse dame is toch nog heel wat tijd kwijt in één van de winkeltjes. Als we verder rijden komen we bij het pickup punt voor de safari. We doden de wacht tijd met het fotograferen van karren met ezels ervoor en ik help een groep mannen om een kapotte auto de heuvel op te duwen. Uiteindelijk wachten we hier twee uur voordat er een safari busje aankomt met daarin al een jonger Frans stel. Onze gids Anthony brengt ons naar een plek waar we lunch hebben en uiteraard souvenirs kunnen kopen. Een buffet van rijst, noedels, groentenstoof, warme salade en doorgekookt vlees dient hier de innerlijke mens. Uiteindelijk komen we om 16 uur aan op een camping met bungalowtenten en zelfs een eigen badkamer. Het is minder eenvoudig dan gewend en verwacht, maar doordat de tent van binnen donker is voelt het toch wat muffig en akelig met mogelijke beestjes. De Britse dame heeft haar overnachten omgeboekt naar meer luxe dus die wordt naar een andere plek gebracht.
Er is geen avondprogramma dus met het Franse stel speel ik nog een spelletje Backpacker waarin je met kaarten van alle landen probeert een mooie reis te creëren. Toevallig zijn de eerste twee kaarten die ik in mijn handen krijg Holland en Uganda. We hebben alle drie geen interesse in een bezoek aan het Masai dorp waar we veel slechte verhalen over horen, maar lopen nog een klein rondje door het gebied. Als ik daarna wil douchen kom ik wéér een maden nest tegen in de tent en de mieren hebben het nest ook al gevonden dus ik wordt overgeplaatst naar een andere tent. Helaas kom ik daardoor later aan bij het buffet met veelal dezelfde dingen als vanmiddag maar de ananas is al weggekaapt door de andere mensen op de camping. Na het eten spelen we nog een spelletje perudo en dan gaan we op tijd naar bed.
22 februari
Vannacht was dramatisch. Om 2.30u ging de wekker van de tent naast me af met een irritant nummer. Na twee keer draaien stopte deze maar 5 minuten later ging deze weer af. Inclusief meerdere keren snoozen ging dit een uur door. Daarna hoorde ik continu andere buren kletsen, een half uur douchen, en om 5 uur ging dezelfde wekker weer een tijd door af. Gemarteld zit ik aan het ontbijt van 5.45u zodat we 6 uur kunnen vertrekken zoals afgesproken. Maar Anthony zelf komt een half uur later aansjokken en neemt nog even rustig een koffie. Ik heb even tijd om iemand van het personeel te verzoeken mijn buren aan te spreken, en als ik mijn contactpersoon van het boekingskantoor, Kelvin, een update geef zit hij er meteen bovenop en neemt ook contact op met de camping. Als Anthony klaar js pikken we Posh Safari op en uiteindelijk zijn we pas 7 uur in het park. Meteen zien we veel dieren zoals antilopen, zebra's, giraffen, gnoes en waterbuffels. Er zijn veel safari jeeps op pad die een stuk makkelijker door de diepe kuilen rijden dan ons busje. Als we door een diepe kuil met wat water rijden raken we een grote steen waardoor we vast komen te zitten. Het lukt Anthony om de bus er weer uit te krijgen en vervolgens ligt hij een tijdje onder de bus omdat de bus niet meer goed optrekt. We kunnen verder maar elke kuil en hobbel is nu extra spannend. Met een manke bus proberen we in de buurt te komen van een groepje jeeps die op een moeilijk stuk terrein staan. Daar aangekomen vangen we nog net een glimp op van een leeuwen koppel dat relaxt in het gras ligt. Als de twee besluit weg te lopen verplaatsen alle jeeps zich voor een goed zicht, zodanig dat ze praktisch de weg van de leeuwen blokkeren. Na deze ongemakkelijke jacht op de leeuwen rijden we verder maar Anthony lijkt meer bezig met zijn kapotte transmissie dan met wild spotten. Later stoppen we op een plek midden in het park wat blijkbaar een autogarage is. Dus hier kruipen de mannen onder de auto om het mankement te fixen. Bijzonder om midden in een NP een autogarage te hebben wel handig in dit geval. Nog net voordat we levend zijn verbrand kunnen we weer op pad. De auto doet het weer maar voorzichtigheid is geboden dus we keren vaak om als de kuilen in de weg te diep zijn. We spotten deze ochtend nog een boom vol bavianen, een groep olifanten die de weg oversteken voor onze neus, de nationale kraanvogel van Oeganda. Met het dak omhoog geklapt is het ideaal om lekker de benen te strekken, dieren in het gras te kunnen spotten én rijwind en schaduw te hebben. Dan rijden we naar een boom omringd door jeeps. Daar liggen een paar mannenleeuwen te slapen inclusief vier ukkies. Een van de ukkies kijkt af en toe verbaasd om zich heen. En terecht, want de jeeps staan zo dichtbij dat het erg onnatuurlijk oogt. Eén jeep is een laag model met een tent constructie die geheel open is, waardoor de inzittenden als ontbijtbuffet worden gepresenteerd aan de grootse mannenleeuwen 4 meter verderop. Gelukkig voor de pensionado's in de buffetbak is Mufasa kieskeurig in zijn dieet. Als we verder rijden zien we nog een hyena chillen in een klein watertje langs de weg. Iets verderop stoppen wij om te picknicken onder een boom. 's Middags worden we nog getrakteerd op meer olifanten, hyena's, jakhalzen, en een uitgebreide sekssessie van twee wrattenzwijnen. Safari is gek genoeg erg vermoeiend met de slechte wegen, hitte en continu de omgeving scannen. Of dat laatste echt nodig is weet ik niet, want Anthony rijdt gewoon hard over de wegen en stopt pas als we een dier tegenkomen dat duidelijk zichtbaar is. Of nog erger, rijdt hard door totdat hij het dier bijna aanrijdt, het van schrik verser wegloopt en dán stopt zodat wij nog een foto kunnen maken van een gestrest dier of vaak alleen diens kont. En als we nog een keer naar de boom met slapende leeuwen rijden, want dat is natuurlijk makkelijk scoren, is hij zo dichtbij dat wij met onze zoomlenzen niet eens het hele dier op de foto krijgen. Waar we 's ochtends nog een stop hadden bij een toiletgebouw in het park dat tot mijn verbazing ook nog eens super schoon was, gaat de middag in één keer door. Om 19u rijden we met de ondergaande zon en het park achter ons weer naar de camping. Bij de gate kan ik eindelijk naar het toilet en dan blijkt dat het dubieuze eten of water hier ook mij te veel was. Terug op de camping neem ik een douche in het donker vanwege stroomuitval. Bij het diner nodig ik een Chinese vrouw die alleen zit uit om bij ons te komen zitten. Ze spreekt slecht Engels maar verstaat het wel goed. Na de maaltijd moet ik abrupt wéér naar het toilet. Als ik terugkom van een onaangename sessie hoor ik dat de Chinese vrouw veel had vertelt over het onveilige gevoel dat ze heeft in haar thuisland. Iedereen is moe dus geen spelletje vanavond maar meteen het bed in.
23 februari
Vannacht totaal geen rumoerige buren meer gehad gelukkig. Desondanks was ik nog steeds vanaf 2.40 uur wakker vanwege buikpijn en wc bezoeken. We konden vandaag langer uitslapen wat betekent dat ik vooral veel tijd te doden heb. En zelf een rondje lopen in de omgeving in de natuur is in deze landen helaas geen optie. Dus dood ik de tijd op de camping waar de aapjes de tenten afstruinen om al het overgebleven eten op te ruimen. Nouja... Ook al het afval in de prullenbakken wordt vakkundig weggehaald voor eventuele etensresten en nu ik dit zie ben ik iets milder naar de mensen over al het afval op straat. Ik heb geen behoefte aan het toch al magere ontbijt, en wacht inmiddels alweer 20 minuten langer dan afgesproken totdat Anthony arriveert. Nog één keer naar de wc en dan volgt een lange rit naar het volgende park Lake Nakuru. De tijd wordt gedood met verhitte discussies over de ongelijke positie van vrouwen in onze samenleving en over de 100 dollar parkentree die iedereen heeft betaald voor de eerste avond maar niet is ingezet. Als er Anthony vragen hoe dit zit en waar dit geld dan is gebleven krijgen we geen duidelijk antwoord maar wel een geïrriteerde gids. Terwijl iedereen op onderzoek gaat bij hun boekingskantoor stoppen we voor een lunch waar ik niet meer dan een beetje rijst probeer te eten. 's Middags vervolgt de route over een drukke tweebaansweg vol vrachtwagens waar de gevaarlijkste inhaalmanoeuvres plaatsvinden. Anthony rijdt gelukkig defensief en haalt pas in als het wat rustiger wordt. Terwijl de anderen nog hele gesprekken met hun boekingskantoren hebben is Kelvin ook nu weer ontzettend ontzorgend voor mij: wij regelen dat jij je geld terugkrijgt van ons, ga vooral genieten van de trip. Wat een geweldige inzet van een boekingskantoor dat ik ook min of meer willekeurig had uitgezocht! Na een slopende rit met mijn knieën opgevouwen komen we in het donker aan in een hotel dichtbij het park. Het aanbod van het dinerbuffet is erg mager, gelukkig voor mij is mijn eetlust nog magerder. Liever ga ik snel mijn bed in.
24 februari
Vannacht wel zes keer naar het toilet geweest. Ik voel me gebroken met zo weinig slaap en energie, zodanig dat ik zelfs wat koorts voel. Ik sleep mezelf naar beneden, skip het ontbijt en wacht tot Anthony 20 minuten te laat binnen komt sjokken. Als we bij de park ingang aankomen heeft hij een probleem met zijn telefoon waardoor we weer 20 minuten vertraging oplopen voordat we eindelijk starten. Al snel zien we het busje staan dat voor ons reed en wel meteen het park in kon. Dus daar moeten we iets spectaculairs hebben gemist. We zien nog net een groep leeuwen voor hen de weg oversteken. Verderop in het park spotten we een giraffe soort die in niet veel parken voorkomen, rijden we langs een meer met veel pelikanen en dan komen we bij de hotspot van dit park, de neushoorns. Drie grote neushoorns lopen rustig grazend voorbij. De hoorns van het mannetje zijn immens en deze dieren zie je nauwelijks in de parken dus we genieten er even volop van. We rijden verder naar het meer waar honderden flamingo's rondlopen. De natuur in het hele park, inclusief de bomen in het water, maken een droge en dode indruk. Het zijn de flamingo's en neushoorns die dit park de moeite waard moeten maken. We verlaten op tijd weer het park om terug te gaan naar Nairobi. Ik voel me erg slap en de twee dames hebben vandaag ook last van lunchpakketten buikpijn dus het moet haast wel van de zijn geweest. Bij de lunchplek eten zij echter wel een aardige portie, volgens hun dankzij de pilletjes die de Franse verpleegster bij zich heeft. Ik besluit ook maar het paardenmiddel te nemen om niet mijn hele reis te laten verstieren door de buikpijn. Gelukkig kan ik ook een beetje slapen onderweg. Aangekomen in Nairobi voel ik me gelukkig al iets beter. Ik neem afscheid van de leuke reisgenoten en verwelkom een Brits Indisch stel dat in de bus stapt om verder te gaan naar Amboseli NP. Als ik de Sikh vertel dat we met deze bus de safari doen klaagt hij enorm dat dit voor personenvervoer is en niet voor safari's. Hij heeft goede ervaringen met een jeep in Masai Mara en ik herinner me dat hij in de jeep zat die van onder tot boven onder de modder zat van de off-road stukken. Ergens heeft hij ook gelijk, want we hebben vaak erg voorzichtig moeten rijden, weinig comfort gehad op de wegen en ook moeten bukken om door de ramen iets te zien. De man doet er alles aan om via Anthony en zijn boekingskantoor een jeep te regelen in het park maar Anthony legt uit dat er niet zomaar extra voertuigen beschikbaar zijn in de parken.
Als we stoppen bij een grote souvenir winkel gaat de Sikh in onderhandeling over een groot houten beeld, waarschijnlijk gewoon voor de lol. Terwijl ik buiten wacht raak ik in gesprek met een man die vertelt dat hij in een kleine community leeft in deze omgeving. Hij is een Masai maar kleed zich niet traditioneel. Hij vertelt over het drinken van bloed uit een levende geit, het hebben van meerdere vrouwen en als die niet gehoorzaam zijn ze met harde hand disciplineren. Ook klaagt hij dat hun cultuur kapot wordt gemaakt door het westerse schoolsysteem en de druk om mensen tot het christendom te bekeren. Brainwashen noemt hij het. En een logisch gevolg van dat meisjes met blote benen rondlopen is dat er tienerzwangerschappen ontstaan. Ik hoor de man nieuwsgierig uit en ben dankbaar voor de kijk die hij me geeft in zijn wereldbeeld. Als we verder rijden blijft de Sikh zijn best doen om zijn safari te upgraden terwijl Anthony weer een drukke weg vol maffe inhaalacties trotseert. In het donker stuiteren we het laatste stuk onverhard naar de camping. Daar aangekomen schuiven we meteen aan voor het eten. Het buffet is uitgebreider en ziet er goed en gelukkig kan ik ook weer wat eten. Tijdens het diner heb ik een leuk gesprek met het stel, waarna de man nog een keer bij Anthony aanklopt omdat hij ook eerder op pad wil morgen dan gepland. Ik krijg te horen dat Anthony met de twee vroeg zal vertrekken en ik in een andere groep wordt geplaatst. Benieuwd wat mij morgen te wachten staat installeer ik me in mijn bungalowtent met vier tweepersoons bedden. De tent is nog heel nieuw en keurig netjes schoon. Dan ontdekt ik een Schorpioen van zo'n 6 centimeter naast mijn bed. Ik voel me een dramaqueen als ik vervolgens iemand van het personeel zoek om het dier te verwijderen. De jongen op de camping begrijpt in eerste instantie niet dat de opmerking "er zit een Schorpioen in mijn tent" betekent dat ik dat liever niet heb. Daarna loopt hij met mij mee terwijl hij uitlegt dat het een park vol wilde dieren is dus dat dit nou eenmaal kan gebeuren. Ja joh, ik neem je niks kwalijk maar de knuffel die we bij mij thuis in bed hebben zijn gewoon net iets anders. De Masai jongen plet de Schorpioen met zijn schoen en haalt het uit de tent. Als ik hem vraag of deze gevaarlijk zijn is zijn antwoord nee. Maar het is een Masai, dus waarschijnlijk had hij dat ook geantwoord als ik dit vroeg over een luipaard in mijn bed. Dankzij deze held kan ik met een gerust hart mijn ogen sluiten.
25 februari
Vannacht heb ik eindelijk weer echt goed geslapen. Ik word wakker en kijk op de wekker. Precies 6.30u. Een korte wandelsafari start nu, en pas om 9 uur start het programma. Snel kleed ik me aan om te zien of ik de wandeling nog kan redden. Als ik buiten ben zijn bijna alle vroege busjes al weg en zie ik Anthony wegrijden met de Indiërs. Dat heeft de Sikh dan toch weer wél voor elkaar gekregen. Ook geen spoor van de wandelaars, en als ik navraag zijn die inderdaad net vertrokken. Ik maak me op voor een rustige ochtend op de verlaten camping, als een jongen van het personeel aangeeft met mij naar de groep te gaan lopen. Al snel komen we bij de groep aan zodat ik daar kan aansluiten. Geleid door een traditioneel geklede Masai en een dame van het personeel lopen we met een groep van 8 personen door de savanne. Het is heerlijk om in alle stilte en zo dicht bij de natuur het dierenleven te gaan ontdekken. We zien al snel een gnoe en wat later een enorme struisvogel die nieuwsgierig onze richting op komt lopen. De Masai man kijkt af en toe in de verte, zij het op zoek naar dieren of om voor onze beleving die indruk te wekken. In beide gevallen draagt het bij aan de wildsafari en zo komen we al snel bij een groepje zebra's. Tussen het spotten door klets ik wat met de mensen in de groep ook al meerdere dagen met zevenen in de bus hebben rondgereden. Zij waren ook degenen die gisteren de groep leeuwen al 20 minuten aan het volgen waren terwijl ze op een wrattenzwijn aan het jagen waren voordat Anthony het park binnen kwam kachelen. De volgende dieren die we spotten zijn giraffen, een stuk of vijf verspreid over de bomen in de omgeving. Met beide benen op de grond is hun lengte nog indrukwekkender. Tezamen met de rust en de elegante houding zijn het majestueuze dieren. De wandeling duurt wat langer dan vooraf aangegeven dus ik ben erg blij dat ik heb kunnen aansluiten. Terug op de camping is het tijd voor een vlug ontbijt voordat we het park ingaan. Inmiddels is mijn eetlust weer op het oude niveau en dat is net op tijd, want deze ochtend worden er zowaar weer pannenkoeken geserveerd! Terwijl ik mijn buikje rond eet vertelt de gids mij dat een achtste persoon in het busje niet comfortabel is en ik daarom met een vriend van hem meekan met een groep van vier man. Samen met een Frans-Venezuelaans stel word ik door een personenwagen naar het park gebracht waar we de gids zullen ontmoeten. Onderweg raak ik in gesprek met onze chauffeur, tevens de eigenaar en manager van de camping. Naast interessante inzichten over het opzetten en runnen van een dergelijke business in zijn land vertelt hij mij ook dat de schorpioen van gisteren wel degelijk gevaarlijk is. Als we bij de ingang van het park aankomen staat daar zowaar een safari jeep klaar. Ik kan de hele achterbank claimen zodat ik zowel links als rechts kan kijken, en meer dan voldoende beenruimte heb. In het park komen we veel van de bekende dieren tegen, inclusief overstekende olifanten. Voor mij is vooral de jeep een nieuwe beleving, want die scheurt een stuk harder en comfortabeler over de wegen in het park. Het wordt nog leuker als ik de bus van Anthony zie naderen. Met een brede lach op mijn gezicht en de overvloed van ruimte benadrukkend bedank ik de Sikh voor al zijn inspanningen om een safari jeep te regelen, al was dat eigenlijk voor henzelf bedoelt. Net als gisteren kunnen we er alle drie heerlijk om lachen en geven zij aan dat ook zij een tevredenstellende safari hebben.
Het landschap kenmerkt zich door een erg droog en dor gebied en een moerasgebied. In dat gedeelte is het vooral leuk om nijlpaarden te zien en de olifanten die tot aan hun buik zijn weggezakt in het groene gras. Ook de enorme waterplassen waar de jeep zonder twijfelen doorheen rijdt zijn vermakelijk. We hebben lunch op een hoge heuvel die mooi uitzicht biedt over het moeras en zo heb ik gesprekken met wéér nieuwe toeristen. Wat het landschap echt zou moeten sieren is de Kilimanjaro op de achtergrond, maar daarvoor is er vandaag helaas te veel bewolking. Als het in de middag gaat regenen is de safari snel voorbij want het zicht wordt slechter en de dieren gaan schuilen. We gaan op tijd het park uit en als één van de stellen naar hun camping wordt gebracht wordt het andere stel bij een Masai dorp afgezet. Ik besluit om ook maar mee op bezoek te gaan in plaats van in de truck te wachten. Het voelt al een stuk beter dat (mij) hier geen entree oor wordt gevraagd. Na een rituele dans waarbij de mannen hoog springen voor de mooiste vrouw en ook ik word uitgenodigd om de competitie aan te gaan krijgen we een korte rondleiding door het dorpje. De huisjes hebben een houten geraamte en zijn dichtgesmeerd met koeienpoep. Van binnen is het niet meer dan een bed en een vuurplaats voor warmte, licht en koken. Ook krijgen we nog te zien hoe ze vuur maken door met cederstokken te draaien en vertelt de dokter over verschillende takken die als medicijn dienen voor malaria, buikpijn en als viagra. Ook het bekende verhaal van de meerdere vrouwen en de traditionele rolverdeling wordt met trots verteld. Dan is het tijd voor deel twee van de tour, namelijk zien wat de vrouwen de hele dag hebben gemaakt voor ons en vooral veel van die kralen prullaria kopen om de gemeenschap te ondersteunen. Ik maak duidelijk dat ik niets koop als ik het niet nodig heb en tot ongenoegen van veel Masai eindigt mijn tour zonder souvenir op zak. De rondleiding was interessant maar ik heb ook een hoop tegenstrijdigheden gehoord die doen twijfelen of dit het hele verhaal is. Of beter, of dit nog echt de manier is waarop ze vandaag de dag nog leven. Na de tour rijden we naar de camping waar ik even de tijd heb voor Wi-Fi dingen en kom ik weer in een leuk gesprek met het Indische stel. Ook tijdens het goed verzorgde diner houdt ons leuke gesprek maar niet op. Morgen gaan we beiden weer een andere weg maar waarschijnlijk komen er elkaar bij het vroege ontbijt nog wel even tegen.
26 februari
Deze ochtend heb ik een vroege ochtend safari. Ik heb nog een laatste gesprek met de Indiërs terwijl ik wat pannenkoeken laat inpakken als ontbijt pakket. Het is buiten nog half donker en toch is het uitzicht al om te smullen, want de top van de Kilimanjaro is zichtbaar! Deze ochtend rijd ik wel met het busje van zeven mee maar dankzij de sfeervolle groep is het nauwelijks een probleem dat we praktisch op elkaars schoot zitten. De ochtendrit levert helaas geen roofdieren op, het is vooral de plaatjes met de Kilimanjaro op de achtergrond die moeten concurreren voor een plekje in het fotoboek. We rijden langs een verlaten camping met afbrokkelende houten hutjes. Het is een geweldig decor voor een horrorfilm en het enige wat we daar graag nog aan hadden toegevoegd was een groep leeuwen of hyena's die hier hongerig doorheen zwierven. De route gaat naar een andere uitgang van het park waarna ik en nog een Aziatische naar de grens van Tanzania gebracht worden. Daar staat een chauffeur ons op te wachten en helpt ons om door de douane poortjes te komen. Daar houd ik mij van de domme over mijn visum van Tanzania wat eigenlijk voor één entree gold maar dat staat niet op het papiertje. Zodoende zet ik voor de tweede keer voet aan Tanzaniaanse grond. De Aziatische jongen gaat met een shuttlebus en de chauffeur brengt mij in een comfortabele auto naar Arusha. Ik arriveer al in het begin van de middag en wordt getrakteerd op een luxe hotel. In de lobby zit een grote groep Pakistaanse oudjes die de Kilimanjaro gaan beklimmen. Als ik ben geïnstalleerd besluit ik even de wijk in de lopen om de benen te strekken. Daar word ik vrijwel direct aangesproken door een jongen die porter is voor de Kilimanjaro en zijn Engels wilt verbeteren om gids te worden. Ik verwacht dat er weinig hotelgasten buiten de hekken komen dus ook hier ben ik een vreemde vogel. De jongen neemt me mee naar hun enorme kerk en daarna lopen we door kleine steegjes naar een Masai huisje van 100 jaar oud. Heel af en toe moet ik de gedachte even loslaten dat dit niet echt een veilige situatie is en vertrouwen dat de jongen mij niet wilt beroven van, tja van het niets wat ik op zak heb. Als we richting het hotel teruglopen vraagt de jongen dan toch om geld, en noemt een kleine bedrage van 20 dollar om zijn studiemateriaal te sponsoren. Ik maak hem duidelijk dat het niet zo werkt en de rest van de terugweg loop ik nagenoeg op mezelf omdat de jongen me niet meer aankijkt of -spreekt. Terug in het hotel wil ik eigenlijk nog even het zwembad in maar Henrie geeft aan over enkele minuten in Arusha te arriveren. Geheel toevallig kruisen onze wegen hier en spreken we af in mijn hotel omdat ik nog een briefing van het reisbureau in Tanzania krijg vanmiddag. Samen met haar vriendinnen die uit Tanzania komen delen we onze ervaringen uit onder het genot van een kop thee, terwijl de enorme regenbui mijn verlangen naar het zwembad meteen doet verdwijnen. Zij hebben net een aantal dagen safari gedaan in Tanzania in veelal de parken die ik nog ga bezoeken komende dagen. De man die voor mij naar het hotel komt weet mij dat echter niet duidelijk te vertellen. Hij geeft alleen aan dat de route is gewijzigd en ik een dag minder in Serengeti ben. Nouja, dat zegt hij niet maar is wel de conclusie van het verhaal. De verdere details hoor ik morgen van de gids die me ophaalt in de ochtend. Ik laat Kelvin meteen weten van deze onaangename verrassing en dat ik prima hakuna matata wil meegaan hierin maar hoop dat er niet weer wordt bezuinigd op de safari tijd. Zoals verwacht zit Kelvin er meteen weer bovenop. Zij hebben als Keniaans reisbureau het Tanzania gedeelte uitbesteed aan een partner hier maar gelukkig staat hij nog steeds voor me klaar. In de afgelopen dagen heb ik een goed contact met hem opgebouwd door korte updates te geven van mijn ervaringen om ook hun toekomstig aanbod te kunnen aanscherpen. De dames moeten de plannen voor vandaag wijzigen en zodoende blijft Henrie in het hotel eten en overnachten. Het diner is a la carte en het zowel het aanbod als het eten zelf is goed. Zoals iedere avond is het diner pas laat dus is het daarna weer tijd om de ogen te sluiten.
27 februari
Na een goede nacht maak ik me op voor weer vier dagen safari. De Pakistanen hebben het ontbijtbuffet leeggeroofd, met name de pannenkoeken. Ik eet wat toast met een omelet en als de chauffeur er is om mij op te pikken zie ik nog net de kans om wat van de net aangevulde pannenkoeken mee te nemen. Ik neem weer afscheid van Henrie die rustig aan richting Zanzibar gaat en ga op weg richting een parkeerplaats verderop in de stad. Daar stap ik weer in een andere taxi met nog twee dames waarmee ik weer naar de gids wordt gebracht. Als we bij het ophaal punt zijn aangekomen komt een safari jeep aanrijden met daarin een Oekraïens stel dat in Canada woont. De gids Ruben heeft een mooie introductie en vertelt ons dat we de komende dagen familie zijn en het avontuur samen aan gaan. Aan het einde van de ochtend komen er aan in Tangerine NP. Meteen bij de ingang presenteren de enorme baobab bomen die het park kenmerken zich. Voor de rest van mijn groep is het hun eerste safari dus elke gazelle en zebra in de verte is reden om te stoppen. Ik ben natuurlijk verwend de afgelopen drie weken en ben vooral onder de indruk van het prachtige landschap dat erg heuvelachtig is en prachtig groen. De baobab bomen zie je dan ook goed op de heuvels boven de andere bomen uitsteken. Het nadeel van de dichte begroeiing zijn de nauwe paden en dan valt meteen op hoe ontzettend druk het hier is met jeeps. In een treintje rijden we de route die ons van highlight naar highlight brengt. Met name de olifanten die verkoeling zoeken aan het water leveren een mooi plaatje op. Later op de ochtend komen we op een meer open landschap waardoor het Efteling gehalte afneemt. Ruben rijdt in een rustig tempo zodat wij ook echt goed kunnen mee zoeken of er iets in het gras verstopt zit. We hebben lunch op een plek keurig verzorgd met picknicktafels en toiletgebouw. Het krioelt hier van de apen die ook weten dat hier het eten wordt gebracht. Gelukkig vinden we nog een schaduwplekje om te smullen van de goed gevulde lunchboxen. We hebben uitzicht op een mooie groene vallei en een rivier waar soms een olifant verschijn om te drinken of over te steken. Als we verder rijden blijft het toch duidelijk dat er veel jeeps in het park zijn. De eerste zijn die iets spot blijft daardoor lastig. Toch zie ik een keer iets verderop in het gras bewegen waarop Ruben de auto stilzet. Ik zie nog even twee nieuwsgierige kopjes kijken maar daarna verdwijnen ze in het gras. Sommigen hebben het ook gezien maar kunnen het dier nog niet herkennen, ik ben er vrij zeker van dat het hyena's waren. Ruben kon het niet zien vanaf zijn positie maar doet het af als "in dit gebied zien we vaak pumbaas". En zo krijg ik de reputatie om pumbaas te spotten met hyena oren. Iets verderop komen we bij een enorme baobab boom van meer dan 500 jaar oud. Hij is grotendeels hol wat het nog indrukwekkender maakt. Als we net een paar foto's hebben gemaakt hoort Ruben over de boordradio dat er een luipaard is gespot. We springen in de jeep en met een rotgang tot wel 70 km/u vliegen we over de onverharde route naar de andere kant van het park. Al snel lijkt het een race te worden tussen de jeeps en even later komen we aan bij een file aan jeeps die in lange bocht staan. Aan de binnenzijde zouden we een luipaard moeten zien maar het kost Ruben al lang om haar te spotten met een goede verrekijker en daarmee lukt het slechts sommigen in de jeep ook. Eigenlijk zie ik gewoon een vaag stukje luipaardprint tussen de bladeren, maar of het nou een roofkat is of een weggewaaide sjaal kun je vanaf hier niet opmaken. Na dit ietwat teleurstellende moment rijden we rustig richting de uitgang. We moeten namelijk nog een stukje rijden naar de camping die dichter bij Serengeti ligt. Onderweg stoppen we bij een Masai dorp omdat de dames die graag bezoeken. De Oekraïners waren hier gisteren al maar sluiten nog een keer aan. Ik besluit bij de auto te blijven omdat ik steeds kritischer ben op de hele poppenkast en geldklopperij. Terwijl zij het dorp bezoeken en de spring wedstrijd aangaan met de volwassenen heb ik een grappige spring wedstrijd met drie kleine jongetjes die overgaat in een na-aap spelletje. Als we weer verdergaan is het nog even tot de camping. Er staan oude bungalowtenten met vaste bedden maar toilet en douche zijn ver lopen en weinig beschut van insecten. Gelukkig is mijn buik een stuk rustiger, ik moet er niet aan denken dat ik deze nacht zes keer naar het toilet zou moeten. Na een eenvoudige douche moeten we nog lang wachten op het diner wat verder prima bevalt. Dan geeft de serveerster aan dat er nog een dansgroep komt trainen in deze ruimte maar we kunnen blijven zitten en kijken. Er komt een groep jongens met trommels en dames die dansen en ze proberen enkele camping gasten ook te betrekken. Niet gehele onverwacht vragen ze na hun 'training' om een bijdrage. Daarna gaat iedereen naar bed.
28 februari
Vannacht heeft het flink geregend maar ik heb prima geslapen. Ik ben om 6.30u klaarwakker terwijl het ontbijt pas om 8 uur is. Ik dood de tijd een beetje op de camping terwijl bijna iedereen nog in de tent ligt. Net als het diner komt het ontbijt ook 40 minuten later dan besproken dus dat betekent extra lang wachten en pas later op pad. Kleine goedmaken zijn de lekkere pannenkoeken. Honing erop gieten was dan weer niet zo'n goed idee want de bijen komen hun productie terugvorderen en met elke hap moet ik opletten dat er geen bij mee naar binnen gaat. Ondertussen maken we een beetje kennis met elkaar en ontdek ik al snel dat de luxe verwachtingen van de meesten wat hoger liggen ondanks dat ze een budget safari in tenten hebben geboekt. Blijkbaar is Tanzania best duur waardoor je al snel veel betaalt en daardoor zijn de verwachtingen ook hoog. Terwijl de auto wordt geladen met tenten en slaap materiaal lopen wij nog met de vrijwilligers die op de camping verblijven naar de school waar zij lesgeven. Eerst bezoeken we een klas met kinderen van zo'n 10 jaar die met educatieve laptops leren e-mails te versturen. Dan lopen we naar een klas met jongere kinderen die ons eerst knuffelen begroeten en daarna enthousiast een aantal liedjes zingen. Na deze schattige ontmoeting is het dan tijd om te gaan. De groep is aangevuld met nog twee jongens uit Engeland maar oorspronkelijk Australië en Nieuw Zeeland. Ik besluit om de stoelendans te doen en neem plaats naast Ruben. Onderweg valt me op dat zijn dieseltank vrij leeg is en als ik hem vraag of we wel genoeg bij ons hebben antwoord hij dat de jeep twee dieseltank heeft. Inderdaad uit mijn zicht is nog een tweede meter maar die geeft niet veel meer aan. De route leidt ons naar natuurgebied Ngorongoro. We rijden daar bergopwaarts door een dichtbegroeid bos. Het uitzicht is erg mooi en wordt nog meer bijzonder als we uitzicht krijgen op de krater zijde. Een groene vallei met een groot meer en begroeide bergwanden ligt hier als een verborgen wereld op ons te wachten. Beneden zien we olifanten lopen en ook ontdekken we een neushoorn. Die willen we graag van dichterbij zien maar dat is voor later. Eerst rijden we door naar Serengeti voor twee dagen safari. Onderweg komen we al veel giraffen, zebra's en gazellen tegen en ook enkele Masai dorpjes liggen in de vallei. We stoppen voor een lunch bij een waterstroompje en bomen en deze keer krijgen we warm eten in plaats van ingepakte boterhammen. Na een lange route over onverharde wegen komen we bij de ingang van Serengeti, Masai naam voor eindeloze vlaktes. Als ik bij de ingang naar het toilet ga kom ik de Aziatische jongen tegen van twee dagen geleden en hij vertelt me allemaal dingen die ik niet wil horen over luipaarden en cheetahs hebben gespot. Hij is er van overtuigd dat dit heel normaal is om te zien maar helaas werkt het zo niet. Zonder verwachtingen ga ik Serengeti tegemoet. Rond de entree is het heuvelachtig en staan er veel bomen. Ruben hoort op de radio dat er meteen aan de linkerkant ergens een luipaard in de boom moet liggen maar wij noch de paar andere jeeps kunnen niets vinden. En dat terwijl we inmiddels getraind zijn in het herkennen van een goed verstopte sjaal met luipaardprint. Als we verder rijden komen we inderdaad op de eindeloze vlaktes. Om ons heen zien we niets dan een plat landschap met hoog gras waar dieren zich makkelijk in verstoppen. Maar Ruben heeft zijn contacten dus een andere jeep neemt ons mee van het pad af want daar zag de andere leeuwen. Al snel zien we voor ons twee mannenleeuwen met een gehavend zebra kadaver. De leeuwen hebben hun mond nog niet eens afgeveegd en zijn lekker aan het nagenieten van hun borrelhapje. Het is een machtige spot, en Ruben vertelt ons dat we maar kort blijven want het is verboden om off-road te gaan. Helaas is hij weer te ver doorgereden om de compositie mooi op de foto te krijgen, zelf maakt hij nog een foto van de andere jeep bij een leeuw voor promotie van die gids. Dan gaan we weer naar de weg maar al snel rijden we weer het gras in. Verderop blikken vier leeuwinnen te liggen, geen idee hoe ze die hebben kunnen spotten. Maar ook dit is weer een mooie spot, zeker ook voor de junior safari gangers in de jeep gaaf om leeuwen te zien. Als we weer op de weg zijn zegt Ruben dat die cheetah die altijd nog op mijn lijstje staat wel goed komt. Er ligt er verderop een te chillen. En ja hoor, na een tijdje gaan we weer van de weg af en in het gras verstopt ligt er een jachtluipaard te luieren. Het elegante dier dat vroeger al mijn lievelingsdier was lijkt af en toe op maar lijkt niet gestoord te worden door de aanwezigheid van twee jeeps. We blijven een tijdje staan, deze keer zijn we ook helemaal niet ver van de weg af. Toch had ik deze nooit kunnen zien liggen vanaf de weg, in het hoge gras kan alleen een olifant zich niet verstoppen. Na deze highlights rijden we verder en zien we nog wat mangoesten op een termieten heuvel staan. In de uren die volgen is het inderdaad een eindeloze grasvlakte waar we doorheen rijden en soms staat er dan een bizar grote kudde gnoes, gazellen of zebra's. Soms lijkt het of we in mijn eigen kikkerlandje rondrijden, volledig plat met één groot grasland. De zwart-witte dieren zijn dan alleen geen koeien maar zebra's. Na een rit door graslanden met veelal niets komen we in het donker in de regen aan bij onze camping plaats. We zitten midden in de Serengeti dus ik ben al verbaasd dat ze hier grote overdekte ruimtes hebben voor koken en eten, toiletgebouw met douches en zelfs verlichting en stopcontacten. Maar de luxe is compleet als blijkt dat we gratis WiFi hebben die zelfs nog beter is dan bij de meeste andere campings en hotels. Toch weten er nog mensen te klagen over de hygiëne en gebrek aan wc papier en zeep. Onze gids introduceert de chef die de komende dagen de maaltijden zal verzorgen. Als een groep onbekende werkers de tenten gaan opzetten besluiten de mannen in de groep om hierbij te helpen. Dit zijn ze niet gewend en willen er ook niet op ingaan maar wij kunnen het op onze beurt niet verkroppen om alleen toe te kijken. Zodoende maken vele handen licht werk en kan ik nog even douchen en omkleden voor het eten. Bij de douches zie ik nog een grote spin en ik vermoed een wolfspin, dus daar loop ik in een bochtje omheen. De spaghetti met bolognese achtige gehaktstukjes smaakt verrassend goed. Tijdens het diner hebben we een interessante discussie over het al dan niet geven van fooi aan de kok en de gids en de reden waarom. Als groep budget reizigers is niemand happig om de zogenaamde normale fooi van 20 dollar per dag per persoon te geven, maar het gesprek gaat vooral over de redenering die sommigen aanvoeren om minder of niets te geven. Nadat ik ook in deze groep een lekker felle discussie heb aangewakkerd is om het om 22.30u tijd om naar bed te gaan. Rond middernacht word ik nog een keer wakker en moet ik eigenlijk echt even naar het toilet. Omdat er gisterenavond hyena's waren gespot op de camping en in het algemeen wordt afgeraden om 's nachts de tent uit te gaan duurt het nog even voordat ik besluit op te staan en de gevarenzone te betreden. Met mijn hoofdlamp verken ik de lichtgevende oogjes en spot een kleine gazelle bij het toiletgebouw en iets kleins hoog in de boom aan de andere kant van de camping. Dit blijkt later een zogehete bushbaby of galago te zijn volgens de gids. Nadat ik dit avontuur heb overleefd kan ik met een gerust hart de rest van de nacht in.
29 februari
Ik word wakker van de wekker die aangeeft dat het tijd is voor een vroege ochtend game drive. Vannacht hoorde ik twee verschillende soorten vreemde piepende beestjes. Volgens Ruben kan dit niet veel anders zijn geweest als hyena's, al herken ik dat niet uit zijn imitaties maar de piepgeluiden herken ik wel van youtube. Ik pak nog wat koekjes in die ons zogenaamde ontbijt vormen en dan begint onze safari. Hoewel sommige dames het nog erg koud vinden gaat het dak toch open want ieder moment kunnen we een roofdier tegenkomen. En inderdaad, binnen één minuut zien we al een cerval kat over de weg lopen. Ze loopt schuchter het gras in en we proberen haar nog te spotten en volgen. Dan zien we een grote hyena over de weg lopen, en kort daarop twee jakhalzen. Dat zijn meteen al wat mooie spots, en stiekem ook wel heel dicht bij de camping. Als we verder gaan zoeken komt er steeds meer daglicht en zien we alleen wat vroege vogels, gazellen en gnoe's. De waanzinnige start van de ochtend was helaas geen voorteken voor veel meer. We rijden een heel stuk naar een plek waar een leeuw zou moeten zitten, en na lang zoeken zien we een leeuwen kop verstopt zitten in het gras. Een leuk gezicht maar het is te weinig zichtbaar om lang van te kunnen genieten. We rijden terug naar de camping en onderweg komen we nog een hyena langs de weg tegen. Op de camping kunnen we aan het begin van de middag eindelijk brunchen. Als wilde beesten storten we ons op de rijst. Een enorme mariboe komt het terrein opgevlogen en blijft een meter van het wandelpad staan zodat iedereen haar lelijke gierenkop goed kan bestuderen.
Dan is het tijd om terug te gaan richting Ngorongoro. Onderweg komen we nog een cerval kat tegen die weer meteen wegschiet in het gras. Verder zien we de enorme kuddes weer grazen over de eeuwige jachtvelden. Als we weer het begroeide gebied bij de parkentree inrijden, staat er 200 meter voor de uitgang een hele rij jeeps. Dat kan maar één ding betekenen. Als we dichterbij kunnen kruipen zien we met eigen ogen wat er zoveel aandacht trekt. Op de plek waar we op de heenweg twee dagen geleden al hebben gezocht, ligt er nu op zo'n 20 meter van de weg een luipaard breeduit op een tak te chillen. Het machtige en schuwe dier, het Big Five dier dat ik nog nooit goed heb gespot, laat zich dan eindelijk in volle glorie zien. We zijn nog niet bijgekomen van de indruk en dan zegt Ruben dat we naar de uitgang moeten om op tijd uit te checken. Wat een ironie, gezien we eerder vandaag voor de meest onbenullige dieren ver weg lang hebben stilgestaan. Tegelijkertijd koester ik dit moment, die paar seconden dat we echt even het luipaard hebben mogen aanschouwen. Binnen een minuut staan we bij de uitgang. Wij kunnen even naar het toilet terwijl Ruben ons weer uitcheckt. Als hij klaar is zegt hij tegen me "Gerton, jij wilde zo graag nog dat luipaard spotten deze reis… laten we nog teruggaan voor 5 minuten.". Aangezien we nu toch al op tijd waren uitgecheckt maar nog niet de slagboom door, zoekt Ruben weer de grenzen van de regels op om ons een bijzondere reis te bezorgen. Dus we springen snel in de auto, Ruben start de auto en… de accu is leeg. We twijfelen geen moment en springen uit de auto om deze aan te duwen. We moeten de zware jeep achteruit de heuvel opduwen dus makkelijk gaat dat zeker niet. Hier zie ik ook dat Ruben de lampen nog aan had staan. Met veel moeite duwen de heren de auto achteruit waarbij er één een extra duwtje in de… ehm rug… krijgt van één van de dames. Na een rollende start springen we wederom de auto in en rijden we naar de file voor het luipaard. Met een beetje brutaliteit duwt Ruben de jeep naar voren en zodoende kunnen we nog vijf minuten genieten van het luipaard dat nu ook even haar hoofd onze kant op richt. De enorme kat is met haar prachtige vacht goed te zien en die vijf minuten geniet ik er volop van zo'n mooi plaatje te mogen aanschouwen. Dan draaien we snel om en rijden nu echt het park uit. Net buiten het park staan er twee jeeps naast de weg en kijken naar het tunneltje dat onder de weg doorloopt. Nieuwgierig rijden we de berm in en kruipen dichterbij om in de tunnel te kunnen kijken. Mijn mond valt open van verbazing als ik zo'n negen veelal jonge leeuwinnen zie die tegen elkaar aan liggen te slapen. De andere jeeps rijden weg en in alle rust kunnen wij de leeuwen bekijken. Dan doet Ruben zijn deur open en stapt uit de auto, die zo'n drie meter van de eerste volwassen leeuwin af staat. Deze wordt wakker, kijkt verschrikt op als ze de man voor haar ziet staan en komt overeind. Al snel worden de andere leeuwen ook wakker en ze vluchten allen verder het tunneltje in. Vier volwassen leeuwinnen komen aan de andere kant het tunneltje uit en zoeken een nieuwe rustige plek op een zandhoop pal naast de weg. Zodoende kunnen we met de jeep weer de weg opdraaien en daar wederom wat prachtige foto's maken van het knuffelige stelletje. Na dit bijzondere moment rijden we verder. Er volgt weer een lange weg door de vallei waar we twee dagen eerder ook doorheen reden. Terwijl de zon wordt verdrongen door wolken kijk in de heuvel op waar silhouetten van giraffen boven de lage bomen uit steken. Als we dichter de bij de krater komen zorgt regenval voor een mysterieuze sfeer in de vallei. Na een lange rit komen we in de regen maar nog voor het donker aan op de camping. We wachten nog even met opzetten tot de ergste regen voorbij is. Dan zetten we de tenten op in de schemering. Na een warme (!) douche en lang wachten krijgen we een prima laatste avondmaal voorgeschoteld met gebakken banaan als feestelijk toetje. Ruben vertelt dat er waterbuffels op de camping kunnen rondlopen maar ik ga er van uit dat hij een grapje maakt. Ik duik mijn tent in en val als een blok in slaap.
1 maart
Na een heerlijke nacht slaap volgt nog één keer een vroege ochtend voor de laatste safari. Deze keer heeft de chef pannenkoeken gebakken dus die gaan mee in de tas voor een later moment. Ik moet de ietwat luie mensen uit de groep wat opjagen om niet weer een half uur te laat te vertrekken. In dit prachtige park wil ik niets missen van de ochtendglorie. Slechts 15 minuten later dan gepland vertrekken we richting de Ngorongoro krater bij de allereerste tekenen van daglicht. We hadden geen minuut later moeten vertrekken, want als we op het hoogste puntje aankomen zien we de gouden gloed van de ochtendzon verschijnen boven de groene mistige vallei. Dan begint de afdaling over een stijl pad en ons uitzicht wordt even weggenomen door de laaghangende bewolking waar we recht doorheen rijden. Het voelt echt alsof we jurassic park binnentreden met haar ongerepte natuur en afgesloten ecosysteem vol prachtige wezens. Als we uit deze mistbank komen maken we meteen kennis met een indrukwekkende bewoner van dit park. Het is geen dinosaurus, maar de machtige koning van het dierenrijk dwingt minstens zoveel respect af. Midden op het pad verwelkomt een grote mannetjesleeuw ons met zijn prachtige lange manen. Hij loopt de groene heuvels op waar nog enkele leeuwen hem volgen en de leeuwenescorte gaat ons voor in het pad dat met een bocht door de dichte begroeiing naar beneden loopt. Voorbij de bocht krijgen we uitzicht op de gehele krater. We zien de groene vallei gevuld met wilde dieren met het grote meer verlicht door de eerste zonnestralen die boven de kraterbergen uit komen. De pracht van de verschillende natuurelementen komt samen op dit moment voor ons, waarmee onze jurassic park beleving compleet is. De leeuwen lopen van de weg af. Terwijl twee van hen gaan drinken van een kleine waterplas staan twee anderen naast onze jeep en kijken ons aan terwijl ze elkaar innig knuffelen. Van de gevaarlijke en machtige leeuwen zien we niets terug dan ontspannen knuffelkatten. Om ons heen zien we gazellen, zebra's en gnoes grazen en in de verte steken enorme olifanten op boven de horizon. Even hopen we dat de groep leeuwen op jacht gaat als ze verder het gras in lopen, maar de alertheid van de prooidieren lijkt onnodig voor deze knuffelkatten. Als we rustig ver rijden zien we verderop weer een groep leeuwen. Twee mannen doen zich tegoed aan een gnoe die zich eerder vanochtend heeft opgeofferd voor hun ontbijt. Verderop liggen de leeuwinnen hun ontbijt al te verteren aan een waterplas die een perfecte reflectie toont van een stel voorbijvliegende flamingo's. Om de peuzelende leeuwen heen lopen een aantal jakhalzen die erg dichtbij komen en alvast hun deel van het ontbijt lijken te reserveren. Verderop ligt een groep van zo'n zeven hyena's in het gezelschap van twee arenden rustig te wachten op hun beurt. Opvallend is dat in het hele gebied om dit schouwspel heen er nog één gazelle te zien is die ontspannen en vol vertrouwen staat te grazen. We wachten een hele poos om te zien of de leeuwen vertrekken zodat de hongerige hyena's zich op het karkas storten maar dit lijkt nog een hele poos te duren. Eén leeuw is nog geduldig op zoek naar een klein bot om als tandenstoker te kunnen gebruiken. We besluiten verder te rijden. We spotten een cori bastard, de zwaarste vliegende vogel, die de vrouwtjes probeert te lokken door rechtop te staan en zijn kraag op te zetten. Hij ziet er uit als een verwaande koningin die de rol van lelijke slechterik vertolkt in een disneyfilm. Het arme dier krijgt weinig respect van de afschuwende toeristen in de jeep. Die ochtend rijden we verder door het park en zien we kudde's waterbuffels, grazende nijlpaarden, groepen flamingo's, enorme olifanten, bomen vol gieren en hyena's die net een modderbad hebben genomen. We rijden naar een toiletgebouw waar we ook even pauze gaan nemen. Net voordat we er zijn spotten we aan het einde van een moeras nog een nijlpaard wat breeduit in de modder ligt. Maar we haar zien opstaan spot ik een piepklein babynijlpaardje dat achter haar aan hobbelt. Het beestje is nog zo jong dat ze praktisch net gebaard zou kunnen zijn. Na de pauze met de pannenkoeken uit mijn rugzak als traktatie rijden we rustig naar de uitgang. In de verte zien we hele groepen olifanten staan en we proberen met de verrekijker nog een verdwaalde neushoorn te spotten. Dan hoort Ruben dat de neushoorns ietsje verderop zijn gespot. Als we een stukje verder rijden zien we in de verte inderdaad 2, 3, nee 5 neushoorns lopen! Twee van hen komen steeds dichterbij waardoor we ze veel beter kunnen bekijken zonder verrekijker. Na een kwartiertje geeft Ruben aan dat het echt tijd is om te vertrekken. We hebben eigenlijk ook alles wat je kan bedenken wel gezien vandaag, en dat voor één van de mooiste decors ter wereld. Ik ben ontzettend blij dat van die tien parken van afgelopen weken, dit de laatste is die ik heb bezocht. Want het adembenemende landschap én de prachtige spots aan dieren doet de andere parken hierbij verbleken. Als de jeep weer het smalle pad omhoog kruipt door de jungle-achtige begroeiing banen we ons nog een weg door de enorme hoeveelheid bavianen. En daarmee nemen we emotioneel afscheid van het jurassic park wat achter ons in de verte verdwijnt. Terug aangekomen op de camping hebben we onze laatste warme lunch met de groep. Tot mijn verbazing krijgt de chef ook van de Oekraïners een fooi. Mooi om te zien hoe mensen tijdens zo'n discussie en reis ook veranderen. Dan volgt de terugreis van enkele uren naar Arusha. We kletsen nog wat onderweg en zetten de Oekraïners op het vliegveld af. Het vliegveld is zo eenvoudig dat de herkenbare wachtstoelen van een gate gewoon buiten onder een tent zijn geplaatst. Als we verder rijden, steekt er net voor de stad nog een baviaan de weg over. Ruben remt af en kijkt de aap in zijn spiegel na terwijl deze van schrik weer terug de weg oversteekt naar de berm waar ze vandaan kwam. Dan zegt hij dat de aap tijdens het oversteken aan het bevallen was van een baby. Heel vreemd idee, ik kon het er ook niet uithalen. Even later zetten we de twee dames af bij hun hotel. Als ik met de Australiër en Nieuw-Zeelandse jongen onderweg ben naar mijn hotel rijdt Ruben ineens de auto naar de zijkant. Tien meter voor het tankstation valt de auto stil, en met het schaamrood op zijn donkere kaken bekent hij dat de dieseltank leeg is. Ik grap hem meteen dat ik hem er in het begin van de trip nog op had geattendeerd, maar uiteraard kunnen we er wel om lachen. Terwijl Ruben een volle jerrycan regelt beredeneren wij dat de gids waarschijnlijk een brandstofbudget krijgt en alles wat hij daarvan niet gebruikt in eigen zak gaat. Als Ruben terugkomt snijden we een waterflesje open om als trechter te dienen en vult hij de tank. Een groep mannen in de berm wordt opgetrommeld om de jeep weer aan te duwen vanwege de kapotte accu en zo kunnen we onze weg vervolgen. Even later komen we bij mijn hotel aan en nemen afscheid van elkaar. Ik bedank Ruben die een veel betere indruk heeft achtergelaten dan Anthony in Kenia. Tot mijn verbazing bedankt Ruben mij ook voor mijn onofficiële rol als hulpgids bij het spotten, de groep aan het programma houden en de mooie tijd die we hadden. Terwijl zij wegrijden check ik in bij het sjieke hotel waar ik eerder al ben geweest. Deze keer neem ik nog even een plons in het zwembad voordat ik ga douchen, eten en mijn tas pakken voor de terugweg.
2 maart
Deze ochtend kan ik rustig aan doen. Om 9 uur komt de taxi, en toch ben ik om half 7 al wakker. Ik besluit een beetje te bewegen en een rondje naar het centrum te lopen. De jongen die mij vorige keer rondleidde in de hoop geld te krijgen spreekt me gek genoeg weer aan en ik maak hem duidelijk dat ik mijn eigen weg wel bewandel deze keer. Het is redelijk drukke stad echt een mooie of indrukwekkende wandeling kan ik er niet van maken. Wel hebben ze naast het trottoir op sommige plekken nog een slingerend zandpad gemaakt waar je omringd wordt door een aantal bomen en hele rijen met planten van een kweker met een telefoonnummer erbij als je ze wilt kopen. Een soort commerciële groenstrook dus. Na de wandeling begin ik aan een ontbijt met uiteraard ook een aantal pannenkoeken. Samen met de taxi arriveert een man van het reisbureau in Tanzania die nog eens uitlegt waarom het reisschema was veranderd en of ik alsjeblieft wel een goede review wil achterlaten. Niet zo'n sterke klantenservice als Kelvin mij weet te bieden dus. Dan brengt de chauffeur mij samen met een Chinees-Canadese meid naar de grens met Kenia. Hier staan we lang in de rij om uiteindelijk weer toegang te krijgen tot Kenia. Terwijl we in de warme zon wachten op de chauffeur in Kenia vertelt een beveiliger van het douanekantoor mij over zijn leven in deze regio. Als de chauffeur eindelijk arriveert brengt hij ons naar Nairobi. De rit duurt lang mede door drukte en file op de wegen nabij Nairobi. We worden afgezet bij het boekingskantoor waar ik nog geld terugkrijg van de misgelopen safari in Masai Mara. Dan worden we naar mijn hotel gebracht, waar de Aziatische meid haar bagage achterlaat zodat we samen nog even de stad in kunnen en een hapje eten. Na het eten pakt zij een Uber naar haar hotel buiten het centrum en worstel ik nog een tijdje met de falende WiFi in het hotel in een poging in te checken voor mijn vlucht. Uiteindelijk is het een weinig spannende dag. Door de rumoerige binnentuin van mijn hotel slaap ik vannacht met oordopjes.
3 maart
Na een goede nacht sta ik vroeg op, pak mijn spullen en spring in de auto van de chauffeur die Kelvin voor me heeft geregeld als dank. In het donker rijden we naar het vliegveld waar het weinige verkeer toch voor evenveel chaos zorgt door vreemde inhaalacties. Aangekomen bedank ik de chauffeur en sluit aan in de lange rij voor de check-in. Na een uur wachten en doorgezet worden naar de priority lane is mijn bagage afgeleverd. Na de beveiligingscontrole loop ik naar de gate waar de mensen al aan het boarden gaan. Net als sommige medereizigers besluit ik nog even wat Shilling op te maken aan een lunchpakket en drinken. Een spannend besluit, want ook hier op het vliegveld gaat alles pole pole, ofwel langzaam. Na lang wachten en wat druk zetten krijg ik mijn bestelling en stap ik in een vol vliegtuig. En daarmee rond ik mijn reis van vier weken door Oost Afrika af. De reis was precies lang genoeg om te blijven genieten van alles wat deze landen te bieden hebben, zonder dat het saai, vervelend of nog meer ziekmakend werd. Want sinds ik ziek ben geworden van het eten/water is mijn buik niet meer helemaal hersteld. Ik kijk uit naar de frisse temperaturen en aangelegde wandelpaden in veilige gebieden om weer wat beweging te krijgen. Naar de groenten op mijn bord en vooral naar het lurken uit de kraan. Ik ben weer klaar voor het luxe leventje in Nederland! En onderweg denk ik terug aan de dingen die voor mij alleen in Afrika kunnen:
- Mensen die ongegeneerd blijven staren naar je
- De boze intimiderende blik op het gezicht die kan transformeren in een prachtige zonneschijn als je ze begroet
- Een tweepersoonsbed achter op je brommertje
- De kerstversiering die zelfs in februari nog aan de bomen en in gebouwen hangt
- Verkeersdrempels op een slechte onverharde weg waar ik nog geen 30 durf te rijden
- Ingehaald worden op diezelfde weg door een vrachtwagen in de snelheidsbegrenzer
- Op de hoofdweg tijdelijk verblind worden door de stofwolk die een vrachtwagen achterlaat
- Een gezin met drie kinderen achter op je brommertje
- Kinderen die zo enthousiast zwaaien en roepen omdat je anders bent
- Vrouwen die objecten in alle vormen en maten perfect balanceren op hun hoofd
- Spierwitte kleding in een land waar je binnen vijf minuten onder het zweet en rode zand zit
- Een levende geit op je brommertje, door de achter passagier om jou heen vastgehouden
- Op de fiets langs de olifanten rijden
- Elke nacht van de week feesten op vol volume, hoe klein het dorpje ook is
- 50 ananassen achterop op je brommertje
- Poolbiljart spelen in de open lucht langs de kant van de weg
- Meer veiligheid als je géén motorhelm draagt, omdat die vaak zo groot is dat die over je ogen heen valt
- Eerst de dieren wegjagen met je dikke safari truck voordat je stilstaat om foto's te nemen
- Kinderen die op blote voeten over puntige stenen lopen zonder een kick te geven
- Een sofa in de breedte achterop je brommertje, vastgehouden door de achter passagier
- Tienjarigen met een kapmes op zak als herders van koeien met enorme hoorns
- Beveiligers met in de ene hand een Kalasjnikov en de andere hand een dweilemmer
- 4 generaties op één brommertje
Oost Afrika 4
13 februari
Na een prima nacht gaan we om 6 uur op pad. In het donker blijkt de willekeurige weg door het dorpje niet te vinden en na een paar keer omdraaien zitten we eindelijk weer op de hoofdweg in het dorpje waar de eerste koeien, geiten en mensen al over de weg lopen. Na een half uur bonken over de rotweg slaan we de eerste zandweg in. Ons zicht over de savanne wordt verzorgd door de eerste glimp van de zon, maar meer dan een enkele antilope zit er nog niet in. Zo rijden we uiteindelijk 2,5 uur door het park met teleurstellende uitzichten op niets dan enkele prooidieren en saai landschap. Gedreven door de eindtijd rijden we richting de uitgang als we een groep safari jeeps zien staan. Daar aangekomen blijken er twee leeuwen verderop in het gras te liggen. Tóch nog dus. Echt goed zicht hebben we niet, dus we kijken ook even waar die andere groep safari voertuigen iets verderop naar staat te kijken. Als we daar net aankomen zie ik een leeuwin juist de andere kant op lopen. Ik instrueert Henrie om te draaien zodat we daar zicht op krijgen. Ondertussen komt de hele groep busjes en jeeps ons met spoed voorbij gereden. Gelukkig vinden we nog een plekje in het gras tussen het hele wagenpark. En dan zien we waar alle haast voor was. Achter de leeuwen hobbelen vier welpjes speels door het gras. Wat een geweldige beloning voor onze lange ochtend. In alle rust en loopt de karavaan van in totaal drie leeuwinnen en de welpjes dieper het grasveld in verder van de weg. Inmiddels zien we de leeuwinnen die daar nog lagen dezelfde richting op vertrekken. En dan zien we papa leeuw ook verschijnen, met nog twee leeuwinnen. Ruim een half uur genieten we van de grote leeuwen familie. Als de laatste leeuwinnen nog te zien zijn stap ik uit de auto voor een beter zicht. Totdat op een gegeven moment één van de leeuwinnen zich omdraait en rustig maar vastberaden op me af komt lopen. Oké, tijd om in te stappen en richting de uitgang te gaan. Na een korte dwaling omdat we weer op een onbekende weg rijden rijden we 10 minuten voor onze eindtijd het park weer uit. Op naar het volgende national park!
Onderweg kruisen we wéér de evenaar, maar het markeerpunt hier is afgebroken en een nieuwe is in aanbouw. In een klein dorpje stoppen we op een veldje om een rolex te halen. Als de auto stilstaat wordt de auto meteen omringd door 8 mannen die nieuwsgierig naar ons kijken. Ik schat de situatie veilig in en stap uit, en vraag of de jongeman verderop goede rolexen bakt. Daarop ontdooit de groep en zo snel als ze zich om de auto verzamelden lopen ze ook weer naar hun hangplek. Met lunch op zak rijden we verder naar Kibale Park. We rijden langs een 'fishery check' zoals het politiebordje aangeeft. De truck voor me rijdt langzaam en dicht tegen de kant van de weg. Ik haal de vrachtwagen in maar daarop wordt ik stopgezet door de agent. Inhalen was hier namelijk niet toegestaan, en anders dan ik inschatten werd de truck niet aangehouden door de agent. De agent gedraagt zich amicaal en ik zoek de mix tussen schuldbewust, respectvol en speels. De agent geeft aan dat de boete hiervoor best hoog is en ik proef de twijfel in zijn besluit. Hij vraagt me het boetebedrag in Nederland en als ik €10 antwoord dan lijkt hij voornemens om mij voor dat bedrag te laten doorrijden. Ondertussen zijn we hem met zijn tweeën aan het 'masseren' totdat de man uiteindelijk zegt: "oké punish yourself for your penalty and then I'll let you go". Na een geïmproviseerd zonde-ritueel en het aantrekken van een 'schoon shirt' dat toch al nodig was heb ik voldoende geboet voor mijn inhaalactie. Wel wil de agent nog mijn WhatsApp nummer hebben dus geef ik hem dat netjes.
Wanneer we onze weg vervolgen worden we kort voor onze bestemming wederom aangehouden door een agent. Ook deze keer ben ik me van geen kwaad bewust en het blijkt ook een steekproef check te zijn. Gerustgesteld wachten we rustig af en dan geeft de agent aan dat de verzekering sticker op de auto verlopen is. Ik zoek naar papieren in de auto maar alles wijst erop dat de verzekering niet meer geldig is. Ik zoek het telefoonnummer van de huurmaatschappij op, en net voordat ik wil bellen zegt de begripvolle agent dat hij in het systeem heeft gevonden dat alles oké is. Zo loopt de tweede aanhouding van de dag met een sisser af.
Het is meteen duidelijk wanneer we het national park inrijden. Meteen worden we omringd door een prachtig regenwoud bestaande uit verschillende lagen groene planten en bomen die uiteindelijk metershoog boven ons reiken. Onderweg komen we enkele bavianen tegen. Als ik de auto stilzet springt er eentje nieuwsgierig op de motorkap en zoekt door de voorruit naar voedsel. Even later rijden we naar de camping op de rand van het park. Het is een mooie, verzorgde camping aan een groot kratermeer waar nijlpaarden en vele watervogels rondhangen. We lijken de enige bezoekers dus hebben alle keus om de tent op een mooie plek te zetten. Dicht bij de tent hangen aan het water twee schommels aan de palmbomen om lekker te chillen. Maar we besluiten eerst naar een uitzichtpunt verderop te lopen om even lekker de benen te strekken. Het nadeel van safari vakantie is dat je de hele dag in een auto zit; of het nu is om naar je bestemming te reizen of voor de activiteit van de dag. De klim naar "top of the world" is dan ook fijn en onderweg komen we geen gevaarlijke dieren tegen, alleen wat locals met kapmessen. Bovenal aangekomen hebben we een mooi uitzicht op de drie kratermeren en het groene landschap eromheen. Op de terugweg plakt er nog een local aan ons vast waarvan we niet goed weten of hij nu iets van ons wilt of alleen maar een praatje maken. Uiteindelijk lijkt het het laatste te zijn want hij haakt af bij de lokale bar terwijl wij verder afdalen naar onze camping. Daar staat inmiddels nog een grote Franse off-road camper van een Frans stel in de 60 die in totaal vijf jaar door Afrika trekken. Omdat ze nauwelijks Engels spreken blijft ons gesprek kort en kunnen we nog even chillen op de schommel. Voor de douche krijgen we een sleutel van één van de luxe lodges waar we een comfortabele badkamer hebben. Het geluid van de krekels is deze nacht ongelofelijk luidt. Ik vind het altijd bijzonder mooi dat dit geluid me echter niet wakker houdt, en wellicht zelfs op een natuurlijke manier in slaap wordt gezongen...
14 februari
Zo heerlijk als de krekels me in slaap zongen, zo wreed worden we gewekt door de ibissen in de ochtend. De kwakende vogels vliegen recht boven onze tent en vertellen ons dat we weer op pad moeten. We starten de lange route naar Murchison Falls NP. De weg is gelukkig van goede kwaliteit. Onderweg rijden we langs een plek met veel ontzetten grote stenen die allemaal zijn beschilderd met Christelijke heiligen, van lokale helden als St. Adolf tot de heilige Maria. Het valt vandaag ook op dat de kerken langs de weg overvol zijn en er enorme groepen scholieren opstaat zijn. Over twee dagen is er een heilige feestdag in Oeganda maar 14 februari was niets over gezegd.
Op zoek naar een benzinestation van een groot merk, zoals aangeraden door de verhuurder, zoeken we het avontuur op door zelfs met het benzinelampje nog een tijdje doorrijden. Als we in een groterel stadje eindelijk de auto weer hebben gevuld, besluiten we onze magen ook te vullen bij een frietbakker aan de straat. Hij heeft een klein houten bankje met een zeil erboven waar we in de schaduw kunnen zitten omgeven door lokale klanten en andere winkeliers. Als we na de lunch verder rijden zien we kort voor onze bestemming op een heuvel honderden mensen in gele kleding bezig op het land. Nog zo'n vreemd tafereel, dat al snel verklaard wordt door het bordje "prison farm". Aangekomen bij de camping begint het verderop te donderen en we overwegen een huisje te nemen in plaats van onze onbetrouwbare tent op te zetten. Het is een erg basic camping waardoor de huisjes goedkoop zijn maar alles behalve aantrekkelijk. Door het ontbreken van ramen is het een donker hol waar je al snel het risico loopt op griezelige beestjes. En dat blijkt al snel te kloppen, want als ik een stoeltje uitklap valt er een nest maden uit. Als ik verder kijk hangt er aan het plafond een nest met wespen, zoals je ze gelukkig niet in Nederland tegenkomt. Het toilet bevindt zich achter een donker laag gangetje waarna je op een even zo akelig vies kamertje komt waar het toilet niet van door spoelt en de ecosysteem in de pot duidelijk maakt dat dit al even niet meer is gebeurd. Het is al laat en een andere camping is in de omgeving niet te vinden dus we besluiten te blijven. Nadat de vrouwelijke eigenaar de dieren heeft verwijdert en de wc gefixt, stoppen we alle spullen die we niet nodig hebben weer in de auto. Ik zie in het gras mijn hoofdlamp reflecteren op twee ratfenoogjes die de plek weer extra akelig maken. Vanavond is het moet koken maar nootjes eten, verstand op nul, ogen dicht en slapen.
15 februari
Vannacht hoorden we keiharde regen dus de keuze voor een huisje was een verstandige. Echt comfortabel slapen in dit insectenhuis was het niet echt, dus snel weg hier. Ik fotografeer nog even twee neushoornvogels die in een boom voor ons zitten en dan vertrekken we. De ingang van het park is letterlijk om de hoek en we willen nog pannenkoeken bakken waar we al melk voor hadden gekocht dus we besluiten dit langs de weg te doen. Met de pannenkoeken eten we een mango die zo ontzettend lekker sappig en zoet is dat mango's in Nederland voorgoed verpest zijn voor ons. In het park rijden we over een asfaltweg die strakker en breder is dan waar dan ook in het land. Dit park wordt namelijk door China onder handen genomen. In de prachtige hoge bomen zien we wat apen springen en de weg ligt bezaaid met bavianen. Verder is het moeilijk dieren te spotten door de dichte begroeiing, zelfs bij de bordjes die waarschuwen voor overstekende olifanten of chimpansees. Het geluid dat we het meest horen is het gepiep van een aanlopende rem of woebelige as van onze Toyota.
Al snel zijn we diep ik het park waar we, tegen betaling van een extra entree, naar de watervallen kunnen lopen. We lopen naar het uitzichtpunt op de Murchison Falls, twee enorme watervallen van de Nijl. Het is enorm, maar vooral temidden van het gehele Afrikaanse groene landschap is het een mooi plaatje. Wel is het erg benauwd met de lichte bewolking dus lopen we snel weer naar beneden langs de waterval kant. Daar ga ik nog even onderuit op de stenen en beschadig mijn camera. Gelukkig kan het oude beestje nog wel verder en werkt ook de camera nog. Om de hoek is er een miezerdouche van de waterval en zie je het water de diepte in storten. Ook het geluid is enorm en het is leuk om even dit geweld van dicht ik te ervaren. Totdat er een buslading Britten aankomt, te herkennen aan hun smaakvolle kledingstijl. Snel terug naar de auto om de modder van me af te spoelen en mijn schaafwond te desinfecteren. Als ik naar het toilet loop word ik nog gewezen op een klein groen slangetje op de trap. Waarschijnlijk niet gevaarlijk, wel leuk te zien. Tijd om naar de volgende slaapplek te rijden.
We rijden over een grote brug over de Nijl en aan de overkant rijden we al snel naar het studenten complex voor toekomstige rangers waar we willen overnachten. Omdat er niet echt personeel is die verantwoordelijkheid neemt, besluiten we om niet in een tent buiten te slapen maar een kamer te nemen. Hoeven we ook niet de wrattenzwijnen, mariboes en bavianen weg te jagen. Een van de jongere bavianen heeft een kledingstuk van de waslijn gehaald en probeert het aan te trekken. Voor de ingang van het gebouw maken we ons eten klaar. De bavianen hebben dit ook door en proberen dichterbij te komen om een graantje mee te pikken. Ik loop elke keer op ze af om ze weer weg te jagen. Als er een baviaan van achter de auto komt lopen is hij al aardig dichtbij. Mijn poging om hem weg te jagen werkt averechts en het dier doet ook een stap vooruit en probeert om me heen te manoeuvreren. Oeps dat is best eng zo'n wild dier met grote tanden dat zo dichtbij komt en bereid is om het gevecht aan te gaan. In de seconde dat dit allemaal gebeurt spreid ik mijn armen en geef een harde schreeuw. Gelukkig trekt de baviaan zich daardoor terug. Geschrokken en klaar met al die brutale apen brengen we onze keuken naar binnen waar we de maaltijd verder bereiden. 5 minuten later is er geen baviaan meer te vinden rond het gebouw. Kunnen we wel lekker buiten onze maaltijd verorberen. Daarna lopen we nog even heuvelafwaarts naar de nijl. Ook hier zijn de dieren die we bij onze accomodatie zagen in overvloed aanwezig en zijn de bavianen de mensen tot last. In de nijl zien we twee nijlpaarden voorbij drijven, waardoor we ze eindelijk eens zien in de machtige rivier waar ze hun naam aan ontlenen. Als de zon ondergaat aan de oever van de Nijl keren wij terug naar onze eenvoudige accommodatie om onze bedden op te zoeken.
16 februari
Vannacht was het iets te warm en rumoerig maar goed we hebben weer wat uurtjes gepakt. Nog voor de vroege wekker ontwaken we om de safari uurtjes tot 10 uur te benutten. Onder een paarse gloed pakken we de auto in en als de hemel rood is gekleurd gaan we op pad. Aan deze kant van de Nijl is er wel sprake van game drives met de bekende zandpaden in de savanne. Voor het eerst deze reis zien we giraffen. Ze zijn moeilijk te bewonderen in de schemering maar hun lengte maakt ze in ieder geval goed te spotten. We rijden met een groepje jeeps mee maar spotten nog niet veel bijzonders. Nu is onze lat van bijzonder inmiddels ook wel hoger komen te liggen sinds afgelopen dagen. Als we bij een groep jeeps komen horen we dat zij ergens in de verte leeuwen zien maar wij kunnen werkelijk niets vinden. Wellicht moet je hier een verrekijker voor hebben die ze bij de NASA gebruiken. Na lang zoeken rijden we verder en ontdekken nog een nieuwe antilope en grote hornbill vogel. Als we een Duitse groep ontmoeten tippen ze ons dat er verderop een luipaard in de boom ligt. Maar de paar bomen die er op de savanne staan hebben geen grote poes voor ons in petto. Inmiddels moeten er opschieten om op tijd bij de uitgang te zijn. We zien nog een paar giraffes op onze route en dan is het feest weer voorbij. Wat volgt is een lange weg om het park heen bestaande uit asfalt met moordkuilen of onverharde gatenkaas. Het is een warme dag wat de tocht nog vermoeiende maakt. Onderweg stoppen we bij een tankstation om de bandenspanning te controleren, als enige invloed die we direct hebben op de staat van onze wielen. Na veel kilometers richting het zuiden komen we bij de geplande camping halverwege Murchison en Jinja. Er is hier nauwelijks iets te vinden, dus dit weinig servicegerichte en verlaten resort langs de grote weg moet het worden. Nog even onderhandelen wat moeizaam lijkt te gaan maar het blijkt na een paar keer aandringen vooral door de taalbarrière te komen. Als we de tent hebben opgezet lopen we naar het dorpje maar dat is geen comfortabele wandeling zo langs de grote weg. We kopen eieren en zoeken nog melk voor de pannenkoeken en na veel winkels vragen verdwijnt een vrouw achter het deurgordijn en komt terug met een boterhammenzakje met melk erin. De melk is erg heet en we vragen ons af of de koe nou zo heet was of de melkbus. Terug bij de camping koken we de melk toch nog even. Als ik een ei probeer stuk te slaan blijkt dat we gekookte eieren hebben gekocht en kan ik alsnog terug naar het dorp voor rauwe eieren. Na een hoop gedoe kan ik eindelijk zes dikke pannenkoeken koken van dubieuze melk, eieren waar al een gat in zat en porridge met soja en karamel. Als we morgen niet ziek worden dan zijn we geslaagd voor ons inburgeringsexamen. Vroeg in de nacht worden we nog wakker van de man van de camping die ontzettend hard blijft praten, maar na veel aandringen hoort hij ons en kunnen we weer in slaap vallen.
17 februari
De drukke weg en één van de vele nachtfeestjes die we deze vakantie al hebben meegemaakt heeft Henrie aardig wakker gehouden. Ik werd pas vanmorgen wakker van de kwakende camping gans. Op naar Jinja, waar we hopen een mooie camping aan te treffen om twee dagen te verblijven. De weg is herkenbaar met redelijk goed asfalt en veel dorpjes die we passeren. De dorpjes hebben zoals altijd veel chapati, fruit en groente te koop maar vandaag valt het op dat er ontzettend veel ananassen zijn. We zien veel boda's met zeker 50 ananassen achterop gevonden rijden, vrachtwagens vol en de berm van sommige dorpjes is praktisch van ananas. Waar wij net fan waren geworden van de mango, is hier maar één ding wat ze je auto naar binnen duwen. Toch maar eentje meenemen dan. Onderweg worden we nog bijna aangereden door een tegemoetkomende mafkees die zomaar gaat inhalen. Als we bijna bij de camping zijn begint het hard te regenen. Dikke druppels in de lucht, slechte ruitenwissers en beslagen ramen zorgen ervoor dat we de camping via de slechte onverharde weg op gevoel mogen vinden. We parkeren de auto tussen de groep jeeps en als het droog is checken we in bij een prachtig en verzorgd resort. Het terras kijkt uit op een wildwaterbaan van de Nijl en de vele vogels op de eilandjes. Onze tent zetten we ook op aan de rand van het plateau dat uitkijkt op de Nijl. Dit gebied is populair voor mensen die vanuit Kampala er even tussenuit willen. Als rondreizigers krijgen we zelfs korting op de tarieven. In alle rust kunnen we even onze voorraad eten uitzoeken, een boottocht voor morgen regelen en het ritueeltje tent opzetten, eten douchen en dan spelen we nog even een spelletje op het terras van het restaurant voordat we naar bed gaan.
18 februari
Vandaag heeft de auto een dagje rust. Wij kunnen rustig wakker worden van het gefluit van vogeltjes en de kleine aapjes observeren die voorzichtig naar de boom dicht bij de tent springen om daar te ontbijten. We nemen een boottocht die ons tweeën langs de dichtbegroeide oevers van de Nijl brengt waar veel vogels en aapjes te zien zijn. Zelfs op een eilandje in de rivier zit een grappig aapje op de uitkijk. Terug bij de camping zien we nog een grote spin en veel kleine kleurige kikkertjes bij het zwembad. Bij de brunch eten we de ananas die ook verrukkelijk blijkt te zijn. 's middags maken we een wandeling over de zandweg waar we veel kinderen tegenkomen die graag zwaaien, met ons meelopen, ons imiteren, een high five willen en helaas soms ook "gimme money" roepen. Verder spelen we nog even croquet of wat het ook is, volleybal en nemen we een plons in het zwembad. Ook proberen we de versleten open air pooltafel even uit. Het is een relaxte dag en op de Duitse off-road camper naast ons zijn alle weekendgasten inmiddels vertrokken. 's Avonds spelen we weer een spelletje, en bij de douches valt er nog even een kikkertje op mijn hoofd. Ook dit weet ik te overleven en zo gaan we weer een nieuwe nacht in.
19 februari
We doen rustig aan deze ochtend maar aan het eind van de ochtend vertrekken ook wij weer richting Entebbe, van waar onze vluchten morgen vertrekken. Onze laatste kampeer avontuur zo dicht bij de dieren zit er op. Onderweg is het merkbaar dat we dichter bij de stad komen als het verkeer veel drukker wordt en iedereen weer aan het drukken is en extra banen worden gecreëerd door inhalers. Als ik wordt ingehaald door een auto die perse dat kleine gat voor mij wil dichten gaat er een knop om bij mij. Als hier het recht van de brutaalste geldt dan pas ik mij graag aan. De rest van de rit over de drukke weg rijd ik heerlijk vrij en baan me een weg door het verkeer zoals ik mij dat herinner van Albanië. Zodoende komen we mooi op tijd aan bij een klein hotel dicht bij het vliegveld. Ondanks de locatie belanden we in een oase van rust en groen. We hebben nog wat tijd voordat de auto wordt opgehaald dus besluiten nog even sightseeing te doen aan de strand kant. Als we daar aankomen blijkt helaas dat het park en strand helemaal niet aantrekkelijk lijken en ook nog eens betaald. De wandelroute blijkt ook echt geen wandelroute te zijn, dus besluiten we maar weer terug te keren. Als ik het kruispunt naar de grote weg opdraait ben ik nog mooi op tijd voor de laatste seconden groen licht. Als ik via de invoegstrook netjes ben ingevoegd mogen we nog één keer naar de kant voor de politie. Oeps, een rijbewijs tonen lukt al niet want we hebben bewust alle waardevolle spullen thuisgelaten. Gelukkig heb ik nog iets op mijn telefoon staan. Er agent komt met een onzin verhaal over groen licht is niet leidend maar of er genoeg tijd is voor het verkeer dat erna komt om de weg op te rijden. Na een heel gesprek ziet het er naar uit dat van alle agenten die me hebben aangehouden het die ene corrupte is die echt geld wilt zien. De officiële boete zou duizenden euro's zijn maar als ik even 50 euro betaal dat kan ook. Nou meneer agent, zoveel hebben we niet bij ons. Met een gemixt gevoel van onrechtfrustratie en "hadden we maar" balen vragen we ons af wat hij gaat doen maar uiteindelijk komen we weg met onze portemonnee legen en €25 lichter om vervolgens de laatste kilometer in dit land af te leggen. Bijna konden we zeggen dat we de verhalen over corrupte agenten totaal niet herkenden. Helaas, minpunten foor Uganda. Terug in het hotel gaan we nog één keer op straat ons eten halen. De rolex voor mij en een bonenschotel voor Henrie. Dan het spannende moment dat de auto wordt opgehaald. Of niet, want de doornstruiken hebben hooguit de bestaande krassen met elkaar verbonden, en de piep, bonk en kraak is eigenlijk best normaal voor zo'n geleefd beestje. De jongeman die hem komt halen toont weinig toewijding in zijn controle en na een rondje om de auto is de overdracht afgerond. Tot ziens trouwe vierwielaandrijver, bedankt dat je ons mee op avontuur nam over ruim 1000 km wegdek van alle soorten. En vooral bedankt dat je niet door je knietjes zakte op de momenten dat niemand je kon opvangen. Na dit emotionele moment maken wij ons op voor onze laatste ananas als toetje voordat we de dag afsluiten.
Oost Afrika 2
7 februari
Op tijd eruit, spullen in de auto en gaan! We rijden over een asfaltweg met hier en daar een gat waar je een hele autoband in kwijt kan. Onderweg passeren we een markeerpunt voor de evenaar. Na een korte fotostop vervolgen we onze weg naar het eerste national park; Lake Mburo. Op de zandweg richting de ingang komen we al hagedissen en apen op de weg tegen. Na een flinke €44 per persoon entree te betalen mogen we naar binnen. Al snel rijden we langs onze eerste impala's (of iets in die richting) en ook de sierlijke zebra's die uniek zijn voor dit park in het land. Ook kijken we raar op als er gewoon mannen over de weg lopen of met een boda boda voorbij komen. De routes worden goed aangegeven en komen soms langs een watertje waar veel te zien zou moeten zijn. De eerste weg die we hiervoor pakken gaat door hoog gras en kent veel kuilen. Als we bij een meertje komen zien we onze eerste wrattenzwijntjes. Als we om ons heen kijken zien we in de verte ook twee nijlpaarden in het water. Verder komt er nog een visarend aangefladdert en loopt er nog een kleine vogel rond die zowel qua vorm als kleur ongetwijfeld de vogel van de Oegandese vlag moet zijn. Het is een hele fijne plek om even te blijven staan met de auto, ook al probeert mama zwijn ons te intimideren om zo haar kroost veilig te houden. Het voelt echt als een eigen plekje want we hebben nog geen enkele andere auto in het park gezien. Als we verder rijden komen we nog een paar keer zebra's en antilope tegen. De weg naar onze camping kent dichte begroeiing aan de zijkanten waardoor dieren spotten niet mogelijk is. Het tegendeel blijkt waar, want een troep bavianen springt voor ons de weg op, schrikt van onze aanwezigheid en rent weer terug de bossen in. Als we langs een meer rijden willen we even uitstappen om aan de rand te kijken wat we kunnen zien. Dat avontuur is van korte duur want van achter de bosjes horen we nijlpaarden knorren dus besluiten we toch weer snel de auto in te gaan. Even verderop komen we op onze camping aan. Een open grasvlakten waar wrattenzwijnen grazen en nieuwsgierige aapjes rondhangen. Aan het water zitten veel ijsvogels en dan zien we ook enkele nijlpaarden ronddrijven. We bouwen onze tent op dicht bij het water voor een prachtig uitzicht. Als een gids voorbij loopt vraag ik voor de grap of er geen nijlpaarden hier voorbij komen. De gids gaat mee in de grap, tenminste dat dacht ik. Maar dan blijkt de boodschap toch echt dat nijlpaarden wel eens over de scheerlijnen zouden kunnen struikelen en we veilig zitten als we de tent 8 hele meters opschuiven. Ehm... hebben we het nu over het meest dodelijke dier voor mensen (directe doden)? Dat dier dat helemaal doordraait als je tussen hem en zijn eten in staat? Oké... We leggen ons lot in het handen van de gidsen en/of deze dieren en verplaatsen de tent een stukje. Nijlpaarden komen meestal 's avonds naar buiten dus we hebben nog een uurtje of 3 om ongestoord te genieten en eten te maken. Ik loop even naar het wc gebouw verderop het grasveld tussen de wrattenzwijnen door. Als ik terugloop schrik ik mij rot als ik ineens een enorm nijlpaard dicht langs de tent en auto richting de toiletten zie lopen. Nu ben ik dus die naïeve toerist die tussen het nijlpaard en haar eten in sta. Blijkbaar is het beest helemaal niet onder de indruk van mijn aanwezigheid langs haar route. Het komt dus op de meter aan of je het kan navertellen in je reisverslag of dat je eindigt als voorgekauwd gierenhapje. Verbijsterd loop ik terug naar de tent terwijl het enorme nijlpaard voorbij waggelt en iedereen dit blijkbaar normaal vindt. En we waren nog zo vers op deze plek dat we beiden onze telefoons nog in de auto hadden liggen. Dus we hadden geen andere keuze dan dit moment in onze herinneringen op te nemen. We genieten van een zelfgemaakte rijstmaaltijd terwijl de avond valt over het rustige meertje. De andere nijlpaarden blijven rustig in het water knorren terwijl de paar aanwezige kampeerders met smart wachten op hun overtocht. Ondertussen staan we versteld van de geweldige sterrenhemel die zich over een hele brede strook uitstrekt en ons doet beseffen dat we ons echt midden in de natuur begeven. Later op de avond kruipt iedereen de tent in, en vallen in slaap terwijl de nijlpaarden knorrend naar ons lachen.
8 februari
Na een heerlijke nacht in de natuur pakken we onze tent weer op tijd in. Vandaag hebben we een lange weg naar Bwindi te gaan. We rijden verder over een redelijke goede asfaltweg waarbij we af en toe kleine dorpjes passeren met de bekende winkeltjes aan de straat. Plots komen we langs een beeld dat de evenaar markeert. Dat vraagt natuurlijk om een cliché foto onder die mooie boog. Het is wel een leuk idee dat we precies op die middencirkel van de aarde zijn. Zeker omdat ik nog geen jaar geleden op Antarctica was. Dus volgend jaar maar naar de noordpool?
Als we verder rijden komt er een punt dat de asfaltweg ophoudt en we een keuze moeten maken tussen twee onverharde wegen. De navigatie wijst ons naar de meest onbegaanbare hobbelweg omhoog dus als brave schaapjes volgen wij deze route. De snelheid is er direct uit en al snel blijkt dat aan deze weg geen eind komt. Voor we het weten rijden we stapvoets langs enorme kuilen en steenbrokken met een flinke stijging en soms ook daling. We controleren nog eens de navigatie apps maar allen sturen ons via deze weg. Toch hebben we onze bedenkingen, zeker als we ook lokale bewoners enthousiast zien zwaaien als blanken zien of kijken met een blik van "welke idioot rijdt er nu met zijn auto over deze weg". We komen ook nauwelijks verkeer tegen en zeker niet de enorme safari jeeps die we overal zagen. Maar goed terug is ook niet echt een optie dus dan maar hopen dat de weg later beter wordt en we hier geen band of ophanging kapot rijden. En dat onze krakende Toyota het houdt op deze route is een verrassende meevaller. Na een vermoeiende tocht van 2 uur komen we plots bij een asfaltweg zo strak en breed dat er wij wel de eerste lijken die er op gaan rijden. De weg gaat twee kanten op waardoor wij onze bedenkingen hebben of we deze niet al vanaf het begin hadden moeten rijden. Als we vervolgens op onze navigatie kijken ontstaat er twijfel, of discussie, over de juiste eindlocatie. Is het nu het dorpje "buhoma" net boven het nationaal park of Bohuma sector helemaal aan de zuidkant in het nationaal park? We veranderen onze koers zodat we in het park uit gaan komen. Maar daardoor rijden we wel weer 3 uur langer en het is al ruim in de middag. Gelukkig hebben we in de supermarkt wel echte pindakaas kunnen vinden zodat we al rijdend onszelf van een broodmaaltijd kunen voorzien. Het is zowaar bruin brood, maar dat betekent hier dat er karamel aan is toegevoegd. Tot zover de gezonde voedzame lunch van de dag. Door de koerswijziging rijden we al snel weer over een onverharde weg door de bossen. Wel handig voor enkele plas--en ehm... buikpijnstops in Henrie's geval. Als we weer op het asfalt rijden staat er een bordje Bwindi National Park en daaronder ook Buhoma. Tja dan toch maar de navigatie links laten en de bordjes gaan volgen.
Om 18u komen we bij de ingang van het park aan maar gelukkig mogen we er nog in. We horen dat we nog anderhalf uur te rijden hebben naar onze bestemming en die blijkt op de plek te zitten waar we oorspronkelijk naar hadden genavigeerd... Als troost worden we getrakteerd op een prachtig regenwoud met hier en daar een mooie vogel of aap in de bomen. Het is een vermoeiende dag maag worden wel beloond door het paradijs binnen te rijden. Ondertussen valt de avond en voelt het niet prettig om hier in het donker te moeten rijden. Bij elke persoon die we tegenkomen hopen we maar dat dit niet de maniak van de waarschuwingen is. Na een rit van totaal 13 uur komen we bij onze beoogde camping aan. Het ligt op een afgelegen weggetje en de hekken bij de ingang zitten op slot. Roepen en ook toeteren blijkt nutteloos en zo staan we voor de uitdaging om nog een slaapplek te vinden rond half 8 in de avond. Dan stopt er een brommertje bij de poort en de bestuurder krijgt het wel voor elkaar om de aandacht van de manager te krijgen. Als we dan ook horen dat we op de juiste Buhoma locatie zijn kunnen we met een gerust hart de auto uitzetten en de reisdag afsluiten. De manager is heel behulpzaam en informeert mij over alles wat ik moet doen om morgen op tijd op pad te gaan. Zo kunnen we met een gerust hart in onze tent duiken.
9 februari
Vannacht heeft het geregend en doordat de tent aan de krappe kant is zijn alle spullen die tegen de tent aan drukten nat geworden. Matras, slaapzak, kleren... Henrie had een abonnement op het toilet dus was op de veranda gaan slapen. Mijn wekker gaat om 6.45u want vandaag is mijn gorilla trekking. Bij gebrek aan een goede voorbereiding pak ik wat muesli repen en koekjes in om de dag door te komen. Samen met de manager van gisteren loop ik naar het bezoekerscentrum waar er een dansvoorstelling op me wacht. Al zingend en dansend beelden ze uit hoe ze stropers proberen te overtuigen van een andere manier van leven om zo het ecosysteem in stand te houden. De gorilla families zijn "habituated" zodat ze gewend zijn aan mensen in hun omgeving. Het inkomen uit toerisme wordt gebruikt om faciliteiten in het dorp te bouwen en de lokale samenleving te betalen. Dan volgt er nog een korte instructie en worden de 50 toeristen in groepen van 7 ingedeeld. Gorilla's zijn erg stessgevoelig dus er is een maximum van 7 toeristen per gorilla familie die maximaal 1 uur in hun buurt mogen komen. In de groep blijkt dat we met eigen vervoer naar de startplek moeten gaan. Gelukkig is er een Mexicaanse jongen die een hele bus met bestuurder heeft geregeld voor zijn reis hier dus daar kan ik bij instappen, evenals de twee bewakers die de groep zullen begeleiden met hun kalasjnikovs.
We rijden door het mooie bergachtige regenwoud en klimmen steeds hoger. Bij een steile klim blijkt een safari jeep voor ons het niet te halen en terug te moeten voor een aanloop. Daarop besluit de personenauto achter ons om de inzittenden in een andere wagen te plaatsen en zelf terug te keren. Onze chauffeur neemt een aanloop en klimt zonder problemen de berg omhoog. En daar staan we dan bij de startplek, hoog uitkijkend over het gebied. Dat betekent dat onze hike begint met een flinke afdaling. In het tropische regenwoud is zelfs dat een zware opgave met plakkerig weer en wandelpaden vol gladde boomwortels en prik struiken. De trackers die vanmorgen vroeg de gorilla's zijn gaan zoeken hebben nog niets gevonden. Daardoor hebben we gelukkig nog wat stop momenten. Want ook omhoog klimmende gaat onze gids in een moordend tempo omhoog. De manager van de camping heeft mij in een conditioneel fitte groep geplaatst die de gorilla familie diep in de jungle moet vinden. Dus een lange afstand af te leggen in korte tijd. Door het tempo en het onbegaanbare pad heb ik nauwelijks de mogelijkheid om te genieten van de groene pracht om me heen. Na anderhalf uur krijgt de gids het verlossende belletje van de trackers. Direct zetten we een andere koers in en met kapmessen baant de gids een weg midden door de jungle. Gek genoeg is het tempo daardoor niet lager dus joggen we met een luchtvochtigheid van 90% nog een klein uur door de begroeiing met soms een steile daling. En dan staan we ineens met de trackers bij elkaar tussen de dichte begroeiing. Nog een laatste slok water, camera in de aanslag en mondkapje op. En dan gaat ons bezoekersuur in. In een slinger lopen we verder en al binnen tien seconden staan we op 2 meter afstand van een gorilla ukkie die naast het gehakte pad zit te knabbelen aan wat takken. Het schattige beestje weet niet goed wat hij moet met de aandacht van die witte aapsoort met hun klikkende camera's. Twee meter verderop zit mama verstopt achter de begroeiing te knabbelen en laat af en toe een onrustige grom horen. Geen reden tot paniek, wij mogen gewoon doorgaan met dit overweldigende kraambezoek. Dan neemt de gids ons mee enkele meters verder. En daar ligt de zilverrug voor pampus op en open plek. Een andere baby gorilla speelt een beetje rond hem heen. Ook voor papa hoeven we geen respect te hebben en de gids duwt ons tot 3 meter voor de gorilla zodat er elke teennagel goed op de foto kunnen krijgen. Het is indrukwekkend om zo'n King Kong van zo dichtbij te kunnen aanschouwen in het wild. Tegelijkertijd voelt het onnatuurlijk om als mensen zo dichtbij te komen. Je ziet de gorilla ook wat geïrriteerd opkijken en soms een paar meter naar achteren verplaatsen. Onze gids reageert daarop door ons weer tot 3 meter voor de gorilla naar voren te duwen. Sorry bokito, het is nu kassa uurtje. In de begroeiing om ons heen zitten nog 2 vrouwtjes verscholen. Deze worden met rust gelaten, maar de rijke blanken krijgen wat ze willen: close up foto's met de zilverrug en de baby's. Ik vind het bijzonder om deze dieren hier te kunnen aanschouwen maar word onpasselijk van het hoge "alles voor de dollars" motto waarmee we voelbaar de rust van deze dieren verstoren. Ook als de zilverrug meer en meer begint te brullen worden de laatste 10 minuten uitgenut, want daar hebben we voor betaald. En hup, allemaal nog wat dichterbij dan kun je het goed zien. Wat mij betreft hadden we ook op grotere afstand kunnen blijven en dankbaar mogen zijn dat we überhaupt een glimp van deze dieren mochten opvangen in hun natuurlijke habitat. Als het uur en de bonus minuut voorbij zijn ben ik blij dat het aapjes kijken voorbij is. Nu nog terug naar het bezoekerscentrum, wat nog een flinke afstand is vanaf hier. Dat betekent in hetzelfde moordende tempo weer omhoog klimmen uit de jungle. Na een goed uur ploeteren breekt dan eindelijk de verlossende lunchpauze zich aan. Waar iedereen een dikke rolex tevoorschijn tovert, verwen ik mezelf met een maaltijdreep en cashewnoten. Lang kan de pauze niet duren, zeker ook omdat er al wat dreigende regendruppels vallen. Als we weer verder lopen houdt het ook op met regenen en zo word ik ook het laatste uur alleen nog nat van het zweten. Er is even tijd om wat van de omgeving mee te krijgen en wat kleine insecten te zien. Terug in het bezoekerscentrum krijgen we allemaal een oorkonde als bewijs dat we voor 700 dollar de lokale bevolking hebben gesponsord in ruil voor de rust van de familie aap.
Na het innen van de fooien druipt iedereen af en loop ik terug naar de camping. Daar is Henrie de hele dag aan het herstellen van weinig energie. Ook een bidsprinkhaan is aan het chillen onder de veranda. Ik ben toe aan een douche en terwijl ik geniet van de frisse druppels hoor ik boven mij nog veel hardere druppels vallen. De regen stort uit de hemel en helaas zijn er te laat om de tent en inhoud nog te redden. Als de enorme bui voorbij is leggen we alles te drogen in de zon. Ik ga op weg naar het dorpje om een fatsoenlijke maaltijd te zoeken. Na een half uur lopen kom ik aan en word ik verwezen naar een verstopt tentje. Binnen zitten een aantal locals te eten. Een goed teken dus dat er voor normale prijzen lokaal voedsel te vinden is. Maar als ze nu kwade bedoelingen met me hebben dan is er niemand buiten die dat gaat doorhebben. Gelukkig komt het niet verder dan een nieuwsgierige, ietwat opdringerige dorpeling Simon die wat wil kletsen. Ik weet niet wat ik heb besteld maar krijg een bord rijst met vlees in een soort pindasaus. Volgens Simon behoor ik dit met mijn handen te eten. Na een goed vullende maar weinig speciale maaltijd ga ik weer richting camping. Simon loopt met mij mee en hoewel ik wat wantrouwend blijf hier op de rustige weg is alles in orde. Terug op de camping zetten we de reserve tent op, eten nog een hapje samen en duiken vermoeid in de tent die ons hopelijk wel droog houdt vannacht.
Oost Afrika 1
2-3 februari
Ready to go! De afgelopen drie weken was het veel boeken en uitzoeken, omdat op de bonnefooi door Afrika reizen veel wordt afgeraden. Toen alles was geregeld kon het mij niet snel genoeg gaan. De rit verloopt soepeltjes. Trein naar Schiphol, inchecken en na lang wachten begint de nachtvlucht naar Nairobi. Rekening houdend met de tijdzones ben ik ergens rond 23u Nederlandse tijd jarig. Een verjaardagslied en klein cadeautje van Henrie leiden mijn verjaardag in. Helaas geen voorverpakte taart met sterretjes van de stewardessen of een upgrade naar business class om een goede nachtrust te kunnen pakken. Ook kom ik er achter dat in Afrika aan de flesjes water bizar veel zout is toegevoegd. Erg fijn om de komende maand mezelf richting een hartaanval te drinken, net nu ik de risicoleeftijd van 38 jaar bereikt heb. Dan nog maar even volop genieten van het prachtige uitzicht op de miljoenen lichtjes van Alexandrië die de kustlijn van de middellandse zee in de nacht versieren. Wanneer we om 5u 's ochtends op Nairobi zijn aangekomen wachten we met vermoeide oogjes op de volgende vlucht naar Dar Es Salaam. Deze dagvlucht geeft ons wat zicht op het Afrikaanse landschap, waarbij het heel vreemd is om dan een besneeuwde Kilimanjaro te zien. Als we aankomen is de reis nog niet voorbij, want 5 uur later vliegen we meteen weer door naar Mafia eiland. Helaas is er niet veel te doen rondom het vliegveld en is na vele waarschuwing ons vertrouwen te laag om met alle spullen een vlugge taxitour door de stad te gaan doen. Zodoende laten we vermoeid in de snikhete schaduw van Tanzania de tijd voorbij tikken. We nemen een taxi naar de terminal voor kleine vliegtuigen en daar worden we uitgenodigd om in de 'VIP' lounge te zitten. Geen overbodige luxe in deze wel heel eenvoudige terminal. Zo hoeven we niet in de oorverdovende piep van de airco te zitten, genieten we van daglicht door de ramen en een maken de sofas de very importance compleet. We spelen het nieuwe spelletje wat ik heb gekregen van Henrie onder het genot van een tosti en voor we het weten kunnen we boarden. Het vliegtuigje biedt ruimte voor zo'n 15 personen en we kunnen direct achter de piloot zitten. Heerlijk is de eenvoud die ook is doorgetrokken in de veiligheidsinstructies. De piloot draait zich om, zegt ons de riem vast te doen, dat een zwemvest onder je stoel zit, instructieblad in de stoel voor je en of er nog vragen zijn. 2 seconden later start hij de neuspropeller en vertrekken we naar onze weinig toeristische eindbestemming. De vlucht is vermakelijk door het eenvoudige maar comfortabele vliegtuigje met uitzicht op de blauwe zee en kleine tropische eilandjes.
Een half uurtje later zijn we op Mafia eiland. Een tuktuk (ook al heten ze hier niet zo) brengt ons naar onze homestay. Deze zit dicht bij het vliegveld maar door wegwerkzaamheden moeten we 20 minuten omrijden. De homestay bevindt zich in een buitenwijk van het stadje. Langs het zandpad staan enorm eenvoudige huisjes met daarvoor iets te koop voor de bewoners. Bezems, shirts, maar vooral veel groenten, fruit en opgehokte kippen met een pannetje erbij. De kinderen leven en spelen op straat en als ze zien dat we blank zijn zwaaien en roepen ze enthousiast. Ons verblijf is ook enorm eenvoudig met kale stenen ruimtes, geen glas maar muggengaas voor de ramen en een bed met ventilator erboven. Het is bloedheet op het eiland, zelfs te warm om op bed te ploffen. Dus we besluiten nog even de omgeving te verkennen. Het voelt erg veilig op dit kleine vredige eiland. We lopen langs plantages en wat natuurgrond naar het lege strand. Hier kun je mooi langs de kust lopen terwijl de golven rustig aanmeren. De planten en tropische bomen die zowel in het water en vooral aan de kustlijn staan geven het strand een heerlijk exotisch gevoel. Tenminste, als je het zwerfafval even negeert. Zonsondergang is net niet te zien vanaf hier dus we besluiten om te keren zodat we voor het donker weer bij onze homestay zijn. Ondertussen hebben de jongemannen van het eiland zich op het strand verzameld om te beach voetballen. Het is heerlijk om te zien hoeveel het leven zich hier buiten afspeelt, en hoe weinig mensen nodig lijken te hebben om zich te vermaken. Terug in de homestay staat een goede maaltijd voor ons klaar met rijst/friet en kip/vis. Snel daarna is het tijd om te douchen en onder de klamboe te duiken. Een deken is niet nodig in deze hitte. Aan de overkant is een soort bar die nog een tijdje harde muziek draait, helaas niet van het kaliber slaapliedjes.
4 februari
Na 4x wakker te zijn geworden van een kat die aandacht nodig heeft en 2x van een ambulance, gaan we net voor de wekker het bed uit. Er wacht ons een heerlijk ontbijt met smakelijk verse dikke pannenkoeken, mango, banaan en ei. Het is nog heerlijk koel buiten maar helaas is er geen plek buiten om het eten op te eten. Onze gids George komt ons stipt volgens afgesproken tijd halen en we rijden naar het strand aan de andere kant van de stad. Daar springen we op een bootje waarmee we walvishaaien gaan zoeken. Er zijn geen andere toeristen op de boot terwijl we ook andere half gevulde boten tegenkomen. Het vinden van de dieren duurt erg lang en ik heb ook geen idee hoe je deze haaien die nauwelijks boven water komen kan spotten op afstand. Het is erg heet op de boot ondanks het kleine schaduwdakje boven ons hoofd en de koele zeewind. Terwijl wij de felle zon zoveel mogelijk vermijden staat onze gids voor op de boeg vol in de zon op de uitkijk voor haaien. Na anderhalf uur besluit de schipper zijn boot richting een regenbui te sturen waar de dikke harde druppels ons flink doen afkoelen. Helaas ook hier geen walvishaaien te zien en ik maak me steeds meer zorgen of we ze wel gaan vinden. Dan krijgt onze gids een telefoontje van een andere boot en zetten we koers naar hun positie. Daar aangekomen zijn er drie andere bootjes en spartelen er een aantal toeristen in het water. Ik trek mijn snorkel outfit aan en op aangeven van George spring ik met de gids het water in. Ik krijg meteen een volle lading zout water binnen omdat mijn snorkel masker niet goed aansluit als ik daar van ben bijgekomen duik ik onderwater om de walvishaaien te zoeken. Zoeken is niet nodig want het enorme beest komt recht langs mij gezwommen. Sierlijk beweegt ze met haar blauw-met-witte-stippen door het ondiepe water. Ze moet zeker zo'n 7 meter lang zijn. Ik probeer haar te volgen maar moet flink flipperen om haar bij te houden. En met een lekke duikbril is het zicht slecht en loopt mijn neus onder met zout water. Het magische moment heeft waarschijnlijk zo'n 30 seconden geduurd maar maakte het lange reizen en zoeken het meteen waard. Wat een geweldig elegant dier. Terug op de boot mag ik me klaarmaken voor een volgende duik die niet veel later plaatsvindt. Nu ben ik beter voorbereid en lukt het mij om even met haar mee te zwemmen. Mijn gids pakt de gopro camera over zodat ik mijn handen vrij heb. Maar zelfs dan moet ik eerder afhaken terwijl hij nog een tijdje doorfilmt. Terug op de boot blijkt de camerahoes niet waterdicht en reageert de camera niet meer. Achja, dan maar teren op de herinneringen. We varen een stuk verder en yes ik kan nog een poging wagen. We zien de donkere vlek naderen, springen om het water en het lukt me wederom om langer mee te zwemmen en zo langer te genieten van de ongevaarlijke reus. Hierna volgt nog een vierde keer, waarbij de haai recht onder me langs komt zwemmen waardoor ik snel moet omdraaien, tegen de flippers van mijn gids aanbots maar wel als enige de haai nog een tijdje weet te volgen. Ik volg haar lange staart die sierlijk heen en weer flippert totdat ik niet meer kan. En dan eindigt ze voor de laatste keer uit mijn zicht. Maar wat een prachtig avontuur was dit! Terug op de boot hoorde ik dat een andere toerist de haai had aangeraakt net voordat ze bij ons kwam, waardoor ze harder was weggezwommen. Dat was ook het enige nadeel van deze ervaring; het vijftiental toeristen die continu uit de boot springen dicht bij de haai waardoor we haar massaal konden lastigvallen. Blijkbaar ben ik niet de enige die hiernaar uit keek...
Terug op het strand bestellen we lunch en raken in gesprek met een Maleisisch-Duits stel dat op de andere halflege boot zat. Doordat het een uur duurt voordat het eten komt hebben we alle tijd om ervaringen en hij ook zijn filmpjes uit te wisselen. Daarna lopen we over het strand naar het stadje waar we gisteren langs reden om deze even te verkennen. Het is eigenlijk te heet om in de zon te lopen. Het stadje is vooral eenzelfde rommeltje aan stoffige wegen en eenvoudige winkeltjes. En een hoop mensen op straat, deze keer met veel brommertjes (boda boda) erbij. We besluiten linea recta door te lopen naar onze homestay. Lopend kunnen we namelijk wel over de weg waar aan gewerkt wordt. Het voelt ook hier veilig genoeg om over een verlaten weg te lopen. Het is een kleinschalig eilandje en mensen kennen elkaar. Toch blijft het ongemakkelijk dat de mensen je met een vrij norse blik blijven aanstaren. Ook als je vriendelijk lacht of "hi" zegt blijft de indringende blik onveranderd. Er loopt een hond met een touw om zijn nek het hele stuk met ons mee. Pas terug bij de homestay is het de boze actie van de eigenaar die de hond doet afschrikken. We douchen het zout van ons af en pakken onze tassen weer in voor morgen. We lopen tegen de avond weer naar de stad om samen met het stel van vanmiddag te eten bij een restaurant dat werd aangeraden. Onder het genot van een verse vis (in mijn geval) krijgen we nog wat tips voor Oeganda en delen we andere ervaringen met elkaar. De serveerster lijkt erg afwezig door steeds te vergeten wat we hadden besteld, en ook een onjuiste rekening op te maken. We zijn er vandaag al meermaals achter gekomen dat efficiëntie in de vele vormen die het kent hier op het eiland geen rol speelt. We moeten nog even wennen aan hakuna matata. We lopen met zijn vieren in het donker naar een rotonde waar veel boda boda taxi's klaar staan. We nemen afscheid van elkaar en Henrie en ik hoppen samen achter op één brommertjes die ons weer met de omweg naar onze homestay moet brengen. Het is nog even spannend als hij de afslag niet pakt en doorrijdt naar een afgelegen plek waar een benzinepompje midden in de bossen staat. Twee mannen met brommertjes en een pomp bediende doen hun ding en kijken gek genoeg helemaal niet op van ons bleekscheten. Dit is nou zo'n scenario waar iedereen voor heeft gewaarschuwd. Tegelijkertijd is mijn modus die van "vertrouwen en dat uitstralen" en zo staan we rustig te wachten tot ons brommertje weer klaar is voor vertrek. En zo rijden we rustig terug naar onze afslag en vervolgen we de bekende route om het vliegveld heen en door het buitenwijkje waar ook later op de avond nog veel leven op straat is. Zelfs die ukkies zijn nog op de uitkijk om naar de witte mens achterop de brommer te kunnen zwaaien. Het vertrouwen wordt beloond en zo zijn we weer veilig bij onze homestay aangekomen. Tevreden en vermoeid ploffen we ons bed weer in. De eerste echte vakantiedag was meteen een mooi hoogtepunt!
5 februari
Deze nacht geen jankende kat dus iets beter kunnen slapen. George komt nog vroeger vandaag dus we staan op tijd op zodat we nog steeds kunnen genieten van de pannenkoeken. Vandaag gaan we snorkelen en daarna direct naar het vliegveld dus om 7.15u staan wij helemaal klaar met al onze tassen. Helaas geen George, die serieus pas een uur later aan komt zetten. Hij beweert dat zijn telefoon het niet doet en heeft ook nog een lulverhaal over hogere kosten. Omdat we toch graag veel uit onze laatste dag hier halen geven we hem het voordeel van de twijfel en gaan mee op pad. Na een lange rit in de tuktuk komen we aan de andere kant van het eiland aan. Onderweg zien we kerken en moskeeën naast elkaar staand en wordt ons duidelijk dat christenen en moslims in Tanzania vredig naast en met elkaar kunnen leven. Zo vieren ze ook elkaars feestdagen mee bij bevriende families waardoor ze extra vaak iets te vieren hebben. Samen met een Nederlandse meid die een tijdje vrijwilligerswerk heeft gedaan in Tanzania springen we op de boot. We zijn aardig verbrand gisteren ondanks het smeren dus proberen vandaag ons goed tegen de brandende zon te beschermen, ondanks dat we niet meer dan badkleding aanhebben.
Als we bij een rotspartij aankomen zie ik een prachtige visarend op de hoogste boom van het eilandje zitten. Dat belooft veel goeds voor het snorkelen hier. Met een lekkende duikbril probeer ik zo lang mogelijk onder water te blijven. Er zwemmen veel verschillende kleurrijke vissen hier. Ook zeesterren en enkele grote vissen zijn te vinden hier. Het is mooi om de onderwaterwereld te ontdekken maar het lekkende masker maakt het een hele uitdaging. Op deze manier bezoeken we drie verschillende plekken met veelal dezelfde vissen en één mureen gezien. Ook zie ik als ik boven ben een naaldvis in een boog over de Nederlandse meid heen springen uit het water. Heel gaaf! Na veel zout water via de neus binnen te hebben gekregen vind ik het wel leuk geweest. We gaan terug aan land waar we ons reisgezelschap afzetten. Wij gaan door naar een eiland waar we aanmeren en lopend over het hete zand naar de andere kant gaan. Soms lopen we ook door ondiep water en daar is het goed opletten dat we niet op zeesterren of kreeften stappen. Na een korte klim omhoog komen we aan bij een helderblauw meertje midden in de bossen. Met onze snorkels kunnen we hier de kwallen zien die op hun kop op de grond liggen en ook ondersteboven omhoog zwemmen. Ze zijn ongevaarlijk maar nog steeds een beetje smerig. Het is al lunch tijd dus we zijn blij als we weer bij de boot zijn en we weer naar onze startplek gaan. Daar heeft George nog een lunch geregeld hoewel die ook weer lang op zich laat wachten. De verse vis is weer lekker en gelukkig nog op tijd voor onze checking op het vliegveld. Het is vooral het verdachte gedrag van George die de tuktuk nog moet regelen dat ons wat onrustig maakt. Al met al gaat alles goed qua timing en blijkt George toch nog betrouwbaar. Als we instappen in het kleine vliegtuigje zijn we samen met één omaatje de enige passagiers. Ik mag naast de piloot zitten en heb zo heel gaaf uitzicht vanuit de neus en op het toch uitgebreide instrumentarium. Leuk om te zien hoe eenvoudig het vliegen lijkt met zo'n neuspropeller. Terug in Dar Es Salaam nemen we een taxi naar ons huisje, dat in een buitenwijk nabij het vliegveld ligt. Daar worden we vriendelijk ontvangen bij iemand thuis en onze host geeft aan dat we nog veilig over straat kunnen. In het donker lopen we over de zandweg naar een lokaal eettentje in de buitenlucht. Het menu is onleesbaar dus we gaan voor de veilige kip met friet. We zijn erg voorzichtig gezien de waarschuwingen over 's avonds op straat zijn. Er komt een man tegenover ons aan tafel zitten. Als we net aan ons eten zitten krijgt hij zijn typisch Tanzaniaans eten. Als ik hem smakelijk eten wens ontstaat er een gesprek in goed Engels met hem. Het wordt steeds vertrouwder om hier ook gewoon rond te lopen en met mensen een gesprek te hebben. Erg fijn dat het dus wél gewoon kan. Daarmee sluiten we deze lange dag weer tevreden af. We kijken uit naar een nieuw avontuur in een nieuw land...
6 februari
Na een prima nacht pakken we de taxi weer naar het vliegveld. Vandaag vliegen we naar Oeganda. Als ik net door de check heen ben besef ik me dat ik de sleutel van onze kamer nog in mijn broekzak heb. Ik gooi deze naar Henrie dus er mee naar buiten gaat op zoek naar een oplossing. Die blijkt te vinden in een medewerker op get vliegveld en diens nummer naar onze host sturen. De vlucht naar Entebbe heeft een tussenstop in Nairobi maar we kunnen daar gewoon in het vliegtuig blijven zitten. Als we 's middags in Entebbe aankomen moeten we helaas toch nog een uur wachten op de huurauto. We zijn zo'n beetje de enige blanken op het vliegveld dus de verhuurder kan ons makkelijk vinden. En daar staat hij dan; de oude afgetrapte Toyota RAV4 met aftandse campingspullen erin die met ons de komende twee weken moet zien te overleven. De uiterlijke staat beoordelen zou ons al twee weken kunnen kosten dus na een korte check en wat instructies gaan we op pad. Stop 1 is het dichtstbijzijnde tankstation want die gasten wisten hem af te leveren met benzinelampje aan. Stop 2 is het volgende tankstation waar we wél met pinpas kunnen betalen. De volgende stops zijn 3 supermarkten waarna we concluderen dat fatsoenlijk eten niet tot de opties behoort deze reis. Geen vers voedsel, nauwelijks ingeblikte groenten.... Alleen witbrood en kruidenpotjes met een hoop zout. Tja, dan moeten we misschien toch maar bij die verse fruit en groente tentjes aan de weg stoppen ondanks de waarschuwingen op internet.
We rijden al snel niet meer op asfalt maar op een zandweg midden in een buurtje waar het druk is met mensen op straat. Even later begrijpen we waarom het nu al zo'n lokale weg werd : de navigatie stuurde ons naar de veerboot maar dat was niet het snelle en veilige scenario wat we voor ons zagen. Met enige vertraging zitten we weer op de snelweg en schuiven aan in een lange file. Onze eerste beoogde bestemming gaan we zeker niet halen voor het donker maar alternatieven op de route bieden zich nog niet aan. Als het donker begint te worden rijden we door een klein stadje waar we onze kans zien een kamer te vinden, na wat onderhandelen ook nog voor een prima prijs. Noodgedwongen gaan we weer in het donker op pad om avondeten te scoren. De dochter van de manager gaat met ons mee om de weg naar een restaurant te wijzen. Omdat het al laat is en eten serveren hier lang duurt besluiten we om eten te kopen bij een iemand die langs de weg staat met een bakplaat. Een rolex, zo heet het chapati brood met omelet erop. De dochter fluistert ons de eerlijke prijs in waardoor ik wederom een flinke onderhandeling heb aan te gaan om niet uitgemolken te worden. Met een heerlijke dikke rolex en een gebakken banaan vullen we onze buikjes. We herpakken onze backpacks voor de zoveelste keer na al die vluchten zodat we vanaf morgen eindelijk de juiste spullen op de juiste plek in de auto kunnen laten. En dan is het tijd om onder de klamboe te kruipen.
Oost Afrika 3
10 februari
Vannacht hadden we toch weer een flinke regenbui. Deze keer was de tent beter waterbestendig maar helaas is alles dat tegen de rand lag toch nog nat geworden. Na twee dagen in Bwindi zijn we heerlijk hersteld van de heftige rit ernaartoe en kunnen we weer verder op pad. Bwindi is niet echt een zogenaamd game drive park dus hoeven we hier niet nog langer doorheen te rijden. Op naar één van de bekendste parken hier, Queen Elizabeth National Park. Gelukkig is de route deze keer een gravel weg die nog strakker erbij ligt dan een jeu de boules baan en gaat daarna over in asfalt. We komen daardoor al snel aan bij Kizeghi Park, hier beter bekend als Ishasha. Het is het zuidelijke stuk van Queen Elizabeth en staat bekend om haar boomklimmende leeuwen. Helaas hangen de leeuwen hier niet met trosjes aan de bomen en zijn het vooral de wrattenzwijnen en antilopen die hier als smakelijke prooidieren rondhuppelen. Net als in Lake Mburo is de weg hier onbegaanbaar voor normale auto's maar hier is het nagenoeg één hoofdweg die we kunnen volgen. Als er een afslag komt naar een doodlopend weggetje met een lus op het eind besluiten we die in te slaan. Precies bij de eindlus rijden we zo op een enorme olifant af. Op gepaste afstand zien we het prachtige dier met haar enorme slagtanden rustig naar de boom in het midden van de lus lopen. We besluiten achteruit te gaan en de andere kant van de lus in te rijden. Daar vinden we een perfecte plek om op veilige en beschutte afstand te aanschouwen hoe de olifant omhoog reikt om wat smakelijke takken uit de boom te rukken. We zien aan het eind van de lus ook twee safari jeeps staan die soms de auto starten om dichterbij te komen. Op haar tocht langs het lopend buffet komt de olifant met kleine stapjes dichter bij ons. Wij blijven rustig en geruisloos staan om haar niet te verstoren. De andere auto's hebben nu geen zicht meer en besluiten via de andere kant weer terug te rijden. Dit lijkt de olifant te irriteren want de gigant begint ons aan te kijken in een heel andere houding. Met slagtanden naar voren en de enorme oren breeduit opengeslagen is haar signaal duidelijk: als we niet heel snel weg gaan dan gaat ze met autootjes spelen. Gehecht aan onze auto kiezen we voor optie 1 maar in volle vaart achteruit is over deze wegen nog een hele kunst. Door het jankende geluid van de achteruitversnelling krijgt de Afrikaanse reus alleen maar meer zin om Jeu de Toyota te spelen dus besluit ik te keren. Ook dat gaat niet gemakkelijk met de diepe sporen waar we overheen moeten en zo steek ik de auto vakkundig als op mijn eerste rijles 6 keer terwijl de ogen van de olifant indringend door de zijruit steken. Als ik haar eindelijk in mijn spiegels heb geef ik gas en laten we deze spannende eerste ontmoeting met een olifant in Oeganda snel achter ons.
Terug op het hoofdpad komen we nog wat grote reeën tegen die bijna op rendieren lijken, en zien er een hele groep gieren verderop in een boom zitten. We komen op een vredige vlakte waar we achter een aantal safari jeeps langs een diepe vallei rijden. Het uitzicht hier is prachtig ondanks het ontbreken van enorme kuddes aan dieren. De campingbordjes die we volgen komen uit op een militair kamp waar wij dus niet welkom zijn. Om voor het donker onze tent op te kunnen zetten maken we wat haast naar de uitgang waarna we een kilometer verderop bij een prachtig resort uitkomen. Links staan mooie bungalows tussen de bomen gebouwd, rechts rijden we het bos uit naar een open plek waar de kampeerders staan. Ook hier is het rustig met nog 2 stellen. We zetten de tent op, hangen de spullen te drogen en koken ons avondmaal. Daarna lopen we nog even naar het terras bij de bungalows waar je uitzicht hebt op een prachtige oase waar regelmatig dieren te spotten zijn. Ook in de bomen zien we heel wat aapjes rondspringen. Ik het donker lopen we terug naar de camping waar we nog een koude douche nemen. De douche is afgeschermd door een grote ronde muur. Omdat er geen dak is sta je letterlijk in de natuur te douchen met wederom die prachtige sterrenhemel fonkelend als uitzicht. Door de warme en waarschijnlijk droge nacht besluiten we de buitentent niet op te zetten, waardoor we heerlijk koel in de slaapzak liggen met goed zicht op de sterren en vuurvliegjes.
11 februari
Vannacht was een rustige nacht, dankzij de koele tent en wellicht ook de bewakers op het terrein om wilde dieren op afstand te houden. We ontwaken met de ochtendzon van 7 uur en pakken onze spullen in om de 24 uur park entree nog te benutten. We besluiten de onverharde hoofdweg door te rijden naar een noordelijker gedeelte van Ishasha. Onderweg zien we in het gras verderop één waterbuffel staan. Verder lijken de dieren niet in de buurt van deze weg te komen. Als we bij de park ingang komen blijkt dat dit helemaal geen game drive is en we toch echt weer terug moeten naar de ingang waar we gisteren vandaan kwamen. Erg zonde van het op en neer rijden dus met iets meer tempo denderen we terug over de hobbelige zandweg. De auto heeft sinds de bergrit naar Bwindi wel wat piepjes en kraaltjes opgelopen in de vering maar hij houdt het nog goed. Als we bij de ingang komen vertelt de vrouw daar ons dat we nog wat verder die hoofdweg af moeten rijden omdat er bij de barak leeuwen in de boom te zien zijn. En zo rijden we alsnog buiten het betaalde gedeelte van het park op zoek naar leeuwen. In de buurt van de barak kunnen we geen enkele leeuw spotten in de bomen. Het helpt niet mee dat we met onze lage auto nauwelijks over de grassprietjes heen kunnen kijken. Als we zijn omgedraaid en nog steeds niets vinden helpt een gids in een safari jeep ons uit de brand en wijst naar een boom in de verte. Inderdaad, die ene tak blijkt een bijzondere staart te hebben. Met de verrekijker en camera kunnen we redelijk goed zien hoe de leeuw ligt te luieren op de tak met één poot en de staart naar beneden hangend. Heel even draait ze haar gezicht naar ons toe. Het blijft lastig te zien op deze afstand met de schaduw van de boom maar toch hebben we een mooie spot van dit bijzondere tafereel. Als we verder rijden zien we de gids meteen stoppen bij de volgende boom, waar dichtbij een grote oehoe ons aanstaart. Ook prachtig om te zien en eenvoudig om over het hoofd te zien voor ons leken. Helaas zijn de trucks niet altijd bij te houden zonder afscheid te nemen van ons onderstel. Als we het park weer inrijden nemen we een andere route om wat afwisseling te zoeken. We komen als snel op een enorme kale vlakte die veelal afgebrand lijkt te zijn. Met maar één baviaan in de verte te zien beoordeel ik de locatie als geschikt voor een plasstop. Terwijl ik de droge vlakte bevochtig valt het me op dat er stiekem veel meer bavianen rondlopen. Gelukkig blijken ze niet onder de indruk van... nouja... Wat ik wil zeggen is gelukkig kan ik ongestoord mijn ding doen.
Als we verder rijden wordt het landschap meer heuvelachtig en begroeid. Als we omhoog rijden zien we een olifant dicht langs de weg staan te eten. Het plaatje lijkt erg op onze ontmoeting van gisteren en net die ervaring in onze bagage blijven we op afstand. De weg buigt ook licht af waardoor we moelijk kunnen zien wat er voorbij het bosje komt. Na vijf minuten genieten willen we toch ook wel verder maar dichterbij komen is ook spannend. Ik besluit stapvoets de olifant te benaderen en houd haar reactie goed in de gaten. Deze keer steekt de olifant echter vrij snel de weg over en loopt van ons weg. Twee seconden later blijkt waarom. Van achter het bosje komt een jongeman lachend aangereden op zijn boda boda. Hij vertelt ons dat er verderop nog meer olifanten rondlopen. Verbijsterd proberen wij de gevaarlijke situatie van gisteren te rijmen met dit moment waarbij de jongeman op zijn brommer lachend de olifant van zijn pad jaagt. We danken de jongeman en vervolgen onze weg op zoek naar de andere olifanten. Verderop blijkt dat we net op tijd zijn om de hele familie met kleintjes de weg over te zien steken. Kalm en statig lopen de enorme dieren richting het begroeide gebied. Later op de route komen we nog een soort donkere bok tegen en als we weer langs de vallei van gisteren rijden is het deze keer een enorme kudde waterbuffels die hier het landschap vullen. En ook de weg, maar gelukkig maken deze Big Five dieren vrij eenvoudig ruimte voor ons. Toch blijft het spannend om zo dicht langs een groep reuzekoeien met flinke stoothoorns te rijden terwijl ze ons weinig verwelkomend aankijken. Net binnen de 24 uur weten we het park weer te verlaten om vervolgens op een bankje naast een Belgisch stel onze rolex lunch te verorberen. Ze delen hun watermeloen met ons alsook de prachtige foto's van het luipaard dat ze dankzij hun gids hebben weten te spotten.
We rijden verder naar het noorden van Queen Elizabeth NP over de hoofdweg die we vanmorgen ook hadden genomen. Het is een zandweg maar in prima staat. De open vlaktes veranderen in dichte begroeiing en op de weg liggen enorme hopen poep. Een lekkernij voor veel vlinders die vervolgens opvliegen als we dichtbij komen. Zodoende rijden we door een vlinderlaan waar de auto wordt omringd door fladderende witte, gele en blauwe vlinders. Als de weg weer door een open vlakte loopt zien we al snel de chef koks van de vlinders. In de groene vallei lopen twee olifanten, en als we rustiger rijden stijgt het aantal al snel naar 3, 5, 8, 12 en nog een beetje. Het blijft een mooi gezicht om de enorme dieren vredig door het landschap te zien lopen, zeker ook buiten de poorten van het park. Om alles nog net iets meer bijzonder te maken worden we getrakteerd op twee olifanten midden op de weg. Een dubbele déjà vu kun je wel stellen. De twee lopen langzaam onze kant op. Het is de enige weg naar het noorden dus we zullen deze keer het spelletje aan moeten gaan. Henrie rijdt rustig richting de olifanten maar zij blijven vastberaden recht op ons aflopen. Wij, of zij, komen zo dichtbij dat we toch echt achteruit moeten voor onze veiligheid. Poging twee is voor mij. We wisselen ver weg van de olifanten en ik rijd ze rustig tegemoet. Voordat het echt spannend wordt lopen de olifanten via het gras weg van ons. Duidelijk bewijs dus dat mijn rijgedrag afschrikken werkt. We rijden verder en als we een bruggetje overrijden kijken we hoopvol om ons heen of er leven bij het water is. Ik zie de bomen bewegen dus zet de auto stil. Eén voor één springen kleine langharige aapjes naar de volgende boom.
Na deze acrobatische act rijden we door naar een camping bij een klein dorpje. De oudere man die ons ontvangt vertelt over de vele dieren die hier langskomen. Volgens hem kun je eigenlijk gewoon een week bij hem kamperen voor een volledige safari ervaring. We zien de wilde zwijnen rondgrazen tussen de bungalows, de antilopen een veilige haven vinden bij de toiletten en verderop ik het grasland staan de waterbuffels. Hij vertelt dat olifanten en soms leeuwen een bezoekje brengen in de avond en nacht. Een super veilige plek om onze tent hier op te zetten als enige bezoekers dus. De heren daar stellen ons gerust dat de lampen de leeuwen op afstand zullen houden, en als je naar het toilet gaat wel eerst even hun wakker maken graag. Wij starten ons ritueel van tent opzetten, was drogen, avondeten koken en douchen. 's Avonds drinken we nog een thee in het kleine restaurantje met twee man personeel helemaal voor ons alleen. Dan roept eentje ons naar de deur en als we naar buiten kijken geloven we onze ogen niet. Op nog geen 10 meter van ons vandaan staat een volwassen olifant van een struik te eten. Zo ontzettend dichtbij, zo kalmpjes en aan de reactie van de jongemannen te zien is dit duidelijk heel normaal. Ze moeten wel lachen om onze reactie en terwijl wij met zijn vieren genieten van dit bezoek wordt de struik aan flarden gescheurd door de hongerige reus. Na een paar minuten loopt de olifant verder en zo'n 15 meter van de tent vandaan verdwijnt ze in het donker. Terwijl ik blij ben met zo'n geweldige ervaring en de vredige reputatie die olifanten hierdoor hebben voor ons, is Henrie nog wel wat ongerust over de nacht en terecht natuurlijk. De avond is verder rustig en we vallen in slaap na weer een lange, warme dag met veel indrukken.
12 februari
Rond 2 uur afgelopen nacht ging de muziek in een bar in het dorp op vol volume en werden we wreed gewekt door, volgens een van de jongemannen, slechte muziek. Ik had daarop oordopjes ingedaan en heb als een roos verder geslapen. Henrie was nog even wakker en toen de muziek weer stil was, hoorde ze een zwaar ademend dier aan het gras trekken dicht bij de tent. Ik hoor dit verhaal met grote ogen aan (shit, weer een avontuur gemist) en als we om ons heen kijken ligt er inderdaad op zo'n 5 meter van de tent af olifanten poep en een hoop kapotte takken. God wat waren wij blij dat we de scheerlijnen niet hadden gespannen want het arme dier was er ongetwijfeld over gestruikeld en dan was het aan ons en de tent geweest om haar een zachte landing te bezorgen. Met deze ervaring, in ieder geval voor Henrie, in de pocket kunnen we tevreden verder op pad. We besluiten om de crater lakes te bezoeken waar velen die we hebben gesproken enthousiast over waren. Als we de afslag nemen naar de route blijkt dat dit ook in het betaalde gedeelte ligt, en ook dat we hier niet mogen rijden zonder bewaking. Dit betekent dat we een uur moeten wachten op een auto met twee gewapende militairen die achter ons aan rijdt in het park, in het geval we autopech krijgen en er geen telefoon bereik is. Het voelt vreemd om onder militaire begeleiding door een national park te rijden maar deze gratis service is ook wel weer een beleving. De route kent steile stukken op slechte bodem, maar onze doorgewinterde Toyota rolt op haar gemakje over de route met de inmiddels vertrouwde piepen en bonken. Ik de verte zien we het eerste kratermeer liggen. Het is enorm, maar door de afstand en begroeiing zien we er niet veel van. De rest van de route kijken we tegen een hoge berm met begroeiing aan en komen nog geen duif tegen. Ik blijf in mijn spiegels kijken of onze bewakers stoppen omdat zij iets hebben gezien maar ze blijven ons trouw en gedisciplineerd volgen. Aan het einde van de route vertellen onze sergeanten ons dat de route geen 'game drive' is maar puur voor de mooie uitzichten (die wij dus niet hebben gezien met onze lage auto). Zeggen ze nu pas...
Dan maar via de weg langs de rivier naar het game drive gedeelte. Helaas blijkt ook dit een saaie en vermoeiende route te zijn en zo zijn de eerste drie uren van de 24 onnodig saai geweest. Maar dan komen we bij Kasenyi aan, het gedeelte binnen Queen Elizabeth NP waar grote kans op leeuwen en luipaarden is. De reden daarvoor zou de enorme hoeveelheid prooidieren moeten zijn, maar daar zien we er relatief weinig van. We rijden de hele dag verdwaald over afgelegen zandwegen die de navigatie apps niet kennen, zonder een auto of spraakmakend dier te zien. Teleurgesteld rijden we via de hoofdweg in dit park; een afschuwelijke zandweg vol met grote scherpe stenen en diepe kuilen die de Toyota met haar kale banden op de proef stelt, evenals de schokbrekers van onze ingewanden. De weg eindigt in een klein dorpje, ja midden in het national park. De berm is bezaaid met plastic afval en de het is chaotisch op straat met mensen, geiten en voertuigen die allen geen ruimte willen maken voor ons. Maar wij moeten nog wat verder, en eenvoudige bordjes met de naam van onze beoogde camping leiden ons tussen de huizen over een willekeurige zandvlakte naar een grasstrook naast Lake George waar we voor een kilometer bandensporen volgen. De camping kent een viertal mooie bungalows en langs de waterkant is er ruimte om een tent op te zetten. Deze camping is nog meer afgelegen en eenvoudig dan we tot nu toe hebben gehad. Maar de locatie zo in het park, aan het water maakt het interessant genoeg om in de snikhete zon onze tent toch op te zetten. We willen ons ritueel vóór 6 uur hebben afgerond zodat we nog een vroege avondrit kunnen maken in de hoop dat de roofdieren dan actief worden. Onder het lacherig geknor van de nijlpaarden die aan de waterkant liggen maken wij ons klaar voor een veelbelovende avondrit. Die blijkt echter vies tegen te vallen omdat het lang rijden is over die vreselijke rotweg voordat we weer op een 'game drive' route komen. Het is inmiddels donker aan het worden dus wild spotten kan alleen met de lamp wat het niet makkelijker maakt. En aangezien we volgens het huurcontract niet 's avonds mogen rijden, en deze omstandigheden verre van ideaal zijn om autopech te krijgen, besluiten we terug te keren en deze trip als een verkenning voor morgenvroeg te beschouwen. Om 8 uur 's avonds komen we weer bij de camping aan waar rondom onze tent tientallen oogjes van antilopen (waterbock?) oplichten door onze koplampen. De jongens die het runnen hebben avondeten achter het toiletgebouw. Als ik het weinig verzorgde toilethokje binnen loop voel ik ik het donker een gekko die vanaf het plafond via mijn elleboog naar beneden valt. Een schrikmomenten maar gelukkig kon ik het schattige beestje snel thuisbrengen door het plakkerige gevoel. Voordat ik de tent in duik geniet ik nog even van de sterren die ook hier weer in volle glorie de nacht sieren. Terwijl ik al in de tent lig, wijst een jongeman Henrie erop dat de nijlpaarden aan land zijn gekomen. Kleiner dan bij lake Mburo maar niet minder spannend om drie nijlpaarden zo dicht bij de tent aan het grazen te zien. De jongens blijven er op schijnen totdat ze in het riet verdwijnen. Wij gaan snel slapen, zodat we morgenvroeg in het donker om 6 uur nog kunnen starten aan onze vroege ochtendsafari. Want iedereen zegt dat tussen 7 en 8, de leeuwen écht niet te missen zullen zijn.
Patagonië deel 4
22 februari
Het is nog redelijk donker als ik wakker word. De wind waait weer stevig door de hoge bomen. Ik hoor een aantal mede kampeerders de tent uitgaan en vanuit een tent dichtbij schijnt ook een zaklamp
op en neer. Het zijn vast geen nachtplassers die allemaal wakker zijn geworden van elkaar, nee ik denk dat zij eerder de berg opgaan om de zonsopgang mee te maken. Gezien mijn teleurstellende
ervaring met mijn vorige zonsopgang avontuur en het feit dat ik gisteren al goed heb genoten van Mount Fitz Roy besluit ik me nog even lekker om te draaien. Het volgende moment dat ik wakker word
is de zon inmiddels ook actief en is het 8.30u. Er waait nog steeds een stevige wind maar doordat ik er inmiddels aan gewend ben voelt deze minder dreigend. Wel zorgde hij ook deze keer voor een
frisse nacht, waardoor ik tegen het randje van comfort aanzat met mijn fijn donzen slaapzak. Ik kleed mij aan, stop een waterfles in mijn kleine rugzakje en ga op pad naar een uitzichtpunt een
uurtje verderop. Het is nog rustig op het wandelpad en wellicht daardoor loop ik langs een enorme haas die dicht bij het pad rondhupst. De route loopt parallel aan het gebergte en gaat veelal door
de bossen wat erg fijn is met deze straffe wind. De zonnestralen prikken soms tussen de bladeren door en zorgen voor een aangename wandeltemperatuur. Eventjes loopt de route door een open stuk
langs een meer en meteen probeert de wind mij van mijn route af te blazen. Ook neemt hij een paar druppels mee vanuit de bergen waar wat lager bewolking hangt. Het uitzichtpunt biedt door die
bewolking ook geen echte prachtplaatjes op de bergen. Het is druk bij het uitzichtpunt door een groep Amerikanen die van de andere kant af zijn aangekomen. Hun gids vertelt mij dat er verderop deze
route weinig spannends te vinden is voor mij, op misschien een open uitzicht iets verderop. Ik besluit daarom nog iets verder te lopen maar het punt waar hij waarschijnlijk op doelde biedt weinig
nieuws aan de horizon. Zonder eten of regenkleding bij me lijkt het mij verstandig om weer terug te gaan naar de tent. Op de terugweg spreekt een jongen mij aan die mij herkent van mijn heenweg
vanmorgen en vraagt mij welke kant ik nu eigenlijk opga. Hij blijkt een tourgids te zijn en vertelt me dat een stuk verderop wel degelijk een gave plek is. Maar dat is wel nog 'n uur of drie langer
lopen, dus dat haal ik met mijn beperkte rugzak niet. Hoe jammer ook, ik besluit die plek niet later alsnog op te gaan zoeken maar terug te gaan naar El Chalten om daar een bus te regelen naar mijn
volgende bestemming. De terugweg vanaf de campsite is nog een aardige tocht dus ik doe er goed aan daar een start mee te maken. Als ik een uur later terug ben bij de tent ben ik blij deze droog in
te kunnen pakken. Naast mij is net een meisje gearriveerd die haar haringen onderweg is verloren. Ik help haar om de tent windproof op te zetten met alle stenen die we in de omgeving kunnen vinden.
Ik eet mijn laatste brood en crackers op en in de middag begin ik dan aan de weg terug. Binnen 10 minuten voel ik de eerste druppels aan komen waaien en is er ook meer en meer bewolking zichtbaar.
Het regent nog niet eens zo hard maar de wind slaat de regen letterlijk tegen mij aan. De zonnebril is daardoor je grootste vriend, want naast zon houdt hij ook het aanwaaiende zand en de regen uit
je ogen. Om de verwoestende wind even te ontwijken draai ik mij soms om en mag dan genieten van de enorme bergen waar ik de afgelopen dagen heb gewandeld. Na een paar uur slingeren door het
landschap krijg ik uitzicht op de mooie vallei waar El Chalten ligt. Door de harde wind heb ik echter weinig zin om bij alle uitzichtpunten lang stil te staan. Er volgt nog een flinke afdaling maar
ik ga vlot naar beneden waar de wind ook wat rustiger is. Ik loop meteen het hele dorp door naar het beginpunt waar ik een kaartje kan kopen voor de bus naar Los Antiguos, een klein plaatsje aan de
grens met Chili. Dollars worden bij het ticketbureau niet geaccepteerd dus ik loop eerste naar de overkant van de straat om bij een kroeg mijn dollars in te wisselen tegen pesos. Bij het busstation
kom ik de Duitse jongen tegen die mij in Ushuaia op weg hielp toen ik daar in mijn BnB arriveerde. Hij reist samen met een andere jongen en zij nemen vanavond dezelfde bus dus we zullen elkaar
later nog wel spreken. Het duurt nog drie uur voordat de bus vertrekt dus ik zie ruimte om nog even naar een uitzichtpunt aan andere kant van de stad te hiken. De hike naar het uitzichtpunt zelf
duurt maar een half uurtje. De combinatie van invallende duisternis, bewolking en harde wind maken het uitzicht niet bepaald om van te genieten. Gelukkig had ik die verwachting ook niet en was dit
meer om nog even gebruik te maken van de overgebleven tijd. Alles bij elkaar ben ik een goed uur later weer bij het busstation waar ik mijn overgebleven eten als avondeten verorber. Met name de
groenten en noten mogen op omdat die niet mee de grens over mogen morgen. Als laatste kan ik wederom 15 minuten naar de andere kant van de stad lopen, waar ik vanmiddag ook arriveerde vanuit de
bergen, om de rest van mijn spullen weer uit het kluisje te halen, alles in de backpack te proppen en weer 15 minuten terug naar het busstation te lopen. Het levert mij wel een minimale wachttijd
op alvorens ik op de bus kan stappen. Er zijn opvallend weinig mensen in de bus met twee verdiepingen waardoor ik alle ruimte om mij heen heb. Erg fijn vooruitzicht van weer een lange busreis waar
ik ook hoop nog een oog dicht te kunnen doen. Voordat het zover is geniet ik nog even van het uitzicht buiten. Dit begint met een vuurrode zonsondergang tussen de bergen van El Chalten. En als de
zon goed en wel achter de horizon is verdwenen rijden we in het steppegebied zonder enige lantaarnpaal of gebouw. En dat betekent dat ik volop kan genieten van de vele sterren die de volledige
hemel bedekken. Fonkelende sterren, de Melkweg die een brede witte streep door de lucht trekt en zag ik nou goed dat daar een vallende ster voorbij kwam geschoten?... Het duurt altijd even voordat
ik mij weer kan omdraaien van dit uitzicht maar de behoefte om wat slaap te pakken wint het uiteindelijk van dit natuurpracht. Nog voordat ik in slaap val vervolgt de bus over een onverharde weg
wat nogal wat impact heeft op het slaapcomfort. Tot mijn verbazing maken we ook een paar zeer willekeurige stops met de bus in niemandsland, waarbij ik twijfel of iemand hier nu uitstapt of dat de
buschauffeur controleert of alle wielen er nog aanzitten na al dat getril. Enfin, voor mij tijd om de stoel weer plat te gooien en te gaan slapen. Als dat net gelukt is, maakt de bus een tussenstop
in een klein plaatsje waar we twee backpackers oppikken. Helaas zijn deze helemaal niet van plan om te gaan slapen en praten hardop in de donkere bus vol mensen die proberen te slapen. Met momenten
weet ik wat te slapen onderweg. Een onbekende tijd later stappen de twee weer uit bij een ander klein plaatsje en kan ik nog wat korte slaapmomenten pakken.
23 februari
Als ik wakker word is het buiten al licht en staat de bus stil in Perito Moreno, de grootste plaats in deze verlaten omgeving. Inderdaad, het draagt dezelfde naam als de gletsjer bij El Calafate,
maar het is er honderden kilometers vandaan. De bus rijdt vervolgens nog anderhalf uur naar de eindbestemming vlak voor de grens met Chili. Ik kan ondertussen een beetje wakker worden en genieten
van de bergen in de verte. De tijd gaat sneller dan ik had verwacht en voor ik het weet stap ik uit de bus om 7 uur 's ochtends. De wereld hier slaapt nog en er zit niet veel anders op dan de
grensovergang lopend over te gaan en te hopen dat ik nog een lift kan pakken. Ik neem afscheid van de Duitser en zijn reisgenoot want ergens heb ik de stille hoop dat ik in Chili de veerboot van
8.00 uur kan halen. Niet erg realistisch, maar aangezien de boot maar één keer per dag gaat en er weinig alternatieven lijken te zijn kan ik er maar beter voor gaan. Terwijl ik richting de grens
loop komt er zo nu en dan een auto vanaf de andere kant voorbij rijden. In mijn richting komt er totaal geen auto aan dus liften zit er helaas niet bij. Aan het einde van het dorpje kom ik ook nog
langs een wegafzetting, wat vast niet meehelpt om het verkeer richting de grens te stimuleren. Zo vervolg ik mijn weg lopend met mijn overvolle rugzak naar de Argentijnse douane. Hier aangekomen
word ik uiterst vriendelijk geholpen door de douaniers. Ik kan hier ook mijn waterflessen vullen wat geen overbodige luxe is met de kilometers die nog volgen tot de grenspost van Chili. Ik loop
verder over de verlaten weg. Om één of andere reden konden ze geen brug over de rivier bouwen tussen de twee grensdorpjes in, maar moet ik met een omweg naar een ander oversteekpunt toe. Na twee
kilometer komt er een tourbusje aanrijden. Tot mijn vreugde stopt deze om mij de volgende drie kilometer tot de grens mee te nemen. De man spreekt geen Engels, maar ik begrijp dat hij vandaag een
groep toeristen naar een bepaalde toeristische attractie brengt. Aangekomen bij de Chileense grens heb ik mij te verantwoorden bij drie luikjes en een heel immigratiedocument in te vullen. Als
laatste is de tassencontrole aan de beurt waarmee ik afscheid moet nemen van mijn voorraad noten en rozijnen. Inmiddels zijn de Duitser en zijn reisgenoot ook gearriveerd dankzij een lift die zij
konden nemen. Terwijl zij aan het hele incheckproces beginnen, kan ik met de vrouw die hen hierheen heeft gebracht verder liften naar het plaatsje Chile Chico. Het kleine dorpje heeft niet veel te
bieden, maar gelukkig vind ik hier wel een busstation met diverse verkoopkantoren. Het is inmiddels half 10 dus de veerboot heb ik al gemist. Voor de zekerheid loop ik toch als eerste even bij het
kantoortje van het bootbedrijf binnen om te vragen wat de opties zijn. De man vertelt mij via Google translate dat er een spontane extra veerboot is ingezet die om 13 uur vertrekt. Ik kan geen
ticket kopen maar moet daar gewoon op tijd verschijnen en contant betalen. Wat een geweldige kans om mijn reis vandaag al voort te zetten! Ik loop een supermarkt binnen waar ik in een louche
kantoortje mijn dollars kan wisselen tegen Chileense Pesos waardoor het contante geld alvast geregeld is. Vervolgens loop ik naar het vertrekpunt van de veerboot en vraag bij het benzinestation
daar of ik mijn backpack hier kan achterlaten. Ontdaan van de zware rugzak ga ik in de warme zon op zoek naar een plekje om te eten. Dat vind ik uiteindelijk bij een Pizzeria, de enige die vóór 12
uur al warm eten serveert. Terwijl ik op de stoep mijn pizza eet ontmoet ik een Portugees stel dat onderweg is naar Argentinië. Ik geef ze wat tips en zie ook de kans om mijn resterende Argentijnse
pesos in te ruilen voor Chileense pesos. Om 12.30u is het tijd om richting de veerboot te lopen. En zowaar staat daar een veerboot klaar en een korte rij auto's om aan boord te gaan. Als ik naar de
boot toeloop staat er een man met een lijst namen in zijn hand. Hij vraagt mijn naam en als ik hem vertel dat ik nog geen ticket heb gekocht roept hij hard en ontdaan "No ticket?!" en geeft mij de
indruk dat ik niet goed bij mijn hoofd ben dat ik denk mee te mogen zonder vooraf een ticket te kopen. Achter mij staat een Chileense man die hetzelfde probleem heeft. Hij geeft zijn ID kaart af en
de man van de boot loopt ermee weg. Daar sta ik dan, niet wetende of ik deze eindbaas weet te verslaan op mijn queeste. Als de kapitein weer aan komt lopen duw ik hem een kopie van mijn paspoort in
zijn handen. Hij neemt deze aan, waarop ik geen moment twijfel en achter de Chileen aan de boot oploop, mijn tas afgeef bij het voorraad hok en plaats neem in de passagierscoupé. Wat er ook
gebeurt, ik ben dadelijk in ieder geval aan de overkant. Als de boot vertrekt neem ik kijkje op het bovendek. Zoals te verwachten was vang ik hier erg veel wind, dus na even te genieten van het
blauwe meer en de witte bergen op de achtergrond ga ik weer naar binnen. Als de boot een half uur onderweg is ga ik op zoek naar de man met mijn paspoortkopie. Hij lijkt intussen ook naar mij op
zoek en zo vinden we elkaar. Ik betaal hem omgerekend 2,- en blijkbaar is het allemaal dus niet zo'n groot probleem als hij deed voorkomen. De boottocht duurt in totaal twee uur waarin ik wat
afwissel tussen in een boek lezen en even naar buiten om het uitzicht te bekijken en uit te waaien.
Als ik aankom in het dorpje aan de overkant, kom ik er al snel achter dat er geen bussen meer rijden vandaag. Die zijn natuurlijk niet afgestemd op deze ongeplande veerdienst. Er zijn wel wat hostels te vinden in het dorpje, maar mijn doel is uiteindelijk Cerra Castillo dus het is ook de uitdaging om nog zo ver mogelijk te komen. Ik besluit naar het einde van het dorpje te lopen om daar te liften. Er staan al enkele lifters dus uit beleefdheid ga ik voorbij hen staan, zodat zij als eerste gezien worden door de auto's. Mijn voordeel is dat ik in mijn eentje ben, en dat maakt met een backpack per persoon nogal een verschil. Met mijn enorme rugzak op mijn rug slenter ik langs de grote weg door het onbewoonde gebied, in de hoop dat voorbijkomende auto's het met mij te doen hebben. Veel auto's gaan er niet deze richting op dus ik vraag me sterk af of ik vanavond toch niet terug naar het dorpje moet om te overnachten. Dan stopt er een pick-up met een gepensioneerd stel erin. Zij gaan naar Coyhaique, wat voor een groot deel dezelfde richting op is. Dankbaar stap ik achterin en neem de lift tot de T-splitsing 30 kilometer verderop. Zoals te verwachten kunnen de twee geen Engels dus helaas ook deze keer geen boeiend gesprek met de Chilenen die hier op vakantie zijn. Ik schat in dat de nieuwe auto gehuurd is en zijn wat angstige, onwennige rijstijl op de bergwegen bekrachtigt dat vermoeden. Toch komen we veilig en spoedig aan bij de 't splitsing waar onze wegen splitsen. De man draait de weg op in de richting van mijn bestemming en ik verbaas me dat hij mij daar bij het parkeerplaatsje gaat afzetten. Maar wanneer hij ziet dat mijn bestemming nog maar 8km verderop is besluit hij verder te rijden naar Villa Cerro Castillo. Voor de tweede keer geef ik de man een Muchas Gracias. Als we 2km voor het dorpje zijn ziet hij een lifter aan de andere kant. Hij stopt om te vragen waar de jongen naar toe moet en hij blijkt naar Coyhaique te moeten, de eindbestemming van het stel zelf. En dan word ik verrast door de boodschap dat ik hier dien uit te stappen en het laatste stuk maar moet lopen om plaats te maken voor de andere lifter. Terwijl ik mij afvraag of ik toch Spaans had moeten leren, of mij vooral een keer had moeten douchen in de afgelopen dagen, slenter ik met mijn spullen langs de bergweg naar mijn bestemming. Een stuk dat voor hem 3 minuten rijden was en voor mij 30 minuten lopen. En zo eindig ik de dag zoals ik mijn reis deze ochtend ook begon, lopend langs de grote weg. Aangekomen in het dorpje ga ik op zoek naar een slaapplek of WiFi om iets te boeken. Na heel wat slenteren door de straatjes van het kleine en uitgestorven dorpje vind ik een woning die zich ook als hostel presenteert. Ik loop binnen door de half openstaande deur maar kan niemand vinden. Wel zie ik een WiFi code die mij verder kan helpen in de zoektocht. Op dat moment komt een oudere vrouw aan die mij naar hun schuur leidt die is omgebouwd tot hostel. Het biedt een grote gezamenlijke ruimte met keuken en ik kan één van de zes kamers uitzoeken aangezien er verder niemand aanwezig is. Ik stal al mijn spullen uit op het tweede bed en zoek mijn spullen om te gaan douchen. Ondertussen blijken er toch meer en meer bezoekers nog in de avond het verstopte hostel te vinden. Ik zoek snel de badkamer op om na vijf dagen eindelijk weer te genieten van een douche. Daarna doe ik wat eenvoudige boodschappen in het klein supermarktje waar voornamelijk blikvoedsel te vinden is. Tijdens het koken en eten heb ik een leuk gesprek met een Duits stel dat hier met hun huurauto naartoe zijn gereden en morgen ook de hike in Cerro Castillo willen gaan doen. De weersvoorspellingen voor de komende dagen zijn wat onstuimig, dus ik heb al besloten om er geen meerdaagse hike van te maken maar hoop om net als hen morgen het uitzichtpunt van de hoogste berg te kunnen hiken. Na het eten gaan we dan ook snel naar bed, het was ook weer een lange en vermoeiende dag voor me.
24 februari
Na heerlijk te hebben uitgeslapen word ik wakker terwijl ik de regen buiten hoor druppelen. Geen haast om te gaan hiken dus ik doe rustig aan. Het Duitse stel heeft al besloten om hun plannen te wijzigen en deze ochtend alweer richting hun volgende bestemming te rijden. Ik spendeer de ochtend achter mijn telefoon, rustig wachtend tot de regen voorbij is. Net als ik mijn brunch klaarmaak begint het op te klaren, maar ik heb geen zin om te haasten met eten. Ik pak mijn spullen, en uitgerekend nu is de badkamer bezet door iemand die lang blijkt te douchen. Daardoor vertrek ik uiteindelijk rond half twaalf, later dan ik had gehoopt. Het is tenminste goed opgeklaard buiten en met goede zin start ik de tocht. Als ik bij de ingang aan de overkant van het dorp kom, blijkt deze afgesloten te zijn. De ingang bij de parkranger is nog eens een uur langer lopen. Een stel dat ik hier tegenkom ziet dat al niet meer zitten, maar mijn goede zin zorgt ervoor dat ik mijn schouders ophaal en vol goede moed dat extra uur langs een saaie onverharde autoweg begin. Zo kom ik om 13 uur bij de ingang van het national park. Een jonge ranger van een jaar of 22 vertelt mij dat de ingang vanaf 12 uur gesloten is. Het is ruim 4 uur naar het uitzichtpunt Cerro Castillo en daar wordt iedereen om 16 uur weer naar beneden gestuurd zodat iedereen weer voor het donker het park uit is. Terwijl zijn boodschap "helaas pindakaas" is voel ik met mijn vastberadenheid om vandaag deze hike te doen ruimte om hem over te halen mij binnen te laten. Ik loop wel wat meer door, en als ik het niet op tijd red is dat mijn risico. Hij gaat er vrij gemakkelijk mee akkoord. Vervolgens geeft hij aan dat ik 25.000 pesos moet betalen dan de eerder genoemde 15.000 omdat ik geen Chileen ben. In mijn hoofd word ik wat opstandig en gezien het overhalen van de ranger goed lijkt te lukken, overtuig ik hem ervan dat ik dat kortingstarief wel kan betalen omdat ik nu al minder tijd in het park heb en niet eens weet of ik de top bereik. Dit alles met een duidelijk gevoel van tijdsdruk, waardoor de jongen akkoord gaat en mij als Chileen laat inschrijven op het formulier. Zo loop ik een paar minuten later het park in met nog meer goede zin en het gevoel dat vandaag mijn dag is. Nu nog zien dat ik die top bereik voor vier uur. Dat betekent een flink tempo erin, ondanks de flinke stijging die zich al meteen inzet. Maar met slechts een dagrugzak gaat dat lekker. Ik loop in dun begroeide bossen waardoor er regelmatig uitzicht is op de bergen bovenin. Het pad is goed stijl en ik vraag veel van mijn benen om in tempo te blijven klimmen. Het is zwaar en tegelijkertijd ook belonend dat dit lukt. Als ik een tijdje onderweg ben kom ik nog twee jonge rangers tegen met een flinke rugzak, en een stel dat zich al aardig stuk heeft gelopen. Het zonnetje schijnt maar het is een frisse dag met ook hier natuurlijk aardig wat wind. Het is een lekkere temperatuur om te sporten dus met T-shirt en korte broek blijf ik mijn tempo vast houden. Cerro Castillo pakken ze niet van me af! Als ik even stop om te rusten zie ik achter mij de vallei met het dorpje al ver weg en daarachter het grote meer waar ik gisteren overheen ben gevaren. Een mooi uitzicht om op de terugweg van te genieten, maar nu weer op naar boven. Ik zet muziek op om de goede moed en het tempo erin te houden. Verderop arriveer ik bij een checkpost met ook hier allemaal jongeren. Hier registreren ze mij weer en ik moet een lulverhaal ophangen waarom ik zogenaamd Chileens ben maar geen Spaans spreek. Ik geef aan dat ik net verhuisd ben voor werk. Als het meisje vraagt wat voor werk ik dan doe, reageer ik met "dat kan ik niet zeggen". Dat helpt, want ze reageert alsof ik een soort James Bond ben en biedt haar verontschuldigingen aan dat ze ernaar vroeg. Ze geeft aan dat het nog ruim een half uur is naar de top. Het is nu pas 14.45, dus dat gaat lekker! Het laatste stuk is rotsachtig en vraagt om flinke stappen om omhoog te klimmen. Met momenten komt er een flinke windvlaag voorbij waar ik al voor gewaarschuwd was. Er komen een aantal meerdaagse hikers naar beneden gelopen die aangeven dat er vanmorgen onweer en flinke regen was. Daar is nu niets van te merken met nauwelijks bewolking en het droge pad. Ik loop het pad verder omhoog en als ik over de heuvelrug ben zie ik het eindpunt enkele tientallen meters verderop. En daar sta ik dan, hoog in de bergen bij het bergmeer met uitzicht op Cerro Castillo. Het is 15 uur wat betekent dat ik 7 kilometer en 1300 hoogtemeters in twee uur omhoog ben gegaan. Wauw, wat een ongelofelijk persoonlijk record! Het was een mooie maar zware route en ik ben op een prachtige plek als beloning, maar het feelgood gevoel wat ik vanaf de gesloten ingang ervaarde en is gegroeid gedurende de tocht met deze eindtijd als resultaat is heerlijk. De half besneeuwde Cerro Castillo voor het blauwe gletsjermeer is een mooi plaatje, tegelijkertijd wel herkenbaar van mijn vorige hikes. Ik ben blij dat het goed is opgeklaard waardoor er deze keer geen pak wolken voor de top hangt. Het is winderig en ik trek snel een jas aan om niet te hard af te koelen. Na wat rust met een snack en het maken van een aantal foto's keer ik weer om richting dezelfde weg terug. Het grote meer en het kleine dorpje zijn allemaal in de verte te zien in het mooie panorama over de vallei. Ongelofelijk dat ik in drie uur van het dorpje daar in de verte naar deze plek ben gelopen. Het mooie van hiken vind ik dat je erachter komt hoever je eigenlijk kan komen met de benenwagen.
De steile afdaling gaat ook vlot dankzij de lichte rugzak. Op het rotsachtige stuk kom ik de rangers met zware rugzakken weer tegen. Ook het eerder al uitgeputte stel is nog onderweg, maar ik betwijfel of zij echt voor vier uur boven zijn. Ook een nog onbekend gezicht loopt naar de top en ik vermoed dat ook hij later het park nog binnen is gekomen, zeker gezien zijn tempo. Met eenzelfde vaartje maar minder haastig vervolg ik mijn weg naar beneden met regelmatig het mooie uitzicht over de vallei voor me. En zo loop ik ook in twee uur weer door het afwisselende bospad naar de uitgang. Het verbaasde gezicht van de ranger als hij mij hier weer ziet maakt voor is een mooie afsluiting van deze energieke tocht. Het laatste anderhalf uur naar het dorpje toe gaat op de automatische piloot. De wind begint op te rukken en naast mij zie ik enorme zandstormen voorbij komen. Terug in het dorpje koop ik wat pasta en groenten om vervolgens mijn welverdiende avondmaal in het hostel te bereiden. Doordat de afgelopen dagen sneller gingen dan gedacht, en de weersvoorspelling zich niet ontleent voor meer hiken, probeer ik nog en tour vanaf hier te regelen naar de marmergrotten hier in de buurt. Helaas lijkt dat onmogelijk voor morgen. Dus morgen kijk ik wel weer verder hoe ik de laatste dagen in Chili besteed. Nu eerst maar lekker naar bed.
25 februari
Ik word op tijd wakker en pak mijn spullen om vandaag richting Coyhaique te gaan, in de verwachting dat er in deze grotere plaats meer te beleven is. Ik loop naar het bushokje langs de grote weg waar geen schema op staat en verder niemand is te vinden. Op internet had ik gelezen dat er om 8.30u een bus zou komen dus ik gok het er op. Desalniettemin blijf ik bij voorbijgangers mijn duim opsteken om niet volledig te vertrouwen op die bus die misschien kot. Om 8.15u stopt er iemand om mij een lift te geven tot het kruispunt naar de veerboot 8 kilometer verderop. Dat is in ieder geval een start de goede richting op. Bij het kruispunt is ook een bushokje waardoor ik die eventueel ook weer kan pakken. Ik vervolg mijn liftpoging maar geen van de voorbijgangers pikt me op. Het lijken vooral de minder dure auto's die openstaan voor een lifter. Gelukkig heb ik een mooi uitzicht over de vallei en het gebergte, maar het is wel fris en na een uur ben ik het wel een beetje beu. Vanuit de weg naar de veerboot komt een taxibusje die richting Cerro Castillo draait. Hij stopt, en roept iets naar mij. Ik loop naar hem toe en ik vermoed dat hij zegt dat hij uiteindelijk richting Coyhaique gaat. Ik besluit in te stappen bij de bus waar enkele passagiers al inzitten. En zo ben ik twee uur later weer op de plek waar vanmorgen mijn liftavontuur startte. Inmiddels staat het bushokje vol met backpackers en de chauffeur probeert er zoveel mogelijk in zijn busje te proppen. Ik ben dan toch blij dat ik dankzij mijn lift avonturen al in het busje zat om gegarandeerd te zijn van de rit. Naast mij zit een Nederlands stel die mij vertellen over hun spannende meerdaagse hike in de bergen ten tijde van de storm en dodelijk harde wind. De jongen heeft het letterlijk over doodsangsten uit hebben gestaan, en uit het verhaal maak ik op dat ik er goed aan heb gedaan niet de meerdaagse tocht te hebben geprobeerd met dit weer. En dat ik mij gelukkig kan prijzen met de eerder gelopen hikes. Even verderop merken zij ook op dat de bergen hier veel meer besneeuwd zijn dan enkele dagen geleden. De twee uren in de bus gaan snel voorbij dankzij het leuke gesprek. Zo snel dat het afscheid wel heel plots is als het stel bij hun hostel dient uit te stappen. Als laatste word ik bij mijn hostel afgezet. Op dat moment krijg ik een LinkedIn bericht van de jongen uit de bus om samen te eten vanavond. Enorm gaaf dat ze mij zo hebben gevonden om de gezelligheid voort te zetten. Ik leg mijn spullen weg en kan de stad in om lunch te regelen en alsnog de tour naar de grot proberen te boeken. Uiteindelijk lukt dat via een toeristeninformatiepunt vanwaar ik een hele lijst touroperators kan whatsappen. Coyhaique is een grotere plaats maar verder weinig spannends te beleven. Aan het eind van de middag bezoek ik het stel in hun hostel waar we gezellig wat borrelen en vervolgens naar een vegetarisch restaurant gaan. Het wordt later dan ik had gepland maar heb er zeker geen spijt van om zo de dag waardevol te hebben besteed. Maar dan neem ik toch echt afscheid van de piloot en stewardess die morgen alweer vertrekken. Om 22:30 lig ik op bed en zet de wekker om 5:15.
26 februari
Vannacht ben ik ziek geworden van 't eten. Al die weken heb ik vooral geleefd op rauwe wraps, rauwe groenten en kaas buiten de koelkast zonder problemen. Ga je een keer naar een restaurant zonder vis of vlees, krijg je door de 'pro' toch iets voorgeschoteld wat het liefst zo snel mogelijk je lichaam weer verlaat. Het zorgde vooral voor nog minder slaap en weinig energie vandaag. Gelukkig weet ik het redelijk te controleren dus ik besluit om niet de hele dag zielig in mijn kamer te blijven maar de laatste dag hier volledig te benutten. Uitslapen had in deze toestand geen slecht idee geweest, maar daar sta ik dan om 5:30 te wachten op mijn taxibusje, niet wetend hoe ik mij door de dag ga voelen. In het donker stap ik in het busje dat in totaal zes man ophaalt en dan ben ik weer op weg richting Cerro Castillo. Ironisch genoeg is er ook nog een pauzeplek in het dorpje waar ik twee dagen heb verbleven maar van waaruit ik helaas niet deze tour kon regelen. Snel na de stop komen we op een onverharde weg waar we uiteindelijk nog bijna drie uur overheen rijden. Het eenvoudige bankje achterin de bus biedt nul demping en ook mijn verzwakte toestand helpt niet om deze trip fluitend door te komen. Toch valt het mij niet tegen hoe mijn maag het houdt en tegen de middag komen we aan bij een klein plaatsje aan het eind van het grote meer. Hier kan ik mijn verlate ontbijt nemen om weer wat energie en vulling in mijn lichaam te krijgen. Dan rijden we richting de haven waar we een camouflagekleurige poncho en reddingsvest aangereikt krijgen. Gekleed als knullige matrozen stappen we in een grote speedboot die met een flinke snelheid het meer op vaart. Waar ik onderweg de hele ochtend naar de regendruppels heb gekeken zitten we hier zowaar in het zonnetje, wat ook de schipper niet had verwacht vandaag. Kortom, geen dag om te hiken maar de ideale dag om op dit tijdstip in een boot te stappen. Dan komen we aan bij de marmeren rotsen die onderaan helemaal zijn uitgesleten door erosie waardoor ronde gaten / grotten zijn ontstaan. Het is een uniek fenomeen wat blijkbaar alleen hier te vinden is. De boot kan een aardig stuk de grotten invaren waardoor je mooi de marmer structuur en laagjes kan aanschouwen. Net als gedurende de busrit is ook hier de gehele tour, uiteraard, in het Spaans. Voor mij draait een Chileens meisje van 22 zich om en legt mij in perfect Engels accent de essentiële informatie uit. Zoals dat het kussen van de wanden geluk brengt. Als we wat verder varen blijken niet alleen de kliffen aan de kust te zijn uitgesleten maar zien we ook een enorm rotsblok dat door de erosie nog slechts op een paar punten, of pilaren, rust. Het is bijzonder om te zien en het helpt om te weten dat dit een uniek verschijnsel is. Verder voelt het wel wat toeristisch met zoveel mensen in bootjes die hun fotorolletjes, oh nee geheugenkaartjes, volschieten. Op de terugweg hebben we flinke tegenwind en dus ook hoge golven. De schipper zet alle jongeren voorin en de ouderen achterin om vervolgens hard op de golven te klappen en volgens mij helemaal los te komen van het water bij het trotseren van de golven. Een stukje verder is het te wild om snel te varen en gaan we nog nauwelijks vooruit tot we bij een luwer stuk komen. Ik heb medelijden met de kajakkers die dit hele stuk zelf tegen de wind en golven in moeten roeien. Ondertussen begint de tour mij wat lang te duren en zorgden de klappen voor extra druk op mijn maag. Gelukkig weten we, of vooral mijn maag, ongeschonden de steiger weer te bereiken en loop ik snel en ongemakkelijk richting het toilet. Voordat we ons taxibusje weer instappen willen de Chileense tantes in het busje nog van elk nietszeggende standbeeld en plekje een foto hebben. Ja, ook een groepsfoto dus doe even gezellig toeristisch mee Gerton.
Als we weer in de bus zitten vraag ik me af wanneer de inclusieve lunch plaatsvindt. Ik voel me wel slap dus na enkele kilometers raakt mijn geduld op en begin ik aan mijn flinke lunch die ik voor de zekerheid had meegenomen. Een half uurtje later arriveren we bij een ander nietszeggende plaatsje waar we rond 15 uur een restaurant binnengaan voor de lunch. Ondanks mijn vegetarische bestelling krijg ik een bord met flinke lap kip en aardappelpuree voorgeschoteld. Op zich niet erg maar niet bepaald het voedsel wat er nu van harte ingaat. Sterker nog, de vermoeidheid en vergiftiging slaan even flink toe in deze warme ruimte met de heftige maaltijd. Jammer, want de kip is wel malser dan ik ooit heb gegeten. Maar na een half opgegeten bord houd ik het voor gezien en bezoek ik het toilet en de frisse lucht ook even. Aan tafel is het gezellig hoewel de taalbarrière het contact van mijn kant wat oppervlakkig houdt. Als iedereen klaar is lopen we naar het centrum toe waar er weer een mogelijkheid is om nietszeggende standbeelden te fotograferen. Ik heb er ook wel lol in hoe de dames poseren bij en op het witte paard en ik ze help om er weer veilig af te komen. Weer onderweg in het busje gaat het alweer een stuk beter met mij. Voordat de lange tocht over de onverharde weg voort wordt gezet wordt er nog een groepsfoto, of tien, gemaakt bij een bordje dat wijst naar de marmergrotten. Na flink lachen met de bijdehandse tantes rijden we weer terug. Net voor Villa Cerro Castillo stoppen we nog eens om te genieten van het uitzicht over de vallei. De zon schijnt nog steeds maar ook nu is de verwoestende wind weer aanwezig. Bij het openen van de bus worden we daardoor getrakteerd op een zandstorm. Maar het uitzicht met de ondergaande zon tussen de wolken is prachtig. Uiteindelijk komen we na nog twee stops bij uitzichtpunten 's avonds weer in Coyhaique aan. Diner hoef ik niet meer na de flinke lunch, en ik pak mijn rugzakken in om morgen naar het vliegveld te vertrekken. In het hostel is een groep Chileense jongeren die een gezellig avondje hebben voordat zij morgen een meerdaagse trek starten. Dankzij Google translate kan ik ook met hun nog even lachen voordat ik mijn bed induik.
27 februari
En dan is het zover. Het einde van een geweldige reis, met nog een aantal vluchten en een tussenstop in Santiago voor de boeg. Ik heb goed geslapen en voel me fit genoeg om die vluchten met vertrouwen aan te gaan. Met het enige taxibedrijf dat transfers naar het vliegveld regelt kom ik op een afgelegen vliegveldje aan. Er staat een flinke rij voor het inchecken maar ik heb alle tijd en sluit rustig aan. De backpack gaat deze keer wel in één keer door naar mijn eindbestemming dus ik heb de komende stops mijn handen vrij. Ik kom de Japanner tegen die ik op de boot naar Antarctica heb ontmoet. En zo heb ik weer een gezellig gesprek om de tijd te doden op het oersaaie vliegveld. 5 minuten voor vertrektijd mogen we dan eindelijk boarden en met een klein vliegtuigje vliegen we in drie uurtjes naar Santiago de Chile toe. Hier heb ik een tussenstop van acht uur, en gelukkig kan ik hier gemakkelijk het vliegveld af om een bus naar het centrum te pakken. Na vijf weken bij gematigde temperaturen voelt de hittegolf in Santiago als een sauna met kleding aan. De grote stad weet weinig indruk op mij te maken, maar ik ben dan ook geen liefhebber van steden. Ik loop langs een aantal flinke regeringsgebouwen, die duidelijk worden gemarkeerd door een gigantische vlag die hoog boven de gebouwen uitsteekt. Verder zijn het vooral winkels en straatverkopers die het straatbeeld bepalen. En uiteraard weer een demonstratie met een hoop zinloos geroep. Ik neem plaats op een parkbankje in de schaduw om te ontbijten met het mijn resterende eten van mijn reis. Er zijn aardig wat zwervers te vinden hier, maar mijn oog valt op een man die met zijn kleren aan in de fontein zit. Hij lijkt tegen zichzelf te praten en de fontein als verkoeling te gebruiken, terwijl hij met zijn kop midden in de hete zon blijft zitten. Ik kan niet goed inschatten of deze man een steekje los heeft, een zonnesteekje heeft of gewoon een enorme baaldag die hij probeert door te komen. Na een uur loopt de man zeiknat het park uit en is het voor mij ook tijd om nog even een rondje door de stad te maken. Het volgende park blijkt toch niet zo aantrekkelijk om doorheen te wandelen want het is meteen een flinke heuvel van honderden meters hoog. Ik besluit rustig aan terug te lopen en onderweg op zoek te gaan naar avondeten én een ijsje. Beide blijken moeilijk te vinden. Ik voel weinig voor het aanbod aan fastfood, Italiaans en een buurt vol Peruaans eten, mede omdat mijn nog enigszins herstellende maag toch echt verlangt naar wat gezonds. En tja, mijn vakantiemodus verlangt naar goed schepijs. Na lang dwalen vind ik dat laatste eindelijk bij een koffietentje. Genietend in de hete zon van het lekkere ijs besluit ik maar weer een supermarkt op te zoeken om met wraps en groenten als herkenbaar succesnummer het laatste avondmaal te vervolgen. Weinig geïnspireerd door de stad loop ik weer naar de bus die mij naar het vliegveld brengt. Daar aangekomen heb ik nog wat tijd over dus ik doe rustig aan met inchecken en loop nog wat door de winkeltjes om te zien of ik mijn laatste kleingeld op kan maken. Alles is of te duur of totaal niet interessant, dus ik loop verder naar mijn gate waar ik daar nog wel even wat te drinken en snoepen kan halen. Als ik naar mijn gate kijk zie ik geen rij, maar ook geen mensen staan. Voor de zekerheid kijk ik even of dit allemaal wel goed gaat, en de steward vraagt of ik meneer Stam ben. Blijkbaar ben ik de allerlaatste passagier die nog moet boarden en hij laat het dan ook niet toe dat ik nog even wat te drinken haal. Terwijl ik rustig aan het rondslenteren was over het vliegveld waren ze hier wel al vroeg begonnen met boarden, en krijg ik nu het gevoel iets raars te hebben gedaan door niet al een half uur vooraf te boarden. Ze hebben niet op mij hoeven wachten want ik sta nog steeds in een korte rij het vliegtuig in. Het voordeel van als laatste binnenkomen is dat ik zo kan zien welke stoelen niet bezet zijn waardoor ik met goedkeuring van de stewardess in een rij kan gaan zitten waar er de stoel naast me vrij blijft. Even later verlaat ik dan toch echt het Zuid-Amerikaanse continent. De lange vlucht gaat mij stukken beter af dan een aantal jaar geleden en met een filmpje, slappe maaltijd en aardig wat slaapuurtjes kom ik de tijd goed door. Ik kom in Madrid aan voor een korte tussenstop, maar moet ook nog wel een stuk reizen naar de juiste gate. Het eerste deel van de wachttijd gaat op aan een enorme rij om bij de douane in te checken. Daarna stap ik in een metro die me naar de juiste kant van het vliegveld brengt. Met mij is een Braziliaanse knul ingestapt die via Amsterdam naar Londen gaat om daar te wonen. Hij spreekt geen woord Engels, snapt niet dat Google Translate dan je vriend is en heeft totaal geen ervaring met vliegen. Hij is enorm zenuwachtig en bang omdat hij niet weet hoe hij eigenlijk in Londen moet komen. Het is aandoenlijk en tegelijkertijd heel naïef om zo op reis te gaan. Ik stel hem gerust dat hij mij kan volgen tot Amsterdam en ik dan nog wel de weg kan wijzen. Zijn telefoonlader is kapot en batterij bijna leeg. Ik bied aan mijn oplader te lenen gedurende de wachttijd die we nog hebben. Zijn naïviteit wordt nogmaals getoond als we het vliegtuig inlopen doordat hij elke procent die hij op heeft geladen en nodig zal hebben om met Google Translate zijn weg te vinden, verbruikt om social media filmpjes te bekijken. Ik houd mijn hart vast voor zijn vervolgreis terwijl mijn vliegreis enkele uurtjes later ten einde komt. Bij het vliegveld aangekomen klampt de Braziliaan zich weer aan me vast voor hulp als zijn bagage uit de band rolt. Ik leg zijn situatie uit bij de servicebalie en attendeer hem nogmaals op Google Translate. En terwijl ik hem in alle ellende achterlaat, zet ik na 5 weken reizen weer voet op Nederlandse bodem. Geen Google Translate nodig, geen snijdende wind met horizontale regen, geen overstekende pinguïns of guanaco en geen voedselvergiftiging op een hobbelig zandpad. Wat fijn om weer thuis te zijn!
Patagonië deel 3
18 februari (vervolg)
Ik zet weer voet aan land in de bewoonde wereld. Bij het reisbureau vind ik een WiFi punt en zo word ik weer in het leven van digitale informatie gezogen. Ik heb de dag in Ushuaia door te brengen dus alle tijd voor die appjes en wat uitzoekwerk voor de komende dagen. Ik sorteer mijn bagage en zwerf vervolgens een beetje door Ushuaia. De meest zuidelijke stad ter wereld, het einde van de wereld, en vooral die havenplaats die de toegang naar het Vuurland mogelijk maakte. Het vuurland met haar vele water, eilandjes en half wit besprenkeld bergen. Onderweg naar het vliegveld neem ik de omgeving nog even goed in mij op, en dan is het tijd om te vliegen. In het vliegtuig zie ik links van mij een droog en verlaten steppe gebied, en rechts van mij de indrukwekkende pieken van de Andes. Een uurtje later sta ik alweer aan de grond in El Calafate, terwijl de busreis 28 uur zou zijn. Dat geeft wel aan hoe onbegaanbaar het gebied is. Met een busje kom ik bij mijn hostel aan waar ik alweer aardig uitgeput ben. Dus na een douche, wat eten koken en spullen pakken voor morgen plof ik in mijn lekkere bedje. Op de achtergrond hoor ik livemuziek van het festival dat hier de hele week wordt georganiseerd in het teken van het meer bij El Calafate. Het weerhoudt mij er niet van om snel in slaap te vallen.
19 februari
Geen wekker deze ochtend, wel wakker van het geluid dat lijkt op een grasmaaier. Als ik de gordijnen open doe, zie ik een paar ibissen in de binnenplaats grazen en die maken blijkbaar dat vreemde geluid. Ik neem wat lekkers van het ontbijtbuffet mee voor mijn dagtrip vandaag. Een van busje haalt mij rond 9 uur op om naar Perito Moreno te gaan. We rijden langs een groot meer waar paarden langs de oevers grazen en veel vogels te vinden zijn zoals zwanen, ibissen en flamingos. Tot mijn verbazing is de busreis voorzien van en gids die ook in het Engels wat uitleg geeft over de omgeving en de enorme gletsjer die we gaan bezoeken. Dankzij haar informatie gaat de rit van 2 uur snel voorbij. Samen met een Italiaanse jongen loop ik naar de gebouwde platforms waar je goed uitzicht hebt op de ijsformatie die honderden meters breed en tot 70 meter hoog boven het meer uitsteekt. Het is zo enorm dat ik zelfs na mijn bezoek aan Antarctica nog onder de indruk ben. Natuurlijk is het ook een heel ander gezicht om zo'n ijsmassa te zien temidden van groene bergen terwijl je met een dun jasje in het zonnetje staat. De platforms geven goed uitzicht op de gletsjer en ondanks dat we nog op een flinke, veilige, afstand staan hoor je het ijs continu kraken. Regelmatig breken er stukken, of stukjes, af. Al lijken sommige brokken nog zo klein, de enorme knal en golven die het geeft als het te water gaat maakt duidelijk dat ook deze al van dodelijke omvang is. Bij elk geluid speuren we naar vallend ijs, en stiekem hopen we dat er echt een enorm stuk van de muur afbreekt. En dan horen we aan onze rechterkant een enorme knal. We zien nog hoe een stuk van zo'n 60 meter hoog het water in zakt. Terwijl het ijs meteen in vele stukken breekt creëert het een enorme golf over het grote meer. Het is bijzonder om te zien dat de beweging van water en ijs van een afstand in slow motion lijkt te gaan. Het is het angstaanjagende geluid van de plons die duidelijk maakt dat er zoveel geweld mee gepaard gaat, en dat alles dus echt onvoorstelbaar groot is. We hebben dan ook honderden meters aan uitzichtpunten te bewandelen en zo vermaken we ons een paar uur in het park. Omdat er continu iets gebeurt, en we elke keer hopen dat die half gescheurde schijf aan de linkerkant nog gaat vallen, is het moeilijk om ons om te draaien en weer naar de bus te gaan. Maar na 4 uren is het toch echt tijd daarvoor. We kletsen nog wat op de terugweg terwijl we genieten van het uitzicht op de ijsmassa en de enorme witte bergen die daar de basis voor zijn. Tegen de avond ben ik terug bij mijn hostel. Helaas kon ik hier niet nog een nacht blijven dus sjouw ik met al mijn spullen naar een plek 20 minuten verderop. Het ligt dicht bij het busstation van waaruit ik morgenochtend weer verder reis dus dat is ideaal. Ik doe nog even inkopen voor het avondeten maar ook voor mijn aankomende meerdaagse trek. Dat even was een verkeerde inschatting want rond etenstijd is heel het dorp te vinden in de supermarkt met het grootste assortiment. Als ik 's avonds nog wil douchen geven deze geen water meer en lijkt het of deze zijn afgesloten door het hostel om de nachtrust te bewaken. Dat lukt echter niet, want om 23u komt er iemand in mijn gedeelde kamer uitgebreid haar bagage sorteren, en als ik net in slaap ben gevallen is om 1u de volgende kamergenoot aan de beurt om half dronken met zijn bouwlamp het bed boven mij te vinden.
20 februari
Mijn wekker is ook deze ochtend niet nodig om wakker te worden. De dronken bovenbuurman heeft blijkbaar een vroegere bus dan ik, slaapt tot drie keer toe door zijn wekker geen en weet daarna met dezelfde subtiliteit als vannacht zijn weg uit de kamer weer te vinden. Erg fijn die hostel kamers, ik boek ze niet vaak en op zulke momenten blijkt waarom niet. Ik neem nog wat heerlijk uitziende cakejes mee van het ontbijt en na een kop heet water vertrek ik naar het busstation. Met 5 minuten lopen ben ik daar en door die korte afstand kon ik het ook zo timen dat de bus al klaarstaat en ik zo kan instappen. Onderweg besef ik mij dat ik alle spullen uit de koelkast ben vergeten dus moet ik in El Chalten toch nog even boodschappen gaan doen. Met zo'n 3 uur reizen duurt de trip langer dan ik had ingeschat. Onderweg zien we weer wat lama's staan en eentje zie ik aan komen rennen en sprint echt 2 meter voor de bus de weg over. Dat was op het nippertje, en wat kunnen die beesten hard rennen zeg! Ook zie ik langs de weg weer eens een karkas van een lama aan het prikkeldraad hangen. Het is karakteriseren voor het dode gebied dat voor een groot deel bepalend is voor het platte landschap hier in Patagonië. Als we een tussenstop maken bij een wegcafe, word ik op mijn schouders getikt. Het is een Israëlisch meisje die ik op de boot naar Antarctica sprak. Zij had gekozen voor de busreis naar El Calafate en had op het vliegveld geslapen vannacht. Wederom besef ik me weer dat die vlucht en daarmee die extra dag om Perito Moreno te bezoeken een goed idee was. Als we in El Chalten aankomen splitsen onze wegen weer. Daar zij alle tijd van de wereld heeft om de wisselvallige weersvoorspelling af te wachten, wil ik geen dag verliezen. Dat betekent dat ik vandaag nog de bergen in wil om op één van de campamentos daar te overnachten. Ik informeer eerst even naar mogelijkheden om met de bus naar mijn volgende bestemming te gaan, waarvoor ik blijkbaar niet vooraf hoeft te boeken, en geniet nog even van een goede maaltijdsalade in een restaurantje. El Chalten is een klein dorpje in het midden van de verlaten steppe van Argentinië. Het ligt echter ook tegen de enorme bergen van de Andes aan, die in dit geval voornamelijk Argentijns grondgebied zijn. Dat maakt deze plek ideaal voor alle outdoor avonturiers en rondtrekkende campers. Het kleine hippie dorpje zit daardoor vol met campings, verhuur van campingspullen, restaurantjes en artistieke winkeltjes. Als ik aan het eind van het dorpje ben kom ik bij een winkel waar ik mijn overige spullen in een kluisje kan achterlaten. Met nog steeds een volle en zware rugzak vervolg ik mijn toch de bergen in. Het is inmiddels middag maar met zo'n 4 uur hiken kan ik nog mooi op tijd aankomen. Nog voordat ik bij de start van de trek ben kom ik langs een verticale rotswand waar een klimmer op zo'n 20 meter hoogte aan het stunten is. De trek kent aardig wat hoogtemeters waarin ik door stukken bos en over de rotsen loop. Continu is er uitzicht op een diepe en droge vallei met verderop de besneeuwde bergen en de gletsjerrivier. Na 2 uur hiken legt een bordje mij uit dat vanaf hier er een risico is op plotselinge vloed vanuit de gletsjer rivier. Er zijn veel terugkerende dagtrekkers op de route. Als ik hogerop kom loop ik over een smal pad tussen dichte struiken door en moet ik met mijn grote rugzak moeite doen om plaats te maken voor voorbijgangers. Eentje daarvan is de Italiaan die gisteren al vanuit El Calafate was doorgereisd. Hij heeft vandaag in één dag zoveel mogelijk uitzichtpunten bekeken. Niet veel later kom ik bij de camping aan. Ook bij de camping staat nogmaals de waarschuwing voor plotselinge vloed met de opmerking om in zo'n geval naar hoger gelegen gebieden te gaan. Erg komisch als je bedenkt dat je met je tent al onder water staat voordat je wakker wordt en beseft waarom je de droomde over een spannend onderwateravontuur.
De camping is gelukkig in de bossen, want ook hier staat er een straffe wind die dreigend door de toppen van de bomen suist. Ik zoek een vlak plekje waar het regenwater zich niet zal ophopen en zet mijn tent in no time op. Het is best druk met zo'n 30 tenten maar er is genoeg ruimte om ieder een eigen plekje te bieden zodat ik minder last heb van de wietlucht en luidruchtige groepen. Het is al erg bewolkt en ik vrees dat het weer vanavond of vannacht gaat omslaan. Daarom besluit ik nu nog even naar het uitzichtpunt hier te lopen. Daarvoor hoef ik maar 10 minuten over een rotsachtig maar goed afgebakend pad te lopen. Telkens als ik het boven de heuveltjes kom krijg ik een klap van de wind te verwerken. Als ik de laatste meters omhoog loop kom ik op een uitkijkpunt uit waar het moeilijk is overeind te blijven staan. De wind waait hier zo ontzettend hard dat je standaard schuin staat en je alles wat los en vast zit goed vast probeert te houden. Ik kijk uit over een wittig bergmeer wat er daardoor best vies uitziet. Er drijven een aantal enorme ijsblokken in met de meest vreemde vormen. Door de harde wind zijn de ijsblokken ook allemaal naar deze kant van het meer geblazen en kun je ze bijna aanraken. Het echte uitzicht, de drie puntige bergen achter het meer, houden zich volledig schuil achter de grauwe wolken. Terwijl twee arriverende hikers continu achter hun weggewaaide camerakapjes en muts aan moeten besluit ik om de verwoestende wind de rug toe te keren. Het is weer een lange en vermoeiende dag geweest dus na een avondmaaltijd bij de tent zoek ik mijn warme slaapzak op in de hoop de korte nachtrust van gisteren in te halen.
21 februari
Vannacht werd ik wakker van de wind en besloot ik even te plassen. Met name om ook te genieten van de prachtige sterrenhemel. De wind bewijst nog harder te kunnen blazen dan het die avond al deed. Hoewel de bomen je van het ergste behoeden doet het dreigende geluid van de verwoestende wind door de bomen je ook beseffen dat het gevaarlijk is in de bossen. Van nature geeft dit mij een bepaalde onrust en het is daarom voor het eerst dat ik oordopjes in de tent gebruik om verder te kunnen slapen. Dat heeft wel geholpen om lekker uit te slapen. Of het komt door het overactieve zandmannetje dat is langs geweest. Die heeft namelijk niet alleen mijn ogen goed vol gestrooid, maar eigenlijk mijn hele tent. Van mijn haren en slaapzak tot de tandenborstel en alle kleren die in de tent lagen. Ik had gisteren al redelijk wat hout en stenen om de tent gelegd maar dus niet fanatiek genoeg. Omdat het een beetje heeft gedruppeld deze ochtend blijft het zand ook lekker plakken op mijn spullen als ik alles weer inpak. Ondanks dat ik wat zonnestralen zie is het uitzicht op 'Los Tres' nog niet veranderd. Er zit niets anders op dan naar mijn volgende campsite te lopen. Ik loop een stukje door het bos terug over dezelfde route als gisteren, totdat de splitsing naar mount Fitz Roy zich aandient. Gelukkig kent de route veel bossen om droog te blijven van de miezer die af en toe valt en om niet elke keer van kleding te hoeven wisselen omdat de zon ook veel doorbreekt. Gaandeweg mijn route begint het steeds meer te regenen. Door de nattigheid kom ik onderweg tot vier keer toe een kikker tegen, sommige met mooie gele strepen op de rug. Ook zie ik op de route een raar insect. Het oranje beestje lijkt wel een half ontpopte vlinder, daar de voorkant erg pluizig is en pootjes heeft en de achterkant niet meer dan een lijfje is. Als ik het bos uit ben kom ik bij een strandje van een bergmeer. Het waait hier erg hard en de regen wordt daardoor keihard in mijn gezicht geblazen. Vanuit de tegenovergestelde richting kom ik een vrouw die wel eens de bron van dit slechte weer zou kunnen zijn, haar gezicht staat op onweer. Ik worstel mijzelf tegen de wind in door de open vlakte en ben tegelijkertijd heel blij met mij goede regenjas. Na een kwartier kom ik weer wat bosgebied tegen met een algemeen waarschuwingsbordje voor brekende takken en bomen in de bossen bij wind. Een vrij nutteloze waarschuwing want het is geen nieuwe kennis maar in dit land staat er altijd veel wind en de wandelroute gaat nou eenmaal door de bossen. Sterker nog, ik ben gearriveerd op de campsite, waarmee de parkwachter aangeeft dat ik mijn tent zelfs moet opzetten in het o zo gevaarlijke bosgebied. De laatste regel op het bordje is doorgestreept, en als ik goed kijk staat er dat je moet opletten waar je je auto parkeert, in een gebied zo'n tien kilometer van een autoweg… kortom, een heel zinvol bordje.
Op de camping vliegen er een aantal roofvogels, caracara's, die verlekkerd naar het voedsel van de toeristen kijken. Ik zoek een plek in het drassige bos op om de tent enigszins beschut op te zetten. Als de tent staat besluit ik naar het uitzichtpunt te lopen. De tocht duurt langer dan verwacht maar gelukkig schijnt de zon inmiddels weer en heb ik mijn fles water mee en verder geen zware rugzak. In een uur klim ik naar de top waar de zon het helderblauwe bergmeer met daarachter mount Fitz Roy verlicht. De enorme half besneeuwde berg is het pronkstuk van dit park en dankzij het goede weer volledig zichtbaar. Zoals alle bergen hier in Patagonië schiet de 3405m hoge berg stijl omhoog uit het landschap. Er staat hier gelukkig niet al te veel wind dus het is prettig om hier even te verblijven en te genieten van het uitzicht. Iets verder naar links zie ik nog een meer en als ik daarheen loop kom ik bij een tweede bergmeer omringd door hoge bergen. Aan de zijkant stort er een flinke waterval vanuit het eerste meer naar beneden in dit meer. Ik besef me maar weer eens hoe overvol Patagonië zit met gletsjers en de bijbehorende meren. Zij maken het terecht één van de populairste plekken voor hikers en bergbeklimmers. De wind begint hier steviger te waaien dus ik besluit weer af te dalen. Samen met een Argentijns stel loop ik naar beneden terwijl we over van alles kletsen. Zo vertellen ze mij dat ze nog nooit van Máxima gehoord hadden totdat ze 'ineens' koningin van Nederland was. Na een gezellige afdaling kijk ik uit naar mijn avondmaal. Niet dat de wraps met komkommer en tomaat een delicatesse zijn, maar ik ben er wel aan toe. Verder kan ik mijn spullen nog even laten drogen voordat ik mij opmaak voor weer een fijne nacht in mijn eigen tentje.
Antarctica
9 februari (vervolg)
Na een korte busrit sta ik op de boulevard van Ushuaia nabij de pier. Op zee liggen een aantal cruiseschepen in diverse formaten. Met mij staan zo'n 200 toeristen te wachten om via een catamaran aan boord van ons schip te mogen. Welke van de schepen in de verte de Ocean Endeavour is, is moeilijk te zien. Ik hoor al snel een groepje Nederlanders met elkaar praten, allen in de leeftijd rond 30 jaar. Ik maak kort kennis met ze voordat we de catamaran op mogen. Het is bloedheet in de boot met de zon er vol op, gelukkig is het maar een kort ritje. We komen aan bij een grote boot hoewel deze in het niet valt met de enorme cruiseschepen die aan de pier lagen. Ik word naar mijn kamer geleid en word herenigd met de Koreaanse jongen Jinwoo die gisteren mijn hotelkamer binnenkwam. Onze hut is gelukkig relatief ruim en piekfijn opgeruimd. Terwijl ik mijn plastic zak met alle bagage herorden in de beschikbare kasten pakt Jinwoo zijn arsenaal aan technische gadgets uit. In een grote ruimte achterop de boot hebben we met zijn allen een introductie bijeenkomst waarin we kennis maken met het expeditieteam en de globale indeling van de komende week. Het is erg fijn om even in een omgeving te zijn waar goed Engels wordt gesproken, al heb ik soms moeite met de sterke accenten van de Engelstaligen uit alle hoeken van de wereld. Als ik daarna weer op onze kamer kom, heeft de schoonmaak alweer de bedden opgemaakt en de handdoeken vervangen. Dat was wel erg snel na het inchecken. Dan is het tijd voor het diner. Het is een lopend buffet met een ruimte keuze aan gerechten en gangen. Met een vol bord ga ik naast een bekend gezicht uit de bus naar Ushuaia zitten. Ook Jinwoo en nog een andere solo reiziger sluiten aan. Ik ben geadviseerd door de reisorganisatie om niet te veel te eten de eerste avond, hoe aantrekkelijk het aanbod ook is. Vannacht verlaat de boot het kanaal en komt aan bij Drake Passage, één van de wildste passages in de oceanen. Dus als je zeeziek wordt scheelt dat toch weer wat gangen waar je weer van af moet.
's avonds staan velen op het dek om dieren te spotten in het Beagle Channel en te genieten van het uitzicht op het Argentijnse eiland links van ons en het Chileense eiland rechts van ons. Er wordt omgeroepen dat er een bultrug walvis aan het' breachen' is. Helaas ben ik net te laat om de walvis echt te zien springen uit het water, wel zie ik hem nog enkele malen naspartelen met zijn staart. Niet snel daarna volgt de zonsondergang achter de bergen. Tijd om naar bed te gaan.
10 februari
Vannacht ben ik een aantal keren wakker geworden. Bij de eerste keer begon het schommelen van het schip. Daardoor glijd ik soms wat verder naar beneden in mijn toch al korte bed. Hoewel het schip flink op en neer gaat, voel ik me er gelukkig niet misselijk om worden. Ik probeer 's ochtends nog zoveel mogelijk slaap te pakken. Dan sta ik op, schuif aan bij het ontbijtbuffet. Ook deze is enorm uitgebreid met lekker vers fruit, salades, toetjes en als hoogtepunt pannenkoeken met blauwe bessen.
Hst is een lange dag op het schip. Op het dek is het koud en er is weinig te zien op of in het water. Er zijn door de dag enkele informatie sessies over Antarctica, walvissen en zeehonden. Verder vul ik de dag met lezen, spelen op de vleugelpiano, fitness en contact maken met bekende en nog onbekende gezichten op het schop. Er zijn tot mijn verbazing toch heel wat dertigers en zelfs twintigers op het schip te vinden en en groot deel daarvan zijn ook mensen die alleen reizen. Voor velen is het verhaal hetzelfde als het mijne: ze wilden graag op reis in Patagonië en toen ze zagen dat je ook naar Antarctica kan met deze boot hebben ze een last minute aanbieding genomen. Het is erg leuk om ieders verhaal te horen en verschillen in cultuur en taal te onderzoeken. Terwijl de lunch weer in buffetvorm is, is het avondeten nu a la carte. Ik herinner mij het gesprek in de supermarkt in Ushuaia met de jongen die net van Antarctica terug kwam. Hij vertelde dat je meerdere gerechten per gang kan bestellen. Een interessant idee om eens uit te proberen. En ja hoor, twee voorgerechten, twee hoofdgerechten en vier toetjes is totaal geen probleem. Het personeel is er volledig op ingericht om de gasten van alle comfort en plezier te voorzien. Ze hebben er zelf ook duidelijk plezier in om aan jouw afwijkende verzoeken te voldoen. Het expeditieteam benadrukte vanmorgen dat dit geen cruise is maar een expeditie. Toch voelt het met al dat eten, de luxe, het gemêleerde gezelschap en de passieve invulling van de dag totaal niet zo. Zo gaat de eerste dag schommelend op de Drake Passage langzaam maar zeker voorbij. Op naar de volgende.
11 februari
Vandaag weer een lange dag voor de boeg. Ik ben net te laat wakker om de ochtend yoga sessie te volgen, maar vanmiddag na lunchtijd is er nog eentje. De weinige mogelijkheden om actief te zijn zowel als de koude buitentemperatuur afgewisseld met bloedhete binnentemperatuur maken me erg vermoeid. Vandaag is er naast een verplichte instructie over gedrag op Antarctica een bijeenkomst voor gasten die een dagdeel willen kajakken. Door de hoge opkomst wordt er een loting systeem ingesteld. En omdat de weersomstandigheden op Antarctica bepalend zijn voor het aantal kajak sessies dat mogelijk is, is deze loting nog best spannend. Samen met Jinwoo kom ik uit in de eerste groep wat natuurlijk een geweldige uitkomst is.
Gedurende de dag heb ik veel contact met diverse mensen op het schip. Velen zijn inmiddels gewend aan het schommelen, enkelen hebben nog steeds last van zeeziekte. Verder volg ik nog een presentatie over ijsbergen gegeven door een Duitse wetenschapper. Later vraag ik hem waarom het in het Engels "iceberg" heet, maar om die te kunnen beantwoorden gaat hij de komende dagen eens door zijn literatuur heen. Door één van de solo reizigers word ik uitgenodigd om met het avondeten een spelletje mee te spelen. Die avond blijkt de spelletjesgroep uit een reeds bekende samenstelling te bestaan van twee Amerikaanse vrienden, een Amerikaanse dame die als "digital nomad" leeft, en twee vriendinnen uit Amerika en India die beide voor werk naar Nederland zijn verhuisd. Het spel wat een van de Amerikaanse mannen tevoorschijn haalt is "Vertell's". Het blijkt een Engelse versie te zijn van het oorspronkelijk Nederlandse spel Vertel Eens. Hij heeft speciaal een ronde tafel gereserveerd voor ons. Terwijl de bediening geniet van de vele gerechten die we bestellen zoeken wij als groep de verdieping op in onze gesprekken dankzij het spel. Na een gezellige diner dat voorbij vliegt gaan we nog even het dek op om te zien of we Antarctica al aan de horizon zien verschijnen. Helaas is het erg mistig waardoor er weinig perspectief is. Als we eindelijk iets wits zien begint men hoopvol te speculeren. Helaas, het blijken de lichten van een ander cruiseschip te zijn. Ik besluit rond 23 uur om naar bed te gaan. Morgenvroeg komen we in Antarctica aan en begint het echte progamma!
12 februari
Om 6.30u worden we gewekt door de good morning omroep van het expeditie team. Ik doe de gordijnen open en ineens ben je dan terechtgekomen in een land vol sneeuw en ijs. Ik stap het dek op om even te genieten van het panorama van water vol ijsschotsen met daaromheen bergachtige landschappen bedekt met meters sneeuw. Ik begeef me in een witte wereld waar alleen het geluid van water en wind te horen zijn, waar blauwe ijsschotsen ronddrijven die groter zijn dan de boot en waar grijze wolken de overhand hebben. Het hele plaatje en met name de uitzichten zijn surrealistisch en tegelijk adembenemend. Welkom op Antarctica!
Even later is het zover, de eerste expeditie begint. Ik kleed me aan in de "mudroom" in het waterdichte outfit dat is geleverd. Dan stappen we met 10 man in een zodiac, een kleine motorboot, waarmee we het gebied gaan verkennen. Direct horen we dat er een walvis verderop te zien is en binnen een minuut varen zien we inderdaad iets verderop een bultrug die na een paar keer boven water komen haar kenmerkende en elegante staart-act doet. Een goed begin van de expeditie! Vervolgend varen we langs de kust langs een aantal grote ijsblokken, een enorme gletsjer en daarna naar een kolonie kleine pinguïns. De clowneske beestje waggelen koddig over de rotsen met hun vleugels ver naar achteren gestrekt. Het ziet er allemaal erg onhandig en willekeurig uit. Maar als ze zich eenmaal van de rots afduiken schieten ze pijlsnel door het water. Het is ook erg schattig om te zien hoe ze steeds als dolfijnen uit het water springen. Ze doen me denken aan de papegaaiduikers, omdat ze zich met alle gemak en geruisloos voortbewegen. Het is rustgevend en tegelijkertijd een plezierig aangezicht. Als we terug op de boot zijn is het tijd voor... De Polar Plunge! Eén voor een springen we het ijskoude water van - 1 °C in voor de gekste foto en een echte zuidpool ervaring. Hoewel velen klagen over de kou tijdens het wachten en na de koude plons, kan ik prima zonder badjas in de rij wachten tot het mijn beurt is. Het is een vreemd iets om allemaal even in het koude water te duiken voor een foto, maar te leuk om niet aan mee te doen. Als het mijn beurt is trek ik mijn Unox muts aan en spring het arctische water in. Via een tuigje trekken ze je meteen weer aan boord. De 10 seconden in het koude water zijn daardoor goed te overzien. Ik heb meer moeite met het zoute water dat via mijn neus binnenkomt. Als ik er weer uitkom voelt het weer heerlijk om zonder handdoek of badjas het lichaam te laten opwarmen. Ondanks het hoge toerist-gehalte is het ook wel heerlijk om zo even de kou van Antarctica te omarmen. Samen met de twintigers waarmee ik in de rij stond proppen we ons in de jacuzzi om weer op te warmen. Ja, het is inderdaad geen luxe cruise maar een zware arctische expeditie...
Na een douche en goede lunch sta ik weer op het dek. Te genieten van het uitzicht en op zoek naar dieren in het water terwijl ik wacht op de middag expeditie. Iemand wijst me erop dat er een luipaard zeehond in het water zwemt. Het grote roofdier is prachtig om te aanschouwen en met zijn rondspeurend met zijn hoofd boven water ziet het er ook nog schattig uit. Niet lang na deze spot stap ik 's middags weer in de Zodiac. Deze keer gaan we aan land (al is het een eiland) waar we echt op enkele meters van de vele pinguïns door de sneeuw kunnen lopen. De pinguïns zijn de baas dus vaak sta ik stil om een pinguin voor te laten gaan. Ik klim omhoog en kom langs diverse broedplaatsen waar eieren worden uitgebroed, donzige jonkies worden gevoed en pluizige pubers rondhangen. De broedplaats met alle leeftijden pinguïns is een lieflijk gezicht, als je de stank van vis negeert. Ook de onhandige manier waarop de pinguïns de heuvel op naar de nesten lopen is erg schattig. En prijzenswaardig, want zelfs ik krijg het al erg warm van het beklimmen van dezelfde heuvel. De zon breekt ook af en toe een beetje door, wat naast nog meer warmte ook zorgt voor mooie lichtinval op het landschap. Bovenop de heuvel kan ik even afkoelen, wat kleren uittrekken en genieten van de omgeving. De weg terug naar beneden verloopt langzaam door de gladde afdaling en de kruisende pinguïns onderweg. Beneden moeten we onze laarzen goed schoonborstelen. Vanwege de kans op verspreiding van de vogelziekte moeten de laarzen continu gedesinfecteerd worden en mag niets alles de grond raken. Terug op de boot bestaat de avond weer uit piano spelen, veel eten en gezelligheid met de bekenden op het schip. En natuurlijk nagenieten van de eerste Antarctica expeditie dag.
13 februari
Terwijl wij 's nachts flink zijn uitgerust van de wilde overtocht en de indrukken van gisteren is de boot naar een volgend gebied gevaren. We worden wakker in een baai met veel hogere bergen en veel meer grote blauwe ijsschotsen in het water. Het water is vlak en de weersomstandigheden zijn goed. Dat betekent dat ik deze ochtend mag gaan kajakken! Ik besluit de ontbijten weer over te gaan slaan, enerzijds omdat ik al ontzettend veel eet, anderzijds omdat ik dan minder snel naar de wc hoef terwijl we op expeditie zijn en het niet kan. Na wat genieten op het dek mogen de dagkajakkers zich in de waterdichte pakken hijsen en varen we in een Zodiac een stuk van het schip weg. In die korte tijd is er dichte mist ontstaan in de baai, waardoor we de opblaas kajakken instappen in een mysterieus decor. Terwijl we onze eerste meters maken begint de zon voorzichtig door het wolkendek heen te prikken en zo worden we elke minuut getrakteerd op een nieuw prachtig lichtspel. Ook worden de hoge bergen om ons heen steeds meer zichtbaar. We kajakken rond een eiland en op de ijsschotsen hier en daar spotten we zeehonden. Aan land zijn het luilakken die zich nauwelijks bewegen en als ze dat doen lijkt het alsof ze opgesloten zitten in een slaapzak. Ook komen we langs een grote kolonie pinguïns, maar de zeehonden die we elke keer weer spotten zijn een stuk indrukwekkender. Je kan met de kajak zo dichtbij komen en je zit zo laag op het water dat je je echt in hun leefomgeving begeeft. Onze gids is vooral bezig met zijn eigen plezier en foto's die vanaf de Zodiac van hem worden genomen dat we zelf de zeehonden moeten spotten. Maar we komen er veel tegen. Op een gegeven moment peddelen we langs een paar rotsen die net boven water uitsteken en bedekt zijn met wat groene algen. Opeens word ik verrast door een rots die omhoog komt en zijn ogen opent. We dobberen heel dixhtgrote bij een grote zeehond die door de algen heeft gerold om zich perfect te camoufleren. Het voelt als een "fata morgana"-achtig attractie maar dan met echte dieren, terwijl je tussen de grote blauwe ijsschotsen door slalomt. Je zou bijna vergeten om te genieten van al hun bijzondere vormen en kleuren. Maar nooit vergeet ik te genieten van de adembenemende omgeving van hoge witte bergen. Inmiddels zijn alle wolken verdwenen en kajakken we onder een strak blauwe hemel, iets wat in Antarctica geen gegeven is. Na ruim anderhalf uur zit onze tijd erop en gaan we terug naar het schip voor lunch. Het schip vaart ondertussen nar de volgende baai waar we met de Zodiac weer op pad gaan. Deze keer heb ik de gids die over de ijsbergen vertelde, en hij had in zijn boeken gevonden dat het woord "iceberg" inderdaad vanuit de Nederlandse taal is overgenomen. We varen naar een kust waar weer een pinguin kolonie is, maar deze keer een andere soort. Verder biedt het weinig anders; velen zitten op een nest met ei of jong, sommigen waggelen wat heen en weer en als je geluk hebt zie je hier en daar een robbertje tussen twee pinguïns. Na 5 minuten besluit ik maar meer om mij heen te kijken, genieten van de omgeving en kijken of er iets uit het water komt. Tussen twee heuvels door kijk ik in de verte en ineens zie ik daar een walvis opduiken. Het is ver weg dus moeilijk om te zien of dit weer een bultrug is, zoals we die tot nu toe elke keer spotten, of iets anders. De gids twijfelt geen seconde en vaart om het land heen de open zee op. We dwalen af van de route en andere boten maar een walvis spotten is zeker de moeite. Met 8 man aan boord speuren we het hele water af maar de walvis lijkt niet boven te komen. Dan, veel verder van die eerste plek af dan verwacht, duikt de gigant weer op. Het is toch een 'humpback', maar wel een grote. Helaas zwemt hij erg snel dus kunnen we hem alleen van een afstand bewonderen. Inmiddels zijn enkele andere zodiacs ook aangekomen. Na een minuutje observeren met de verrekijker vervolgen we de route weer. We komen langs een paar enorme ijsblokken in het water en soms duikt er een pinguïn op uit het water. Als het tijd is om terug te varen stopt de motor ermee. Aaron, de iceberg-gids, probeert de reservetank maar ook daarmee blijft de motor niet draaien. Inmiddels is er hulp aangekomen van zijn collega. Samen rommelen ze wat met de benzineslang en aansluiting en dan blijft de motor eindelijk draaien. Gelukkig maar, want inmiddels begint het flink af te koelen dobberen op het water onder een dik wolkendek.
Die avond sluit ik bij de groep Nederlanders aan voor diner om ze wat beter te leren kennen. Zij trekken vooral met elkaar op deze reis dus hebben ook veel ervaringen samen te delen. Er is geen avondprogramma meer, anders dan dat we nog even genieten van een halfbewolkte zonsondergang. Ik ben vermoeid van de dag met veel wisseling in koud en warm dus duik daarna snel mijn bed weer in. Stiekem heb ik natuurlijk ook weer een hoop indrukken te verwerken.
14 februari
De derde van vier expeditie dagen gaat van start. We zijn weer in een andere baai aangekomen die wederom prachtig is. Vandaag besluit ik om niet aan land te gaan, in de hoop meer tijd op het water te hebben om walvissen te spotten. Helaas pakt het niet zo uit en hebben we net als de groepen die ook aan land gaan ruim een half uur op het water. En deze gids houdt zich graag aan de route die gericht is op pinguin koloniën en wat ijsbergen. Ik besef me dat ik verwend begin te raken aangezien dit mij onvoldoende bevredigd en ik graag meer andere walvissen zie.
's Middags gaan we naar de allereerste basis op Antarctica. Het oude gebouw is inmiddels een museum geworden. Om de Britse basis bemand te houden zodat er geen andere landen deze zouden overnemen, hebben de Britten besloten om hier een postkantoor te openen. Je kunt dus daadwerkelijk post versturen vanuit Antarctica! Het postkantoortje dient tevens als souvenirwinkel. De rest van het oude gebouw is in originele staat hersteld en is daarmee een museum geworden. Het geeft ons een kijkje in het leven van de 12 expeditieleden die hier in 1944 woonden. Naast een ouderwetse keuken vol met blikvoedsel en een kookboek om daarmee te blijven variëren, loop ik door de slaapkamer met kleine bedden en levensgrote tekeningen van pin-up girls. Verder is er een ruimte vol met radio- en onderzoeksapparatuur en een werkplaats vol met gereedschap. Het gebouw staat op een plateau en om het gebouw heen wemelt het van de pinguïns. De koddige beestjes bevinden zich overal om me heen, lopen over het platte dak en broeden onder het plateau. Vanwege de vogelgriep moeten we afstand houden maar dat is vrijwel onmogelijk aangezien de beestjes zich weinig aantrekken van onze aanwezigheid. Nadat ik mijzelf een Antarcticaart heb verstuurd stap ik weer op de Zodiac die mij naar wederom een uitgebreid en gezellig diner stuurt. Die avond is er een open mic avond waar er gitaar+zang is, cabaret, piano+zang en een muziekquiz geleid door één van de Nederlanders die met alle gemak de nummers uit zijn mouw schud. Na een iets te toeristische en passieve expeditie dag is de muzikale avond een erg leuke afsluiting dus ik blijf ook graag nog wat langer hangen deze avond.
15 februari
Zoals elke ochtend worden we om 6.30u gewekt via de speaker. Onze laatste dag op Antarctica. Als ik het dek op loop zie ik dat we weer in een werkelijk prachtige baai zijn aangekomen. We zijn omringd door witte heuvels. Daarachter is weer een hogere heuvelrug zichtbaar en de laaghangende witte wolken leggen daar een pluizig wattenlaagje bovenop. De zon schijnt volop waardoor ik heel ver de baai uit kan kijken. Daar zie ik wel tien lagen witte bergen achter elkaar liggen. Met de zodiacs gaan we langs de kust waar we weer een andere pinguïnsoort zien, maar geen massale kolonie deze keer. De zogeheten "chinstrap" pinguïns hebben een dun zwart streepje op hun kun waardoor het lijkt of ze een helm dragen. Als we verder varen zien we in de verte big twee bultrug walvissen. Dan varen we naar een groot roestig wrak van destijds de grote walvisjager die vlam vatte waarna de kapitein het schip richting de ijskliffen stuurde zodat deze op lager wal stil kwam te liggen. Wederom ben ik meer geïnteresseerd in dieren spotten en in de verte zie ik op een rots een punt omhoog steken die als ik er even naar blijf kijken ook beweegt. Aan de zeeleeuw achtige houding herken ik dat het een "fur-seal" is. Helaas zit onze tijd er bijna op en moeten we in volle vaart terug naar het ship. Terwijl ik op het dek nog nageniet van de baai gaat het schip langzaamaan naar de volgende en laatste plek. Onderweg zien we overal bultrug walvissen langs de boot zwemmen, ook op zo'n 20 meter van ons af. Als we zijn aangemeerd in ons laatste witte sprookjesdecor zie ik in de verte twee walvissen rustig voorbij zwemmen die meer op "minke-whales" lijken. Met de zodiacs worden we aan land gebracht, waar we een stukje kunnen klimmen naar een uitzichtpunt waar ik ook wat verder het binnenland in kan kijken. Dit is officieel ook de eerste keer dat we voet zetten aan het vasteland van Antarctica, waar het de vorige keren eilanden betrof. Als ik de andere richting op loop open we langs drie luierende zeehonden waarvan er eentje heel dichtbij is. Terwijl één van de fotograaf gidsen na 50 minuten wachten zich even omdraait, gebeurt waar hij al die tijd op wachtte en gaapt de zeehond. Enkele toeristen waaronder ik weten de enorme bek met tanden vast te leggen én er even met blote ogen van onder de indruk te zijn. Ik loop nog even verder naar het uitkijk plateau aan deze kant. Een paar chinstrap pinguïns zitten een beetje verstopt maar toch heel dichtbij langs de route. Verder biedt dit punt nog even een onvergetelijke panorama met een stilte waar ik zelf ook even stil van word. Om dat plaatje compleet te maken komen er nog twee bultruggen gezwommen. Ik neem alle tijd die er is voor mijn laatste geniet momentje van deze wereld van sneeuw en ijs die geenzins doet denken aan de aarde zoals ik die ken. Van de zee vol blauwe ijsbergen via de wit blauwe kliffen en witte punten die speels boven de horizon uitsteken tot het lichtspel van de zon, witte en grijze wolken aan de hemel. Hier houd het dan echt op. De ongelofelijke uitzichten van de witte wereld, het verzadigd raken van de hoeveelheid walvissen die te zien is, het ritueel van expeditie kleding aantrekken en de boot op, het lopen in de sneeuw en het lichtspel van de zon op het sneeuw en ijs. Vaarwel Antarctica.
Tijdens het diner die avond is de mix groep waar ik veel mee op trek weer groter geworden. We lachen nog meer dan tevoren over de cultuurverschillen, met name ten opzichte van de Aziaten die verbaasd zijn over onze gemengde en naakte saunabezoeken en andere ruimdenkendheden. Na het diner gaan we het dek op om te genieten van de eerste volwaardige zonsondergang die we op Antarctica zien. Met de lage wolken boven de horizon voor ons, en de ijsbergen om ons heen is het een uur lang genieten van genieten van de ondergaande zon die het landschap van 100 tinten wit, 50 tinten grijs en wat blauwtinten aanvult met een heel kleurenpalet van paars, rood, oranje en geel. Als er dan ook nog eens twee walvissen langs zwemmen in de rode schittering op het water is het romantische plaatje compleet. De ijskoude wind van de Drake Passage is al voelbaar. We houden ons warm door te dansen in het Japans, Amerikaans en Nederlands. Tja, voor dat laatste kwamen we niet verder dan hossen en hakken. Rond half 12 zoek ik mijn bed op , maar als Jinwoo rond 1 uur de kamer binnenkomt ga ik wel even naar buiten om sterren te kijken. Het is nog niet compleet donker en de verlichting van de boot geeft enige verstoring, maar toch is de sterrenhemel inclusief Melkweg goed te zien. De ijskoude wind doet me beseffen dat ik echt nog vanuit Antarctica naar de zuidelijke sterren kijk. Iets wat ik graag op mijn reizen doe. Het is een prachtig aanblik van een natuurfenomenen wat door de fonkeling van de steren ook nog dynamiek biedt. Daarnaast zet het het leven op aarde in een enorm perspectief. Afgekoeld van buiten en opgewarmd van binnen trek ik mij weer terug in de kajuit.
16 februari
Het is duidelijk dat we weer op de Drake Passage zijn. Ook al is dit nog steeds een rustige Drake, het schommelen is sinds vannacht weer begonnen. Gelukkig heb ik er ook deze keer, zonder een pilletje voor de eerste nacht, geen last van. Er zijn nog wat lezingen vandaag maar ik zie er weinig interessants tussenstaan. Liever ga ik even naar de fitness ruimte om even lekker te bewegen. Dat is met een schommelend schip wel extra uitdagend. Na de lunch klets ik nog wat met de vele mensen die ik heb leren kennen en komt Travis met zijn ander spel op de proppen: Cards Against Humanity. Die middag spelen we met vijf man het lachwekkende grove spel, hoewel mijn teamgenoten niet persé gecharmeerd zijn van de grove antwoorden. Rond 16u onderbreken we ons spel voor de afternoon tea. En daarmee bedoelen ze op de boot een tafel vol met zoete lekkernijen zoals taarten, brownies en scones. Het is een rare gewoonte geworden om, zeker naast die drie maaltijden waarin je al veel zoete toetjes kan opscheppen, hier je bord vol te laden met meerdere dikmakers. En toch is het te verleidelijk om niet te doen. Met een volle buik lees ik nog wat en heb ik een mooi gesprek met één van de gasten die deze reis heeft gewonnen dankzij zijn fotografiewerk voor National Geographic. En dan is het alweer tijd voor het diner. Ook daar maken ze elke avond weer werk van met een ruime en gevarieerde kaart, ruimte voor al jouw verzoeken en thema's zoals BBQ stands. Vanavond is het in het kader van duurzaamheid en vleesloze kaart. Hoewel... er is nog wel wat vlees te vinden bij de alternatieve gerechten en er zijn een hoop Amerikanen die daar toch trouw aan blijven. Na het diner is er weer entertainment in de vorm van reisverhalen die enkele gidsen met ons delen op het podium. Na drie indrukwekkende en ontroerende verhalen is er ruimte voor het publiek maar tot mijn grote verbazing is er niemand die de microfoon overneemt. Uiteindelijk besluit ik om zelf naar voren te stappen. Vol overgave en verbazingwekkend vloeiend in het Engels vertel ik de aanwezigen mijn reisverhaal van het kiwi spotten. Er wordt hard om gelachen en ondertussen geniet ik weer even van een ander mooi reisavontuur dat ik mij herinner als de dag van gisteren. Na mij volgt er nog één iemand en daarna gaat de avond over in een feestavond. Ik geniet even van de los gaande mensen. De alcohol begint nu ook flink te vloeien en ik moet tot twee keer toe één van de gidsen opvangen. Uiteindelijk haak ik af op de harde moderne muziek en ga rond middernacht naar bed.
17 februari
De laatste volle dag op de boot en zonder boeiend uitzicht of programma. Mijn ochtend bestaat uit wat lezen en dit verslag schrijven. Ind e middag volg ik nog twee lezingen waaronder piraten verhalen van de gids die als activist walvisjagers dwarsboomt. Aan het einde van de middag ga ik nog een keer fitnessen en zoek dan de sauna op. Die had ik eerder moeten ontdekken, want deze is verrassend groot en comfortabel. Zowel de warme cabine met uitzicht op zee als het afkoelen op het dek met je blote billen in de pool wind is heerlijk genieten. Vreemdgenoeg ben ik de enige, hoewel de rest waarschijnlijk druk bezig is de tea time zoetigheid te verorberen.
Ondanks de verveling op de boot voegt de Drake Passage echt wat toe. Je beseft je echt dat je naar een andere wereld gaat door twee dagen te moeten reizen, het creëert echt een overgang van de bewoonde wereld naar die bijzondere witte wereld daar onderaan de aardbol en weer terug. Een wereld die stiekem veel en veel groter is dan de wereldkaarten doen vermoeden. Zoals met elk land wat je bezoekt ben ik me ook hier meer bewust geworden van Antarctica. Het is geen land maar heeft wel meer land dan de noordpool en is groter dan Australië. In Ushuaia en op de boot hebben ze niet voor niets wereldkaarten die het enorme continent als uitgangspunt nemen.
Vanavond is ook het laatste diner op de boot. Helaas is de mix groep zo groot geworden dat we niet aan één tafel kunen zitten. Aan een tafel van vier is het weer volop lachen en met name de Japanse reisgenoot gaat helemaal los met verwonderen vragen over onze cultuur.
Na het diner gaan we naar buiten waar de eerste bergen in zicht komen. Er schijnt ook een zon die veel voller is dan ik in dagen heb gezien. Dat maakt weer eens duidelijk hoe anders het weer op Antarctica is. Als we het Beagle kanaal naderen ruiken we ook de geurige bomen die daar groeien. De lucht van bomen en planten is ook zoiets wat op de zuidpool niet aanwezig is. Helaas is het al donker en kunnen we de prachtige bergen en de zeedieren hier niet meer bewonderen. Dus pak ik mijn tas maar in en geniet ik nog even van het gitaarspel van de muzikale gids in het expeditieteam.
18 februari
Om 6 uur gaat de wekker. Ik pak de laatse spullen in, haal mijn paspoort op en besluit voor deze laatste ochtend nog een keer te ontbijten. Niet alleen voor het heerlijke eten maar ook om iedereen nog even kort te spreken. Wat een connecties maak je als je samen 10 dagen op een boot zit en bijzondere dingen meemaakt. Als laatste speel ik nog één nummertje op de valse piano en dan is het tijd om de boot te verlaten en weer voet te zetten aan land in Ushuaia.