Oost Afrika 3
10 februari
Vannacht hadden we toch weer een flinke regenbui. Deze keer was de tent beter waterbestendig maar helaas is alles dat tegen de rand lag toch nog nat geworden. Na twee dagen in Bwindi zijn we heerlijk hersteld van de heftige rit ernaartoe en kunnen we weer verder op pad. Bwindi is niet echt een zogenaamd game drive park dus hoeven we hier niet nog langer doorheen te rijden. Op naar één van de bekendste parken hier, Queen Elizabeth National Park. Gelukkig is de route deze keer een gravel weg die nog strakker erbij ligt dan een jeu de boules baan en gaat daarna over in asfalt. We komen daardoor al snel aan bij Kizeghi Park, hier beter bekend als Ishasha. Het is het zuidelijke stuk van Queen Elizabeth en staat bekend om haar boomklimmende leeuwen. Helaas hangen de leeuwen hier niet met trosjes aan de bomen en zijn het vooral de wrattenzwijnen en antilopen die hier als smakelijke prooidieren rondhuppelen. Net als in Lake Mburo is de weg hier onbegaanbaar voor normale auto's maar hier is het nagenoeg één hoofdweg die we kunnen volgen. Als er een afslag komt naar een doodlopend weggetje met een lus op het eind besluiten we die in te slaan. Precies bij de eindlus rijden we zo op een enorme olifant af. Op gepaste afstand zien we het prachtige dier met haar enorme slagtanden rustig naar de boom in het midden van de lus lopen. We besluiten achteruit te gaan en de andere kant van de lus in te rijden. Daar vinden we een perfecte plek om op veilige en beschutte afstand te aanschouwen hoe de olifant omhoog reikt om wat smakelijke takken uit de boom te rukken. We zien aan het eind van de lus ook twee safari jeeps staan die soms de auto starten om dichterbij te komen. Op haar tocht langs het lopend buffet komt de olifant met kleine stapjes dichter bij ons. Wij blijven rustig en geruisloos staan om haar niet te verstoren. De andere auto's hebben nu geen zicht meer en besluiten via de andere kant weer terug te rijden. Dit lijkt de olifant te irriteren want de gigant begint ons aan te kijken in een heel andere houding. Met slagtanden naar voren en de enorme oren breeduit opengeslagen is haar signaal duidelijk: als we niet heel snel weg gaan dan gaat ze met autootjes spelen. Gehecht aan onze auto kiezen we voor optie 1 maar in volle vaart achteruit is over deze wegen nog een hele kunst. Door het jankende geluid van de achteruitversnelling krijgt de Afrikaanse reus alleen maar meer zin om Jeu de Toyota te spelen dus besluit ik te keren. Ook dat gaat niet gemakkelijk met de diepe sporen waar we overheen moeten en zo steek ik de auto vakkundig als op mijn eerste rijles 6 keer terwijl de ogen van de olifant indringend door de zijruit steken. Als ik haar eindelijk in mijn spiegels heb geef ik gas en laten we deze spannende eerste ontmoeting met een olifant in Oeganda snel achter ons.
Terug op het hoofdpad komen we nog wat grote reeën tegen die bijna op rendieren lijken, en zien er een hele groep gieren verderop in een boom zitten. We komen op een vredige vlakte waar we achter een aantal safari jeeps langs een diepe vallei rijden. Het uitzicht hier is prachtig ondanks het ontbreken van enorme kuddes aan dieren. De campingbordjes die we volgen komen uit op een militair kamp waar wij dus niet welkom zijn. Om voor het donker onze tent op te kunnen zetten maken we wat haast naar de uitgang waarna we een kilometer verderop bij een prachtig resort uitkomen. Links staan mooie bungalows tussen de bomen gebouwd, rechts rijden we het bos uit naar een open plek waar de kampeerders staan. Ook hier is het rustig met nog 2 stellen. We zetten de tent op, hangen de spullen te drogen en koken ons avondmaal. Daarna lopen we nog even naar het terras bij de bungalows waar je uitzicht hebt op een prachtige oase waar regelmatig dieren te spotten zijn. Ook in de bomen zien we heel wat aapjes rondspringen. Ik het donker lopen we terug naar de camping waar we nog een koude douche nemen. De douche is afgeschermd door een grote ronde muur. Omdat er geen dak is sta je letterlijk in de natuur te douchen met wederom die prachtige sterrenhemel fonkelend als uitzicht. Door de warme en waarschijnlijk droge nacht besluiten we de buitentent niet op te zetten, waardoor we heerlijk koel in de slaapzak liggen met goed zicht op de sterren en vuurvliegjes.
11 februari
Vannacht was een rustige nacht, dankzij de koele tent en wellicht ook de bewakers op het terrein om wilde dieren op afstand te houden. We ontwaken met de ochtendzon van 7 uur en pakken onze spullen in om de 24 uur park entree nog te benutten. We besluiten de onverharde hoofdweg door te rijden naar een noordelijker gedeelte van Ishasha. Onderweg zien we in het gras verderop één waterbuffel staan. Verder lijken de dieren niet in de buurt van deze weg te komen. Als we bij de park ingang komen blijkt dat dit helemaal geen game drive is en we toch echt weer terug moeten naar de ingang waar we gisteren vandaan kwamen. Erg zonde van het op en neer rijden dus met iets meer tempo denderen we terug over de hobbelige zandweg. De auto heeft sinds de bergrit naar Bwindi wel wat piepjes en kraaltjes opgelopen in de vering maar hij houdt het nog goed. Als we bij de ingang komen vertelt de vrouw daar ons dat we nog wat verder die hoofdweg af moeten rijden omdat er bij de barak leeuwen in de boom te zien zijn. En zo rijden we alsnog buiten het betaalde gedeelte van het park op zoek naar leeuwen. In de buurt van de barak kunnen we geen enkele leeuw spotten in de bomen. Het helpt niet mee dat we met onze lage auto nauwelijks over de grassprietjes heen kunnen kijken. Als we zijn omgedraaid en nog steeds niets vinden helpt een gids in een safari jeep ons uit de brand en wijst naar een boom in de verte. Inderdaad, die ene tak blijkt een bijzondere staart te hebben. Met de verrekijker en camera kunnen we redelijk goed zien hoe de leeuw ligt te luieren op de tak met één poot en de staart naar beneden hangend. Heel even draait ze haar gezicht naar ons toe. Het blijft lastig te zien op deze afstand met de schaduw van de boom maar toch hebben we een mooie spot van dit bijzondere tafereel. Als we verder rijden zien we de gids meteen stoppen bij de volgende boom, waar dichtbij een grote oehoe ons aanstaart. Ook prachtig om te zien en eenvoudig om over het hoofd te zien voor ons leken. Helaas zijn de trucks niet altijd bij te houden zonder afscheid te nemen van ons onderstel. Als we het park weer inrijden nemen we een andere route om wat afwisseling te zoeken. We komen als snel op een enorme kale vlakte die veelal afgebrand lijkt te zijn. Met maar één baviaan in de verte te zien beoordeel ik de locatie als geschikt voor een plasstop. Terwijl ik de droge vlakte bevochtig valt het me op dat er stiekem veel meer bavianen rondlopen. Gelukkig blijken ze niet onder de indruk van... nouja... Wat ik wil zeggen is gelukkig kan ik ongestoord mijn ding doen.
Als we verder rijden wordt het landschap meer heuvelachtig en begroeid. Als we omhoog rijden zien we een olifant dicht langs de weg staan te eten. Het plaatje lijkt erg op onze ontmoeting van gisteren en net die ervaring in onze bagage blijven we op afstand. De weg buigt ook licht af waardoor we moelijk kunnen zien wat er voorbij het bosje komt. Na vijf minuten genieten willen we toch ook wel verder maar dichterbij komen is ook spannend. Ik besluit stapvoets de olifant te benaderen en houd haar reactie goed in de gaten. Deze keer steekt de olifant echter vrij snel de weg over en loopt van ons weg. Twee seconden later blijkt waarom. Van achter het bosje komt een jongeman lachend aangereden op zijn boda boda. Hij vertelt ons dat er verderop nog meer olifanten rondlopen. Verbijsterd proberen wij de gevaarlijke situatie van gisteren te rijmen met dit moment waarbij de jongeman op zijn brommer lachend de olifant van zijn pad jaagt. We danken de jongeman en vervolgen onze weg op zoek naar de andere olifanten. Verderop blijkt dat we net op tijd zijn om de hele familie met kleintjes de weg over te zien steken. Kalm en statig lopen de enorme dieren richting het begroeide gebied. Later op de route komen we nog een soort donkere bok tegen en als we weer langs de vallei van gisteren rijden is het deze keer een enorme kudde waterbuffels die hier het landschap vullen. En ook de weg, maar gelukkig maken deze Big Five dieren vrij eenvoudig ruimte voor ons. Toch blijft het spannend om zo dicht langs een groep reuzekoeien met flinke stoothoorns te rijden terwijl ze ons weinig verwelkomend aankijken. Net binnen de 24 uur weten we het park weer te verlaten om vervolgens op een bankje naast een Belgisch stel onze rolex lunch te verorberen. Ze delen hun watermeloen met ons alsook de prachtige foto's van het luipaard dat ze dankzij hun gids hebben weten te spotten.
We rijden verder naar het noorden van Queen Elizabeth NP over de hoofdweg die we vanmorgen ook hadden genomen. Het is een zandweg maar in prima staat. De open vlaktes veranderen in dichte begroeiing en op de weg liggen enorme hopen poep. Een lekkernij voor veel vlinders die vervolgens opvliegen als we dichtbij komen. Zodoende rijden we door een vlinderlaan waar de auto wordt omringd door fladderende witte, gele en blauwe vlinders. Als de weg weer door een open vlakte loopt zien we al snel de chef koks van de vlinders. In de groene vallei lopen twee olifanten, en als we rustiger rijden stijgt het aantal al snel naar 3, 5, 8, 12 en nog een beetje. Het blijft een mooi gezicht om de enorme dieren vredig door het landschap te zien lopen, zeker ook buiten de poorten van het park. Om alles nog net iets meer bijzonder te maken worden we getrakteerd op twee olifanten midden op de weg. Een dubbele déjà vu kun je wel stellen. De twee lopen langzaam onze kant op. Het is de enige weg naar het noorden dus we zullen deze keer het spelletje aan moeten gaan. Henrie rijdt rustig richting de olifanten maar zij blijven vastberaden recht op ons aflopen. Wij, of zij, komen zo dichtbij dat we toch echt achteruit moeten voor onze veiligheid. Poging twee is voor mij. We wisselen ver weg van de olifanten en ik rijd ze rustig tegemoet. Voordat het echt spannend wordt lopen de olifanten via het gras weg van ons. Duidelijk bewijs dus dat mijn rijgedrag afschrikken werkt. We rijden verder en als we een bruggetje overrijden kijken we hoopvol om ons heen of er leven bij het water is. Ik zie de bomen bewegen dus zet de auto stil. Eén voor één springen kleine langharige aapjes naar de volgende boom.
Na deze acrobatische act rijden we door naar een camping bij een klein dorpje. De oudere man die ons ontvangt vertelt over de vele dieren die hier langskomen. Volgens hem kun je eigenlijk gewoon een week bij hem kamperen voor een volledige safari ervaring. We zien de wilde zwijnen rondgrazen tussen de bungalows, de antilopen een veilige haven vinden bij de toiletten en verderop ik het grasland staan de waterbuffels. Hij vertelt dat olifanten en soms leeuwen een bezoekje brengen in de avond en nacht. Een super veilige plek om onze tent hier op te zetten als enige bezoekers dus. De heren daar stellen ons gerust dat de lampen de leeuwen op afstand zullen houden, en als je naar het toilet gaat wel eerst even hun wakker maken graag. Wij starten ons ritueel van tent opzetten, was drogen, avondeten koken en douchen. 's Avonds drinken we nog een thee in het kleine restaurantje met twee man personeel helemaal voor ons alleen. Dan roept eentje ons naar de deur en als we naar buiten kijken geloven we onze ogen niet. Op nog geen 10 meter van ons vandaan staat een volwassen olifant van een struik te eten. Zo ontzettend dichtbij, zo kalmpjes en aan de reactie van de jongemannen te zien is dit duidelijk heel normaal. Ze moeten wel lachen om onze reactie en terwijl wij met zijn vieren genieten van dit bezoek wordt de struik aan flarden gescheurd door de hongerige reus. Na een paar minuten loopt de olifant verder en zo'n 15 meter van de tent vandaan verdwijnt ze in het donker. Terwijl ik blij ben met zo'n geweldige ervaring en de vredige reputatie die olifanten hierdoor hebben voor ons, is Henrie nog wel wat ongerust over de nacht en terecht natuurlijk. De avond is verder rustig en we vallen in slaap na weer een lange, warme dag met veel indrukken.
12 februari
Rond 2 uur afgelopen nacht ging de muziek in een bar in het dorp op vol volume en werden we wreed gewekt door, volgens een van de jongemannen, slechte muziek. Ik had daarop oordopjes ingedaan en heb als een roos verder geslapen. Henrie was nog even wakker en toen de muziek weer stil was, hoorde ze een zwaar ademend dier aan het gras trekken dicht bij de tent. Ik hoor dit verhaal met grote ogen aan (shit, weer een avontuur gemist) en als we om ons heen kijken ligt er inderdaad op zo'n 5 meter van de tent af olifanten poep en een hoop kapotte takken. God wat waren wij blij dat we de scheerlijnen niet hadden gespannen want het arme dier was er ongetwijfeld over gestruikeld en dan was het aan ons en de tent geweest om haar een zachte landing te bezorgen. Met deze ervaring, in ieder geval voor Henrie, in de pocket kunnen we tevreden verder op pad. We besluiten om de crater lakes te bezoeken waar velen die we hebben gesproken enthousiast over waren. Als we de afslag nemen naar de route blijkt dat dit ook in het betaalde gedeelte ligt, en ook dat we hier niet mogen rijden zonder bewaking. Dit betekent dat we een uur moeten wachten op een auto met twee gewapende militairen die achter ons aan rijdt in het park, in het geval we autopech krijgen en er geen telefoon bereik is. Het voelt vreemd om onder militaire begeleiding door een national park te rijden maar deze gratis service is ook wel weer een beleving. De route kent steile stukken op slechte bodem, maar onze doorgewinterde Toyota rolt op haar gemakje over de route met de inmiddels vertrouwde piepen en bonken. Ik de verte zien we het eerste kratermeer liggen. Het is enorm, maar door de afstand en begroeiing zien we er niet veel van. De rest van de route kijken we tegen een hoge berm met begroeiing aan en komen nog geen duif tegen. Ik blijf in mijn spiegels kijken of onze bewakers stoppen omdat zij iets hebben gezien maar ze blijven ons trouw en gedisciplineerd volgen. Aan het einde van de route vertellen onze sergeanten ons dat de route geen 'game drive' is maar puur voor de mooie uitzichten (die wij dus niet hebben gezien met onze lage auto). Zeggen ze nu pas...
Dan maar via de weg langs de rivier naar het game drive gedeelte. Helaas blijkt ook dit een saaie en vermoeiende route te zijn en zo zijn de eerste drie uren van de 24 onnodig saai geweest. Maar dan komen we bij Kasenyi aan, het gedeelte binnen Queen Elizabeth NP waar grote kans op leeuwen en luipaarden is. De reden daarvoor zou de enorme hoeveelheid prooidieren moeten zijn, maar daar zien we er relatief weinig van. We rijden de hele dag verdwaald over afgelegen zandwegen die de navigatie apps niet kennen, zonder een auto of spraakmakend dier te zien. Teleurgesteld rijden we via de hoofdweg in dit park; een afschuwelijke zandweg vol met grote scherpe stenen en diepe kuilen die de Toyota met haar kale banden op de proef stelt, evenals de schokbrekers van onze ingewanden. De weg eindigt in een klein dorpje, ja midden in het national park. De berm is bezaaid met plastic afval en de het is chaotisch op straat met mensen, geiten en voertuigen die allen geen ruimte willen maken voor ons. Maar wij moeten nog wat verder, en eenvoudige bordjes met de naam van onze beoogde camping leiden ons tussen de huizen over een willekeurige zandvlakte naar een grasstrook naast Lake George waar we voor een kilometer bandensporen volgen. De camping kent een viertal mooie bungalows en langs de waterkant is er ruimte om een tent op te zetten. Deze camping is nog meer afgelegen en eenvoudig dan we tot nu toe hebben gehad. Maar de locatie zo in het park, aan het water maakt het interessant genoeg om in de snikhete zon onze tent toch op te zetten. We willen ons ritueel vóór 6 uur hebben afgerond zodat we nog een vroege avondrit kunnen maken in de hoop dat de roofdieren dan actief worden. Onder het lacherig geknor van de nijlpaarden die aan de waterkant liggen maken wij ons klaar voor een veelbelovende avondrit. Die blijkt echter vies tegen te vallen omdat het lang rijden is over die vreselijke rotweg voordat we weer op een 'game drive' route komen. Het is inmiddels donker aan het worden dus wild spotten kan alleen met de lamp wat het niet makkelijker maakt. En aangezien we volgens het huurcontract niet 's avonds mogen rijden, en deze omstandigheden verre van ideaal zijn om autopech te krijgen, besluiten we terug te keren en deze trip als een verkenning voor morgenvroeg te beschouwen. Om 8 uur 's avonds komen we weer bij de camping aan waar rondom onze tent tientallen oogjes van antilopen (waterbock?) oplichten door onze koplampen. De jongens die het runnen hebben avondeten achter het toiletgebouw. Als ik het weinig verzorgde toilethokje binnen loop voel ik ik het donker een gekko die vanaf het plafond via mijn elleboog naar beneden valt. Een schrikmomenten maar gelukkig kon ik het schattige beestje snel thuisbrengen door het plakkerige gevoel. Voordat ik de tent in duik geniet ik nog even van de sterren die ook hier weer in volle glorie de nacht sieren. Terwijl ik al in de tent lig, wijst een jongeman Henrie erop dat de nijlpaarden aan land zijn gekomen. Kleiner dan bij lake Mburo maar niet minder spannend om drie nijlpaarden zo dicht bij de tent aan het grazen te zien. De jongens blijven er op schijnen totdat ze in het riet verdwijnen. Wij gaan snel slapen, zodat we morgenvroeg in het donker om 6 uur nog kunnen starten aan onze vroege ochtendsafari. Want iedereen zegt dat tussen 7 en 8, de leeuwen écht niet te missen zullen zijn.
Reacties
Reacties
Ja dat weet toch iedereen, tussen 7 en 8 de leeuwen aaien...en daarvoor nijlpaarden in je tent en olifanten op je jeep! ? Tsjonge jonge, gaat het nog een beetje? En dan het eten, brrrr. Maar wat een avonturen, jij bent natuurlijk helemaal in je element en hebt er zeker en vast enorm van genoten. Dus ik ben heel blij voor je en bedankt weer voor dit schitterende reisverslag. ? Groeten ook weer aan das Fräulein. X
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}