12 - 15 januari: van de regen in de drup
Het was een erg koude nacht. Dat ben ik niet gewend de afgelopen weken maar ik zit hier natuurlijk ook verder van de evenaar af. Ik vervolg mijn weg langs de prachtige route naar Milford Sound. Onderweg kom ik weer die mooie bossen, enorme bergen met sneeuw en zelfs open velden vol ochtend dauw tegen. De bergen worden steeds ruiger en beginnen duidelijk op fjorden te lijken. Na veel kilometers klimmen kom ik bij een tunnel met een stoplicht. Er staat een digitaal bord naast dat aangeeft dat ik nog 8 minuten moet wachten. Erg fijn dat ongeduldige ik daar op gewezen word. Dan ga ik maar wat foto's van de omgeving maken. Als de tijd bijna verstreken is geeft het bord aan dat ik me klaar moet maken en mijn lichten moet ontsteken. En off we go! De smalle tunnel is slechts 1200 meter lang en brengt mij dicht bij het dal van de Milford Sounds. Het is telkens kiezen of ik nu ga stoppen voor een foto of dat ik de uitzichten rijdend tot me neem. Aangekomen bij de haven boek ik met een dubbel gevoel een toeristische cruise. Veel andere opties zijn er hier namelijk niet. Maar zoals ik al vreesde, ben ik mij op de boot ontzettend gaan vervelen. Ik kan de fjorden mooi vanaf het water zien en kom langs een aantal flinke rotspartijen. De wind is op een gegeven moment enorm, harder dan een orkaan vertelt de schipper ons. Veel mensen verlaten het buitendek maar ik sta met mijn gezicht vol in de wind te genieten van de krachten van moeder natuur. Wat een heerlijk gevoel moet het voor ontdekkingsreizigers als Abel Tasman zijn geweest om na maanden op zee door zo'n prachtige fjorden te varen! Na twee uur sta ik weer in de haven, welke toch het mooiste uitzicht op de Milford Sounds biedt. Ik loop naar een rustig stuk om nog even te genieten. Milford Sounds is één van de mooiste plekken op aarde. Helaas is het ook een van de meest toeristische plekken, waar elke 10 minuten een enorme boot de haven verlaat, en elke 10 minuten een helikopter of vliegtuig opstijgt. Het verstoort de overweldigende natuur en laat mij daardoor met een dubbel gevoel deze plek verlaten.
Ik besluit op mijn weg terug nog een hike van drie uur te doen naar een mooi uitzichtpunt. Het is een mooie hike door sprookjesachtige bossen en langs open stukken met uitzichten over prachtige valleien gevormd door gletsjers. Uiteindelijk duurt het hele avontuur maar twee uur inclusief foto en geniet momentjes. Maar wel een hele fijne middag om op mijn eigen manier te genieten van deze omgeving. Terug bij de auto maak ik nog een aantal kilometers waarna ik geniet van een camping maaltje in de zon en een opfrismoment bij de gletsjer rivier. De avond vul ik met het lezen van een boek met de fjorden op de achtergrond. De campsite is gekaapt door een grote groep jongeren die helaas tot in de late uurtjes met muziek, alcohol en harde stemmen de regels van de campsite aan de laars lappen. Ze houden enige rekening met mij nadat ik ze er op heb geattendeerd maar toch kom ik die nacht moeilijk in slaap.
Ik word vroeg wakker en op dat moment begint het te regenen. Ik besluit meteen op pad te gaan en het uitzicht onderweg wordt geblokkeerd door regenwolken. Tijdens een droog momentje neem ik mijn ontbijt alvorens mijn weg naar Invercargill te vervolgen. De dag blijkt inderdaad uit regen en kilometers te bestaan. Invercargill is geen fijne plek dus door naar Dunedill. De route is leuk maar niet spectaculair. Wel spectaculair is het motorlampje van mijn auto gecombineerd met een bokkende motor. Ik gok op een slechte bougie maar op zondag kan ik daar weinig mee. Ik besluit tot Dunedin door te rijden en daar in de stromende regen een kampeer-parkeerplaats te pakken om die avond droog te blijven in mijn bus en morgen een garage op te zoeken. Na een koude maaltijd in de auto en wat tijdverdrijf klaart het op en zoek ik nog even het strand op om de benen te strekken. Tijdens mijn wandeling breekt de lucht open en word ik getrakteerd op een zonsondergang op zee. Onverwachts toch nog een mooi fotomomentje op deze nietszeggende dag!
De volgende ochtend begin ik met een oliepeil check. En guess what, mijn Honda blijkt een dorstige olieliefhebber. Gelukkig heb ik een voorraad ingeslagen waarna de motor weer als een zonnetje loopt. Net als het weer wat, ondanks de frisse wind en de wolkjes overwegend zonnig is te noemen. Ik rijd naar Otago Peninsula waar een prachtig duingebied ligt. Onderweg rijd ik dicht langs de waterkant over een heerlijk slingerende weg. Elke bocht is een avontuur om toch 60 te rijden en niet te water te gaan. Als ik het strand oploop ligt er een dikke zeeleeuw te luieren. Na wat foto's loop ik verder richting de kliffen met rotsen aan het water. Onverwachts rent er een zeeleeuw vanachter een rots dicht langs mij naar het water toe. We schrikken van elkaar maar gelukkig kom ik er zonder kleerscheuren en met foto's vanaf.
Als ik terug rijd van het eiland kom ik langs een autosloperij. Gezien alle Lezussen die hier rijden leek het me slim om te kijken of ik de felbegeerde onderdelen die in Nederland zo duur zijn hier wellicht op de kop kan tikken. Ik vang bot maar wordt verwezen naar een andere sloop verderop. Ook hier geen Lexus op de sloop maar de buurman is een Japanse specialist en die heeft voor mij portierstrips op voorraad. Voor een prikkie neem ik ze van hem over en trakteer me daarmee op een souvenir in Gerton stijl. Met een big smile en het besef dat het een vreemde actie is om hier mijn geld en tijd aan te besteden op deze reis ga ik door naar het noorden naar een strand met zeldzame pinguïns. Als ik ze kan spotten... Ik rijd langs de stijlste straat ter wereld, althans dat beweren ze. Stijl is hij zeker, te herkennen aan de brandende kuiten en het ontbreken van kliko's want die zouden omvallen. Als ik mijn weg vervolg begint toch weer het motorlampje te branden. Ik stop bij een kleine garage die bougies voor mij gaat bestellen die er morgen in kunnen. Ik rijd snel door naar het strand, pinguïns komen namelijk op bepaalde tijden het strand op. Aangekomen heb ik geluk dat er net een pinguin staat te chillen. Het is ver weg, je mag rond deze tijd het strand niet op dus er is een uitzichtpunt in de duinen. En die zijn hier nou eenmaal wat hoger dan in Nederland. Uiteindelijk komen er in totaal 3 pinguïns het stand op. Maar gezien de afstand voelt het niet als een ingrijpende ervaring. Voor het avondprogramma is er 5 minuten verderop een andere zeldzame pinguïn die hier aan land komt. Om verstoring van toeristen te beperken hebben ze er echter hekken en een hele tribune omheen gebouwd, waar dan weet bussen met Japanners op afkomen. Niet mijn ding, dus ik ga met een groep andere Europeanen buiten deze plek zoeken naar pinguïns. Er staan veel hekken som de pinguïns te sturen en niet over de weg te laten lopen. In groepen komen de enorm kleine beestjes aan land bij de tribune. Een enkeling komt bij mij in de buurt de zee uit. Ze blijven wat beduust staan als ze op het land zijn. Dat geeft mij een goede kans ze in het donker wat beter te bekijken. Twee pinguïns willen niet via de daarvoor aangelegde tunnels naar de bossen maar door het hek. Een ranger besluit het hek te openen en zo krijgen wij een showtje van wel heel dichtbij! Waggelend steken de broekzakformaat knuffel de weg over. Aandoenlijk maar begrijpelijk dat dit niet samengaat met mensen en zeker niet toeristen. Gelukkig ben ik samen met het kleine groepje Europeanen geen toerist... Tegen twaalven stap ik weer in mijn auto om een kwartier rijden verderop op een camping te overnachten.
De volgende ochtend heb ik eindelijk weer een warme douche. Na deze verfrissing rijd ik naar een strand in de buurt waar bijzondere ronde rotsen midden op het strand liggen. Het is een bijzonder gezicht en trekt enorm veel toeristen. Dus fotomomentje en doorgaan! Ik heb namelijk nog een auto te repareren. Vier nieuwe bougies en dan maar hopen dat dit het probleem echt verhelpt. Met vernieuwd vertrouwen rijd ik naar Mount Cook waar ik deze middag een beklimming wil doen. Helaas, in de middle of nowhere gaat het beruchte lampje weer branden en houdt de motor even in. Een half uurtje later passeer ik eindelijk een dorp voor vijf inwoners en zowaar een autogarage. De monteur besluit een ritje te maken met de auto maar detecteert weinig. Ik adviseer hem om vanuit stilstand weg te rijden en ja hoor daar houdt de motor duidelijk in. De nieuwe bougies kan het niet zijn dus wellicht de bedrading ernaartoe. Als hij wat aan het proberen is onder de motorkap valt de motor uit en weigert nog te starten. We moeten terug naar de garage gesleept worden en vanuit daar gaan zij een nieuwe verdeler regelen terwijl ik in een uitgestorven omgeving mijn tijd probeer door te komen. Het is een lange wacht en na een tijdje stopt een tractor hier voor reparatie. Zijn radio wekt mijn aandacht. Ik hoor afwisselend Nederlandse en Duitse taal. Het blijkt een van oorsprong Nederlandse boer die zijn Duits aan het opvijzelen is. Na een kort gesprek komt mijn monteur terug met de verdeler. Mooi! Tenminste dat dacht ik. Het kost hem een uur en een hoop pogingen om de juiste sequentie voor de cilinders te vinden. Uiteindelijk start de auto weer en draait hij zoals ik gewend ben. Uiteraard wel een prijzige reparatie maar dat is het risico van een oud beestje kopen. De eigenaar van de garage is erg aardig en verontschuldigt zich dat het zoveel heeft gekost. Ik bedank hem juist dat ik mijn weg weer kan vervolgen. En als een Nederlandse boer hier zijn tractor in onderhoud heeft is het vast geen dure garage. Geheel zorgeloos kan ik niet op pad want we hebben ook geconstateert dat de motor veel olie lekt. Dus 6 uur na mijn stop rijd ik met een flinke fles olie door naar een campsite halverwege Mt Cook. De omgeving waar ik lang heb stilgestaan doet me denken aan de dukes of hazard, de dorre countryside van Amerika. Maar 5 minuten later rijd ik in een wederom prachtig landschap. Vele heuvels met dor gras erop geven een bijna middenoosters indruk. Maar de helderblauwe stuwmeren en de ruige grijze en besneeuwde bergen op de achtergrond maken dit een mix van vele landschappen. Kan ik eindelijk weer heerlijk doorrijden over de meanderende wegen in de mooie omgeving, ervaar ik continu het dilemma om te stoppen voor nóg een mooie foto. Op de campsite, lees parkeerterrein, kan ik nog even verder genieten van de omgeving. Er is geen gehucht in de omgeving te bekennen dus ik nader echt een ruig gebied. Tijd om wat slaap in te halen en morgen de hoogste berg van Nieuw-Zeeland te bezoeken!
Reacties
Reacties
Wat een geluk dat je zulk mooi weer had bij Milford Sounds:), dat gebeurt niet vaak volgens mij!
Klopt het schijnt uitzondering. "de regen wordt er in meters gemeten". Ja ik heb echt mazzel met 't weer, het is als de Nederlandse zomer all over!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}