gerton.reismee.nl

Patagonië deel 4

22 februari
Het is nog redelijk donker als ik wakker word. De wind waait weer stevig door de hoge bomen. Ik hoor een aantal mede kampeerders de tent uitgaan en vanuit een tent dichtbij schijnt ook een zaklamp op en neer. Het zijn vast geen nachtplassers die allemaal wakker zijn geworden van elkaar, nee ik denk dat zij eerder de berg opgaan om de zonsopgang mee te maken. Gezien mijn teleurstellende ervaring met mijn vorige zonsopgang avontuur en het feit dat ik gisteren al goed heb genoten van Mount Fitz Roy besluit ik me nog even lekker om te draaien. Het volgende moment dat ik wakker word is de zon inmiddels ook actief en is het 8.30u. Er waait nog steeds een stevige wind maar doordat ik er inmiddels aan gewend ben voelt deze minder dreigend. Wel zorgde hij ook deze keer voor een frisse nacht, waardoor ik tegen het randje van comfort aanzat met mijn fijn donzen slaapzak. Ik kleed mij aan, stop een waterfles in mijn kleine rugzakje en ga op pad naar een uitzichtpunt een uurtje verderop. Het is nog rustig op het wandelpad en wellicht daardoor loop ik langs een enorme haas die dicht bij het pad rondhupst. De route loopt parallel aan het gebergte en gaat veelal door de bossen wat erg fijn is met deze straffe wind. De zonnestralen prikken soms tussen de bladeren door en zorgen voor een aangename wandeltemperatuur. Eventjes loopt de route door een open stuk langs een meer en meteen probeert de wind mij van mijn route af te blazen. Ook neemt hij een paar druppels mee vanuit de bergen waar wat lager bewolking hangt. Het uitzichtpunt biedt door die bewolking ook geen echte prachtplaatjes op de bergen. Het is druk bij het uitzichtpunt door een groep Amerikanen die van de andere kant af zijn aangekomen. Hun gids vertelt mij dat er verderop deze route weinig spannends te vinden is voor mij, op misschien een open uitzicht iets verderop. Ik besluit daarom nog iets verder te lopen maar het punt waar hij waarschijnlijk op doelde biedt weinig nieuws aan de horizon. Zonder eten of regenkleding bij me lijkt het mij verstandig om weer terug te gaan naar de tent. Op de terugweg spreekt een jongen mij aan die mij herkent van mijn heenweg vanmorgen en vraagt mij welke kant ik nu eigenlijk opga. Hij blijkt een tourgids te zijn en vertelt me dat een stuk verderop wel degelijk een gave plek is. Maar dat is wel nog 'n uur of drie langer lopen, dus dat haal ik met mijn beperkte rugzak niet. Hoe jammer ook, ik besluit die plek niet later alsnog op te gaan zoeken maar terug te gaan naar El Chalten om daar een bus te regelen naar mijn volgende bestemming. De terugweg vanaf de campsite is nog een aardige tocht dus ik doe er goed aan daar een start mee te maken. Als ik een uur later terug ben bij de tent ben ik blij deze droog in te kunnen pakken. Naast mij is net een meisje gearriveerd die haar haringen onderweg is verloren. Ik help haar om de tent windproof op te zetten met alle stenen die we in de omgeving kunnen vinden. Ik eet mijn laatste brood en crackers op en in de middag begin ik dan aan de weg terug. Binnen 10 minuten voel ik de eerste druppels aan komen waaien en is er ook meer en meer bewolking zichtbaar. Het regent nog niet eens zo hard maar de wind slaat de regen letterlijk tegen mij aan. De zonnebril is daardoor je grootste vriend, want naast zon houdt hij ook het aanwaaiende zand en de regen uit je ogen. Om de verwoestende wind even te ontwijken draai ik mij soms om en mag dan genieten van de enorme bergen waar ik de afgelopen dagen heb gewandeld. Na een paar uur slingeren door het landschap krijg ik uitzicht op de mooie vallei waar El Chalten ligt. Door de harde wind heb ik echter weinig zin om bij alle uitzichtpunten lang stil te staan. Er volgt nog een flinke afdaling maar ik ga vlot naar beneden waar de wind ook wat rustiger is. Ik loop meteen het hele dorp door naar het beginpunt waar ik een kaartje kan kopen voor de bus naar Los Antiguos, een klein plaatsje aan de grens met Chili. Dollars worden bij het ticketbureau niet geaccepteerd dus ik loop eerste naar de overkant van de straat om bij een kroeg mijn dollars in te wisselen tegen pesos. Bij het busstation kom ik de Duitse jongen tegen die mij in Ushuaia op weg hielp toen ik daar in mijn BnB arriveerde. Hij reist samen met een andere jongen en zij nemen vanavond dezelfde bus dus we zullen elkaar later nog wel spreken. Het duurt nog drie uur voordat de bus vertrekt dus ik zie ruimte om nog even naar een uitzichtpunt aan andere kant van de stad te hiken. De hike naar het uitzichtpunt zelf duurt maar een half uurtje. De combinatie van invallende duisternis, bewolking en harde wind maken het uitzicht niet bepaald om van te genieten. Gelukkig had ik die verwachting ook niet en was dit meer om nog even gebruik te maken van de overgebleven tijd. Alles bij elkaar ben ik een goed uur later weer bij het busstation waar ik mijn overgebleven eten als avondeten verorber. Met name de groenten en noten mogen op omdat die niet mee de grens over mogen morgen. Als laatste kan ik wederom 15 minuten naar de andere kant van de stad lopen, waar ik vanmiddag ook arriveerde vanuit de bergen, om de rest van mijn spullen weer uit het kluisje te halen, alles in de backpack te proppen en weer 15 minuten terug naar het busstation te lopen. Het levert mij wel een minimale wachttijd op alvorens ik op de bus kan stappen. Er zijn opvallend weinig mensen in de bus met twee verdiepingen waardoor ik alle ruimte om mij heen heb. Erg fijn vooruitzicht van weer een lange busreis waar ik ook hoop nog een oog dicht te kunnen doen. Voordat het zover is geniet ik nog even van het uitzicht buiten. Dit begint met een vuurrode zonsondergang tussen de bergen van El Chalten. En als de zon goed en wel achter de horizon is verdwenen rijden we in het steppegebied zonder enige lantaarnpaal of gebouw. En dat betekent dat ik volop kan genieten van de vele sterren die de volledige hemel bedekken. Fonkelende sterren, de Melkweg die een brede witte streep door de lucht trekt en zag ik nou goed dat daar een vallende ster voorbij kwam geschoten?... Het duurt altijd even voordat ik mij weer kan omdraaien van dit uitzicht maar de behoefte om wat slaap te pakken wint het uiteindelijk van dit natuurpracht. Nog voordat ik in slaap val vervolgt de bus over een onverharde weg wat nogal wat impact heeft op het slaapcomfort. Tot mijn verbazing maken we ook een paar zeer willekeurige stops met de bus in niemandsland, waarbij ik twijfel of iemand hier nu uitstapt of dat de buschauffeur controleert of alle wielen er nog aanzitten na al dat getril. Enfin, voor mij tijd om de stoel weer plat te gooien en te gaan slapen. Als dat net gelukt is, maakt de bus een tussenstop in een klein plaatsje waar we twee backpackers oppikken. Helaas zijn deze helemaal niet van plan om te gaan slapen en praten hardop in de donkere bus vol mensen die proberen te slapen. Met momenten weet ik wat te slapen onderweg. Een onbekende tijd later stappen de twee weer uit bij een ander klein plaatsje en kan ik nog wat korte slaapmomenten pakken.


23 februari
Als ik wakker word is het buiten al licht en staat de bus stil in Perito Moreno, de grootste plaats in deze verlaten omgeving. Inderdaad, het draagt dezelfde naam als de gletsjer bij El Calafate, maar het is er honderden kilometers vandaan. De bus rijdt vervolgens nog anderhalf uur naar de eindbestemming vlak voor de grens met Chili. Ik kan ondertussen een beetje wakker worden en genieten van de bergen in de verte. De tijd gaat sneller dan ik had verwacht en voor ik het weet stap ik uit de bus om 7 uur 's ochtends. De wereld hier slaapt nog en er zit niet veel anders op dan de grensovergang lopend over te gaan en te hopen dat ik nog een lift kan pakken. Ik neem afscheid van de Duitser en zijn reisgenoot want ergens heb ik de stille hoop dat ik in Chili de veerboot van 8.00 uur kan halen. Niet erg realistisch, maar aangezien de boot maar één keer per dag gaat en er weinig alternatieven lijken te zijn kan ik er maar beter voor gaan. Terwijl ik richting de grens loop komt er zo nu en dan een auto vanaf de andere kant voorbij rijden. In mijn richting komt er totaal geen auto aan dus liften zit er helaas niet bij. Aan het einde van het dorpje kom ik ook nog langs een wegafzetting, wat vast niet meehelpt om het verkeer richting de grens te stimuleren. Zo vervolg ik mijn weg lopend met mijn overvolle rugzak naar de Argentijnse douane. Hier aangekomen word ik uiterst vriendelijk geholpen door de douaniers. Ik kan hier ook mijn waterflessen vullen wat geen overbodige luxe is met de kilometers die nog volgen tot de grenspost van Chili. Ik loop verder over de verlaten weg. Om één of andere reden konden ze geen brug over de rivier bouwen tussen de twee grensdorpjes in, maar moet ik met een omweg naar een ander oversteekpunt toe. Na twee kilometer komt er een tourbusje aanrijden. Tot mijn vreugde stopt deze om mij de volgende drie kilometer tot de grens mee te nemen. De man spreekt geen Engels, maar ik begrijp dat hij vandaag een groep toeristen naar een bepaalde toeristische attractie brengt. Aangekomen bij de Chileense grens heb ik mij te verantwoorden bij drie luikjes en een heel immigratiedocument in te vullen. Als laatste is de tassencontrole aan de beurt waarmee ik afscheid moet nemen van mijn voorraad noten en rozijnen. Inmiddels zijn de Duitser en zijn reisgenoot ook gearriveerd dankzij een lift die zij konden nemen. Terwijl zij aan het hele incheckproces beginnen, kan ik met de vrouw die hen hierheen heeft gebracht verder liften naar het plaatsje Chile Chico. Het kleine dorpje heeft niet veel te bieden, maar gelukkig vind ik hier wel een busstation met diverse verkoopkantoren. Het is inmiddels half 10 dus de veerboot heb ik al gemist. Voor de zekerheid loop ik toch als eerste even bij het kantoortje van het bootbedrijf binnen om te vragen wat de opties zijn. De man vertelt mij via Google translate dat er een spontane extra veerboot is ingezet die om 13 uur vertrekt. Ik kan geen ticket kopen maar moet daar gewoon op tijd verschijnen en contant betalen. Wat een geweldige kans om mijn reis vandaag al voort te zetten! Ik loop een supermarkt binnen waar ik in een louche kantoortje mijn dollars kan wisselen tegen Chileense Pesos waardoor het contante geld alvast geregeld is. Vervolgens loop ik naar het vertrekpunt van de veerboot en vraag bij het benzinestation daar of ik mijn backpack hier kan achterlaten. Ontdaan van de zware rugzak ga ik in de warme zon op zoek naar een plekje om te eten. Dat vind ik uiteindelijk bij een Pizzeria, de enige die vóór 12 uur al warm eten serveert. Terwijl ik op de stoep mijn pizza eet ontmoet ik een Portugees stel dat onderweg is naar Argentinië. Ik geef ze wat tips en zie ook de kans om mijn resterende Argentijnse pesos in te ruilen voor Chileense pesos. Om 12.30u is het tijd om richting de veerboot te lopen. En zowaar staat daar een veerboot klaar en een korte rij auto's om aan boord te gaan. Als ik naar de boot toeloop staat er een man met een lijst namen in zijn hand. Hij vraagt mijn naam en als ik hem vertel dat ik nog geen ticket heb gekocht roept hij hard en ontdaan "No ticket?!" en geeft mij de indruk dat ik niet goed bij mijn hoofd ben dat ik denk mee te mogen zonder vooraf een ticket te kopen. Achter mij staat een Chileense man die hetzelfde probleem heeft. Hij geeft zijn ID kaart af en de man van de boot loopt ermee weg. Daar sta ik dan, niet wetende of ik deze eindbaas weet te verslaan op mijn queeste. Als de kapitein weer aan komt lopen duw ik hem een kopie van mijn paspoort in zijn handen. Hij neemt deze aan, waarop ik geen moment twijfel en achter de Chileen aan de boot oploop, mijn tas afgeef bij het voorraad hok en plaats neem in de passagierscoupé. Wat er ook gebeurt, ik ben dadelijk in ieder geval aan de overkant. Als de boot vertrekt neem ik kijkje op het bovendek. Zoals te verwachten was vang ik hier erg veel wind, dus na even te genieten van het blauwe meer en de witte bergen op de achtergrond ga ik weer naar binnen. Als de boot een half uur onderweg is ga ik op zoek naar de man met mijn paspoortkopie. Hij lijkt intussen ook naar mij op zoek en zo vinden we elkaar. Ik betaal hem omgerekend 2,- en blijkbaar is het allemaal dus niet zo'n groot probleem als hij deed voorkomen. De boottocht duurt in totaal twee uur waarin ik wat afwissel tussen in een boek lezen en even naar buiten om het uitzicht te bekijken en uit te waaien.

Als ik aankom in het dorpje aan de overkant, kom ik er al snel achter dat er geen bussen meer rijden vandaag. Die zijn natuurlijk niet afgestemd op deze ongeplande veerdienst. Er zijn wel wat hostels te vinden in het dorpje, maar mijn doel is uiteindelijk Cerra Castillo dus het is ook de uitdaging om nog zo ver mogelijk te komen. Ik besluit naar het einde van het dorpje te lopen om daar te liften. Er staan al enkele lifters dus uit beleefdheid ga ik voorbij hen staan, zodat zij als eerste gezien worden door de auto's. Mijn voordeel is dat ik in mijn eentje ben, en dat maakt met een backpack per persoon nogal een verschil. Met mijn enorme rugzak op mijn rug slenter ik langs de grote weg door het onbewoonde gebied, in de hoop dat voorbijkomende auto's het met mij te doen hebben. Veel auto's gaan er niet deze richting op dus ik vraag me sterk af of ik vanavond toch niet terug naar het dorpje moet om te overnachten. Dan stopt er een pick-up met een gepensioneerd stel erin. Zij gaan naar Coyhaique, wat voor een groot deel dezelfde richting op is. Dankbaar stap ik achterin en neem de lift tot de T-splitsing 30 kilometer verderop. Zoals te verwachten kunnen de twee geen Engels dus helaas ook deze keer geen boeiend gesprek met de Chilenen die hier op vakantie zijn. Ik schat in dat de nieuwe auto gehuurd is en zijn wat angstige, onwennige rijstijl op de bergwegen bekrachtigt dat vermoeden. Toch komen we veilig en spoedig aan bij de 't splitsing waar onze wegen splitsen. De man draait de weg op in de richting van mijn bestemming en ik verbaas me dat hij mij daar bij het parkeerplaatsje gaat afzetten. Maar wanneer hij ziet dat mijn bestemming nog maar 8km verderop is besluit hij verder te rijden naar Villa Cerro Castillo. Voor de tweede keer geef ik de man een Muchas Gracias. Als we 2km voor het dorpje zijn ziet hij een lifter aan de andere kant. Hij stopt om te vragen waar de jongen naar toe moet en hij blijkt naar Coyhaique te moeten, de eindbestemming van het stel zelf. En dan word ik verrast door de boodschap dat ik hier dien uit te stappen en het laatste stuk maar moet lopen om plaats te maken voor de andere lifter. Terwijl ik mij afvraag of ik toch Spaans had moeten leren, of mij vooral een keer had moeten douchen in de afgelopen dagen, slenter ik met mijn spullen langs de bergweg naar mijn bestemming. Een stuk dat voor hem 3 minuten rijden was en voor mij 30 minuten lopen. En zo eindig ik de dag zoals ik mijn reis deze ochtend ook begon, lopend langs de grote weg. Aangekomen in het dorpje ga ik op zoek naar een slaapplek of WiFi om iets te boeken. Na heel wat slenteren door de straatjes van het kleine en uitgestorven dorpje vind ik een woning die zich ook als hostel presenteert. Ik loop binnen door de half openstaande deur maar kan niemand vinden. Wel zie ik een WiFi code die mij verder kan helpen in de zoektocht. Op dat moment komt een oudere vrouw aan die mij naar hun schuur leidt die is omgebouwd tot hostel. Het biedt een grote gezamenlijke ruimte met keuken en ik kan één van de zes kamers uitzoeken aangezien er verder niemand aanwezig is. Ik stal al mijn spullen uit op het tweede bed en zoek mijn spullen om te gaan douchen. Ondertussen blijken er toch meer en meer bezoekers nog in de avond het verstopte hostel te vinden. Ik zoek snel de badkamer op om na vijf dagen eindelijk weer te genieten van een douche. Daarna doe ik wat eenvoudige boodschappen in het klein supermarktje waar voornamelijk blikvoedsel te vinden is. Tijdens het koken en eten heb ik een leuk gesprek met een Duits stel dat hier met hun huurauto naartoe zijn gereden en morgen ook de hike in Cerro Castillo willen gaan doen. De weersvoorspellingen voor de komende dagen zijn wat onstuimig, dus ik heb al besloten om er geen meerdaagse hike van te maken maar hoop om net als hen morgen het uitzichtpunt van de hoogste berg te kunnen hiken. Na het eten gaan we dan ook snel naar bed, het was ook weer een lange en vermoeiende dag voor me.


24 februari

Na heerlijk te hebben uitgeslapen word ik wakker terwijl ik de regen buiten hoor druppelen. Geen haast om te gaan hiken dus ik doe rustig aan. Het Duitse stel heeft al besloten om hun plannen te wijzigen en deze ochtend alweer richting hun volgende bestemming te rijden. Ik spendeer de ochtend achter mijn telefoon, rustig wachtend tot de regen voorbij is. Net als ik mijn brunch klaarmaak begint het op te klaren, maar ik heb geen zin om te haasten met eten. Ik pak mijn spullen, en uitgerekend nu is de badkamer bezet door iemand die lang blijkt te douchen. Daardoor vertrek ik uiteindelijk rond half twaalf, later dan ik had gehoopt. Het is tenminste goed opgeklaard buiten en met goede zin start ik de tocht. Als ik bij de ingang aan de overkant van het dorp kom, blijkt deze afgesloten te zijn. De ingang bij de parkranger is nog eens een uur langer lopen. Een stel dat ik hier tegenkom ziet dat al niet meer zitten, maar mijn goede zin zorgt ervoor dat ik mijn schouders ophaal en vol goede moed dat extra uur langs een saaie onverharde autoweg begin. Zo kom ik om 13 uur bij de ingang van het national park. Een jonge ranger van een jaar of 22 vertelt mij dat de ingang vanaf 12 uur gesloten is. Het is ruim 4 uur naar het uitzichtpunt Cerro Castillo en daar wordt iedereen om 16 uur weer naar beneden gestuurd zodat iedereen weer voor het donker het park uit is. Terwijl zijn boodschap "helaas pindakaas" is voel ik met mijn vastberadenheid om vandaag deze hike te doen ruimte om hem over te halen mij binnen te laten. Ik loop wel wat meer door, en als ik het niet op tijd red is dat mijn risico. Hij gaat er vrij gemakkelijk mee akkoord. Vervolgens geeft hij aan dat ik 25.000 pesos moet betalen dan de eerder genoemde 15.000 omdat ik geen Chileen ben. In mijn hoofd word ik wat opstandig en gezien het overhalen van de ranger goed lijkt te lukken, overtuig ik hem ervan dat ik dat kortingstarief wel kan betalen omdat ik nu al minder tijd in het park heb en niet eens weet of ik de top bereik. Dit alles met een duidelijk gevoel van tijdsdruk, waardoor de jongen akkoord gaat en mij als Chileen laat inschrijven op het formulier. Zo loop ik een paar minuten later het park in met nog meer goede zin en het gevoel dat vandaag mijn dag is. Nu nog zien dat ik die top bereik voor vier uur. Dat betekent een flink tempo erin, ondanks de flinke stijging die zich al meteen inzet. Maar met slechts een dagrugzak gaat dat lekker. Ik loop in dun begroeide bossen waardoor er regelmatig uitzicht is op de bergen bovenin. Het pad is goed stijl en ik vraag veel van mijn benen om in tempo te blijven klimmen. Het is zwaar en tegelijkertijd ook belonend dat dit lukt. Als ik een tijdje onderweg ben kom ik nog twee jonge rangers tegen met een flinke rugzak, en een stel dat zich al aardig stuk heeft gelopen. Het zonnetje schijnt maar het is een frisse dag met ook hier natuurlijk aardig wat wind. Het is een lekkere temperatuur om te sporten dus met T-shirt en korte broek blijf ik mijn tempo vast houden. Cerro Castillo pakken ze niet van me af! Als ik even stop om te rusten zie ik achter mij de vallei met het dorpje al ver weg en daarachter het grote meer waar ik gisteren overheen ben gevaren. Een mooi uitzicht om op de terugweg van te genieten, maar nu weer op naar boven. Ik zet muziek op om de goede moed en het tempo erin te houden. Verderop arriveer ik bij een checkpost met ook hier allemaal jongeren. Hier registreren ze mij weer en ik moet een lulverhaal ophangen waarom ik zogenaamd Chileens ben maar geen Spaans spreek. Ik geef aan dat ik net verhuisd ben voor werk. Als het meisje vraagt wat voor werk ik dan doe, reageer ik met "dat kan ik niet zeggen". Dat helpt, want ze reageert alsof ik een soort James Bond ben en biedt haar verontschuldigingen aan dat ze ernaar vroeg. Ze geeft aan dat het nog ruim een half uur is naar de top. Het is nu pas 14.45, dus dat gaat lekker! Het laatste stuk is rotsachtig en vraagt om flinke stappen om omhoog te klimmen. Met momenten komt er een flinke windvlaag voorbij waar ik al voor gewaarschuwd was. Er komen een aantal meerdaagse hikers naar beneden gelopen die aangeven dat er vanmorgen onweer en flinke regen was. Daar is nu niets van te merken met nauwelijks bewolking en het droge pad. Ik loop het pad verder omhoog en als ik over de heuvelrug ben zie ik het eindpunt enkele tientallen meters verderop. En daar sta ik dan, hoog in de bergen bij het bergmeer met uitzicht op Cerro Castillo. Het is 15 uur wat betekent dat ik 7 kilometer en 1300 hoogtemeters in twee uur omhoog ben gegaan. Wauw, wat een ongelofelijk persoonlijk record! Het was een mooie maar zware route en ik ben op een prachtige plek als beloning, maar het feelgood gevoel wat ik vanaf de gesloten ingang ervaarde en is gegroeid gedurende de tocht met deze eindtijd als resultaat is heerlijk. De half besneeuwde Cerro Castillo voor het blauwe gletsjermeer is een mooi plaatje, tegelijkertijd wel herkenbaar van mijn vorige hikes. Ik ben blij dat het goed is opgeklaard waardoor er deze keer geen pak wolken voor de top hangt. Het is winderig en ik trek snel een jas aan om niet te hard af te koelen. Na wat rust met een snack en het maken van een aantal foto's keer ik weer om richting dezelfde weg terug. Het grote meer en het kleine dorpje zijn allemaal in de verte te zien in het mooie panorama over de vallei. Ongelofelijk dat ik in drie uur van het dorpje daar in de verte naar deze plek ben gelopen. Het mooie van hiken vind ik dat je erachter komt hoever je eigenlijk kan komen met de benenwagen.

De steile afdaling gaat ook vlot dankzij de lichte rugzak. Op het rotsachtige stuk kom ik de rangers met zware rugzakken weer tegen. Ook het eerder al uitgeputte stel is nog onderweg, maar ik betwijfel of zij echt voor vier uur boven zijn. Ook een nog onbekend gezicht loopt naar de top en ik vermoed dat ook hij later het park nog binnen is gekomen, zeker gezien zijn tempo. Met eenzelfde vaartje maar minder haastig vervolg ik mijn weg naar beneden met regelmatig het mooie uitzicht over de vallei voor me. En zo loop ik ook in twee uur weer door het afwisselende bospad naar de uitgang. Het verbaasde gezicht van de ranger als hij mij hier weer ziet maakt voor is een mooie afsluiting van deze energieke tocht. Het laatste anderhalf uur naar het dorpje toe gaat op de automatische piloot. De wind begint op te rukken en naast mij zie ik enorme zandstormen voorbij komen. Terug in het dorpje koop ik wat pasta en groenten om vervolgens mijn welverdiende avondmaal in het hostel te bereiden. Doordat de afgelopen dagen sneller gingen dan gedacht, en de weersvoorspelling zich niet ontleent voor meer hiken, probeer ik nog en tour vanaf hier te regelen naar de marmergrotten hier in de buurt. Helaas lijkt dat onmogelijk voor morgen. Dus morgen kijk ik wel weer verder hoe ik de laatste dagen in Chili besteed. Nu eerst maar lekker naar bed.


25 februari

Ik word op tijd wakker en pak mijn spullen om vandaag richting Coyhaique te gaan, in de verwachting dat er in deze grotere plaats meer te beleven is. Ik loop naar het bushokje langs de grote weg waar geen schema op staat en verder niemand is te vinden. Op internet had ik gelezen dat er om 8.30u een bus zou komen dus ik gok het er op. Desalniettemin blijf ik bij voorbijgangers mijn duim opsteken om niet volledig te vertrouwen op die bus die misschien kot. Om 8.15u stopt er iemand om mij een lift te geven tot het kruispunt naar de veerboot 8 kilometer verderop. Dat is in ieder geval een start de goede richting op. Bij het kruispunt is ook een bushokje waardoor ik die eventueel ook weer kan pakken. Ik vervolg mijn liftpoging maar geen van de voorbijgangers pikt me op. Het lijken vooral de minder dure auto's die openstaan voor een lifter. Gelukkig heb ik een mooi uitzicht over de vallei en het gebergte, maar het is wel fris en na een uur ben ik het wel een beetje beu. Vanuit de weg naar de veerboot komt een taxibusje die richting Cerro Castillo draait. Hij stopt, en roept iets naar mij. Ik loop naar hem toe en ik vermoed dat hij zegt dat hij uiteindelijk richting Coyhaique gaat. Ik besluit in te stappen bij de bus waar enkele passagiers al inzitten. En zo ben ik twee uur later weer op de plek waar vanmorgen mijn liftavontuur startte. Inmiddels staat het bushokje vol met backpackers en de chauffeur probeert er zoveel mogelijk in zijn busje te proppen. Ik ben dan toch blij dat ik dankzij mijn lift avonturen al in het busje zat om gegarandeerd te zijn van de rit. Naast mij zit een Nederlands stel die mij vertellen over hun spannende meerdaagse hike in de bergen ten tijde van de storm en dodelijk harde wind. De jongen heeft het letterlijk over doodsangsten uit hebben gestaan, en uit het verhaal maak ik op dat ik er goed aan heb gedaan niet de meerdaagse tocht te hebben geprobeerd met dit weer. En dat ik mij gelukkig kan prijzen met de eerder gelopen hikes. Even verderop merken zij ook op dat de bergen hier veel meer besneeuwd zijn dan enkele dagen geleden. De twee uren in de bus gaan snel voorbij dankzij het leuke gesprek. Zo snel dat het afscheid wel heel plots is als het stel bij hun hostel dient uit te stappen. Als laatste word ik bij mijn hostel afgezet. Op dat moment krijg ik een LinkedIn bericht van de jongen uit de bus om samen te eten vanavond. Enorm gaaf dat ze mij zo hebben gevonden om de gezelligheid voort te zetten. Ik leg mijn spullen weg en kan de stad in om lunch te regelen en alsnog de tour naar de grot proberen te boeken. Uiteindelijk lukt dat via een toeristeninformatiepunt vanwaar ik een hele lijst touroperators kan whatsappen. Coyhaique is een grotere plaats maar verder weinig spannends te beleven. Aan het eind van de middag bezoek ik het stel in hun hostel waar we gezellig wat borrelen en vervolgens naar een vegetarisch restaurant gaan. Het wordt later dan ik had gepland maar heb er zeker geen spijt van om zo de dag waardevol te hebben besteed. Maar dan neem ik toch echt afscheid van de piloot en stewardess die morgen alweer vertrekken. Om 22:30 lig ik op bed en zet de wekker om 5:15.


26 februari

Vannacht ben ik ziek geworden van 't eten. Al die weken heb ik vooral geleefd op rauwe wraps, rauwe groenten en kaas buiten de koelkast zonder problemen. Ga je een keer naar een restaurant zonder vis of vlees, krijg je door de 'pro' toch iets voorgeschoteld wat het liefst zo snel mogelijk je lichaam weer verlaat. Het zorgde vooral voor nog minder slaap en weinig energie vandaag. Gelukkig weet ik het redelijk te controleren dus ik besluit om niet de hele dag zielig in mijn kamer te blijven maar de laatste dag hier volledig te benutten. Uitslapen had in deze toestand geen slecht idee geweest, maar daar sta ik dan om 5:30 te wachten op mijn taxibusje, niet wetend hoe ik mij door de dag ga voelen. In het donker stap ik in het busje dat in totaal zes man ophaalt en dan ben ik weer op weg richting Cerro Castillo. Ironisch genoeg is er ook nog een pauzeplek in het dorpje waar ik twee dagen heb verbleven maar van waaruit ik helaas niet deze tour kon regelen. Snel na de stop komen we op een onverharde weg waar we uiteindelijk nog bijna drie uur overheen rijden. Het eenvoudige bankje achterin de bus biedt nul demping en ook mijn verzwakte toestand helpt niet om deze trip fluitend door te komen. Toch valt het mij niet tegen hoe mijn maag het houdt en tegen de middag komen we aan bij een klein plaatsje aan het eind van het grote meer. Hier kan ik mijn verlate ontbijt nemen om weer wat energie en vulling in mijn lichaam te krijgen. Dan rijden we richting de haven waar we een camouflagekleurige poncho en reddingsvest aangereikt krijgen. Gekleed als knullige matrozen stappen we in een grote speedboot die met een flinke snelheid het meer op vaart. Waar ik onderweg de hele ochtend naar de regendruppels heb gekeken zitten we hier zowaar in het zonnetje, wat ook de schipper niet had verwacht vandaag. Kortom, geen dag om te hiken maar de ideale dag om op dit tijdstip in een boot te stappen. Dan komen we aan bij de marmeren rotsen die onderaan helemaal zijn uitgesleten door erosie waardoor ronde gaten / grotten zijn ontstaan. Het is een uniek fenomeen wat blijkbaar alleen hier te vinden is. De boot kan een aardig stuk de grotten invaren waardoor je mooi de marmer structuur en laagjes kan aanschouwen. Net als gedurende de busrit is ook hier de gehele tour, uiteraard, in het Spaans. Voor mij draait een Chileens meisje van 22 zich om en legt mij in perfect Engels accent de essentiële informatie uit. Zoals dat het kussen van de wanden geluk brengt. Als we wat verder varen blijken niet alleen de kliffen aan de kust te zijn uitgesleten maar zien we ook een enorm rotsblok dat door de erosie nog slechts op een paar punten, of pilaren, rust. Het is bijzonder om te zien en het helpt om te weten dat dit een uniek verschijnsel is. Verder voelt het wel wat toeristisch met zoveel mensen in bootjes die hun fotorolletjes, oh nee geheugenkaartjes, volschieten. Op de terugweg hebben we flinke tegenwind en dus ook hoge golven. De schipper zet alle jongeren voorin en de ouderen achterin om vervolgens hard op de golven te klappen en volgens mij helemaal los te komen van het water bij het trotseren van de golven. Een stukje verder is het te wild om snel te varen en gaan we nog nauwelijks vooruit tot we bij een luwer stuk komen. Ik heb medelijden met de kajakkers die dit hele stuk zelf tegen de wind en golven in moeten roeien. Ondertussen begint de tour mij wat lang te duren en zorgden de klappen voor extra druk op mijn maag. Gelukkig weten we, of vooral mijn maag, ongeschonden de steiger weer te bereiken en loop ik snel en ongemakkelijk richting het toilet. Voordat we ons taxibusje weer instappen willen de Chileense tantes in het busje nog van elk nietszeggende standbeeld en plekje een foto hebben. Ja, ook een groepsfoto dus doe even gezellig toeristisch mee Gerton.

Als we weer in de bus zitten vraag ik me af wanneer de inclusieve lunch plaatsvindt. Ik voel me wel slap dus na enkele kilometers raakt mijn geduld op en begin ik aan mijn flinke lunch die ik voor de zekerheid had meegenomen. Een half uurtje later arriveren we bij een ander nietszeggende plaatsje waar we rond 15 uur een restaurant binnengaan voor de lunch. Ondanks mijn vegetarische bestelling krijg ik een bord met flinke lap kip en aardappelpuree voorgeschoteld. Op zich niet erg maar niet bepaald het voedsel wat er nu van harte ingaat. Sterker nog, de vermoeidheid en vergiftiging slaan even flink toe in deze warme ruimte met de heftige maaltijd. Jammer, want de kip is wel malser dan ik ooit heb gegeten. Maar na een half opgegeten bord houd ik het voor gezien en bezoek ik het toilet en de frisse lucht ook even. Aan tafel is het gezellig hoewel de taalbarrière het contact van mijn kant wat oppervlakkig houdt. Als iedereen klaar is lopen we naar het centrum toe waar er weer een mogelijkheid is om nietszeggende standbeelden te fotograferen. Ik heb er ook wel lol in hoe de dames poseren bij en op het witte paard en ik ze help om er weer veilig af te komen. Weer onderweg in het busje gaat het alweer een stuk beter met mij. Voordat de lange tocht over de onverharde weg voort wordt gezet wordt er nog een groepsfoto, of tien, gemaakt bij een bordje dat wijst naar de marmergrotten. Na flink lachen met de bijdehandse tantes rijden we weer terug. Net voor Villa Cerro Castillo stoppen we nog eens om te genieten van het uitzicht over de vallei. De zon schijnt nog steeds maar ook nu is de verwoestende wind weer aanwezig. Bij het openen van de bus worden we daardoor getrakteerd op een zandstorm. Maar het uitzicht met de ondergaande zon tussen de wolken is prachtig. Uiteindelijk komen we na nog twee stops bij uitzichtpunten 's avonds weer in Coyhaique aan. Diner hoef ik niet meer na de flinke lunch, en ik pak mijn rugzakken in om morgen naar het vliegveld te vertrekken. In het hostel is een groep Chileense jongeren die een gezellig avondje hebben voordat zij morgen een meerdaagse trek starten. Dankzij Google translate kan ik ook met hun nog even lachen voordat ik mijn bed induik.


27 februari

En dan is het zover. Het einde van een geweldige reis, met nog een aantal vluchten en een tussenstop in Santiago voor de boeg. Ik heb goed geslapen en voel me fit genoeg om die vluchten met vertrouwen aan te gaan. Met het enige taxibedrijf dat transfers naar het vliegveld regelt kom ik op een afgelegen vliegveldje aan. Er staat een flinke rij voor het inchecken maar ik heb alle tijd en sluit rustig aan. De backpack gaat deze keer wel in één keer door naar mijn eindbestemming dus ik heb de komende stops mijn handen vrij. Ik kom de Japanner tegen die ik op de boot naar Antarctica heb ontmoet. En zo heb ik weer een gezellig gesprek om de tijd te doden op het oersaaie vliegveld. 5 minuten voor vertrektijd mogen we dan eindelijk boarden en met een klein vliegtuigje vliegen we in drie uurtjes naar Santiago de Chile toe. Hier heb ik een tussenstop van acht uur, en gelukkig kan ik hier gemakkelijk het vliegveld af om een bus naar het centrum te pakken. Na vijf weken bij gematigde temperaturen voelt de hittegolf in Santiago als een sauna met kleding aan. De grote stad weet weinig indruk op mij te maken, maar ik ben dan ook geen liefhebber van steden. Ik loop langs een aantal flinke regeringsgebouwen, die duidelijk worden gemarkeerd door een gigantische vlag die hoog boven de gebouwen uitsteekt. Verder zijn het vooral winkels en straatverkopers die het straatbeeld bepalen. En uiteraard weer een demonstratie met een hoop zinloos geroep. Ik neem plaats op een parkbankje in de schaduw om te ontbijten met het mijn resterende eten van mijn reis. Er zijn aardig wat zwervers te vinden hier, maar mijn oog valt op een man die met zijn kleren aan in de fontein zit. Hij lijkt tegen zichzelf te praten en de fontein als verkoeling te gebruiken, terwijl hij met zijn kop midden in de hete zon blijft zitten. Ik kan niet goed inschatten of deze man een steekje los heeft, een zonnesteekje heeft of gewoon een enorme baaldag die hij probeert door te komen. Na een uur loopt de man zeiknat het park uit en is het voor mij ook tijd om nog even een rondje door de stad te maken. Het volgende park blijkt toch niet zo aantrekkelijk om doorheen te wandelen want het is meteen een flinke heuvel van honderden meters hoog. Ik besluit rustig aan terug te lopen en onderweg op zoek te gaan naar avondeten én een ijsje. Beide blijken moeilijk te vinden. Ik voel weinig voor het aanbod aan fastfood, Italiaans en een buurt vol Peruaans eten, mede omdat mijn nog enigszins herstellende maag toch echt verlangt naar wat gezonds. En tja, mijn vakantiemodus verlangt naar goed schepijs. Na lang dwalen vind ik dat laatste eindelijk bij een koffietentje. Genietend in de hete zon van het lekkere ijs besluit ik maar weer een supermarkt op te zoeken om met wraps en groenten als herkenbaar succesnummer het laatste avondmaal te vervolgen. Weinig geïnspireerd door de stad loop ik weer naar de bus die mij naar het vliegveld brengt. Daar aangekomen heb ik nog wat tijd over dus ik doe rustig aan met inchecken en loop nog wat door de winkeltjes om te zien of ik mijn laatste kleingeld op kan maken. Alles is of te duur of totaal niet interessant, dus ik loop verder naar mijn gate waar ik daar nog wel even wat te drinken en snoepen kan halen. Als ik naar mijn gate kijk zie ik geen rij, maar ook geen mensen staan. Voor de zekerheid kijk ik even of dit allemaal wel goed gaat, en de steward vraagt of ik meneer Stam ben. Blijkbaar ben ik de allerlaatste passagier die nog moet boarden en hij laat het dan ook niet toe dat ik nog even wat te drinken haal. Terwijl ik rustig aan het rondslenteren was over het vliegveld waren ze hier wel al vroeg begonnen met boarden, en krijg ik nu het gevoel iets raars te hebben gedaan door niet al een half uur vooraf te boarden. Ze hebben niet op mij hoeven wachten want ik sta nog steeds in een korte rij het vliegtuig in. Het voordeel van als laatste binnenkomen is dat ik zo kan zien welke stoelen niet bezet zijn waardoor ik met goedkeuring van de stewardess in een rij kan gaan zitten waar er de stoel naast me vrij blijft. Even later verlaat ik dan toch echt het Zuid-Amerikaanse continent. De lange vlucht gaat mij stukken beter af dan een aantal jaar geleden en met een filmpje, slappe maaltijd en aardig wat slaapuurtjes kom ik de tijd goed door. Ik kom in Madrid aan voor een korte tussenstop, maar moet ook nog wel een stuk reizen naar de juiste gate. Het eerste deel van de wachttijd gaat op aan een enorme rij om bij de douane in te checken. Daarna stap ik in een metro die me naar de juiste kant van het vliegveld brengt. Met mij is een Braziliaanse knul ingestapt die via Amsterdam naar Londen gaat om daar te wonen. Hij spreekt geen woord Engels, snapt niet dat Google Translate dan je vriend is en heeft totaal geen ervaring met vliegen. Hij is enorm zenuwachtig en bang omdat hij niet weet hoe hij eigenlijk in Londen moet komen. Het is aandoenlijk en tegelijkertijd heel naïef om zo op reis te gaan. Ik stel hem gerust dat hij mij kan volgen tot Amsterdam en ik dan nog wel de weg kan wijzen. Zijn telefoonlader is kapot en batterij bijna leeg. Ik bied aan mijn oplader te lenen gedurende de wachttijd die we nog hebben. Zijn naïviteit wordt nogmaals getoond als we het vliegtuig inlopen doordat hij elke procent die hij op heeft geladen en nodig zal hebben om met Google Translate zijn weg te vinden, verbruikt om social media filmpjes te bekijken. Ik houd mijn hart vast voor zijn vervolgreis terwijl mijn vliegreis enkele uurtjes later ten einde komt. Bij het vliegveld aangekomen klampt de Braziliaan zich weer aan me vast voor hulp als zijn bagage uit de band rolt. Ik leg zijn situatie uit bij de servicebalie en attendeer hem nogmaals op Google Translate. En terwijl ik hem in alle ellende achterlaat, zet ik na 5 weken reizen weer voet op Nederlandse bodem. Geen Google Translate nodig, geen snijdende wind met horizontale regen, geen overstekende pinguïns of guanaco en geen voedselvergiftiging op een hobbelig zandpad. Wat fijn om weer thuis te zijn!


Reacties

Reacties

Marijke

Leuk om het slotdeel van je reis ook nog gelezen te hebben:)! Het is weer een mooi avontuur geweest en fijn dat we mee mochten genieten!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!