gerton.reismee.nl

Op naar EBC deel 2

10 maart: Lobuche – Gorak Shep – EVEREST BASE CAMP!

Vannacht was ik (weer) veel wakker. Ik verwacht dat het deze keer komt door te warme voeten. Want die lakenzak die ik er uit voorzorg heb ingedaan voelt alsof ik in een braadzak kruip. Zoals verwacht is de rest vroeg op en dankzij de gehorige houten wandjes heb ik ook deze keer niet mijn wekker hoeven zetten. Als ik naar het toilet ga wordt me duidelijk dat ik het toilet niet kan doorspoelen; ik krijg gewoonweg geen gat geslagen in het ijs in de blauwe ton. Mijn spullen pakken, ontbijt bestellen en dit lekker warmpjes bij de kachel opeten duurt allemaal toch wat langer. Ondanks de slopende dagen gun ik mezelf wel mijn vakantietempo in de ochtend. Wanneer ik afreken staan er inderdaad veel dingen niet op de rekening, en de meid van de lodge weigert elke fooi. Ik besluit mijn geheime liefdadigheidswapen in de strijd te gooien en haal een aantal stroopwafels uit mijn voorraad. Voor elk personeelslid één, wel eerst even ontdooien. Die dingen werken altijd in het buitenland (in Nederland uiteraard ook). Op naar Gorak Shep!

De tocht naar Gorak Shep staat op drie uur geschat, en dat weet ik ook mooi aan te houden. De route verloopt door een mooie vallei maar kent toch wat heftige klimsecties in de steeds ijler wordende lucht. Extra uitdaging vandaag is de slechte-muziekprocessie te vermijden. Een sliert van vier wandelaars die ontzettend traag maar gestaag de route aflopen met irritant slechte muziek uit hun speakers. Ik blijf ze voor totdat ik een pauze neem, die lijken zij niet te gebruiken en kruipen mij voorbij. Ze inhalen blijkt ook niet gemakkelijk dus uiteindelijk kies ik voor een extra pauze. Onderweg kom ik vooral mensen tegen die op de terugweg zijn. De Duitser die de acclimatisatiedag had overgeslagen, maar de EBC niet heeft gehaald maar snel naar beneden gaat omdat hij al twee nachten geen oog heeft dichtgedaan. Na hem volgen de drie Duitsers die ik dezelfde avond tegenkwam. Ook zij gingen in een flink tempo naar de top, en één van de drie heeft ook moeten afhaken wegens heftige misselijkheid. Dit doet met toch weer beseffen dat dit echt geen eenvoudige omstandigheden zijn, en dat ik erg verstandig heb gedaan aan de acclimatisatiedagen. Ik merk dat ik me ondanks de omstandigheden goed voel. Ik maak veel grapjes, praat opgewekt en kies preventief voor pauzes om te eten, drinken en rusten nog voordat deze onvermijdelijk zijn. Ineens zie ik een nieuwe bergtop verschijnen die wel lijkt op wat bekend staat als Heilige Moeder van het Universum. Als mijn ogen naar beneden afdwalen zie ik een enorme gletsjer met onderaan een aantal gekleurde vlekjes. Dat moeten de tenten van het Base Camp zijn! Enigszins onwerkelijk en gehypnotiseerd loop ik verder. Ik kom Magda tegen en niet veel later bereiken we gezamenlijk het doel; Everest Base Camp. Het is niet het echte kamp, een paar honderd meter verderop, maar een hikers mijlpaal aangeduid met een enorme rots waar Everest Base Camp 3580m op staat geschreven. Met daarachter de punt van de Mount Everest zichtbaar. Yeah! I made it!

Het is een zonnige dag dus het uitzicht op de hoogste punt ter wereld en de gletsjer eronder is geweldig. De lucht is zelfs zo helder blauw dat de karakteriserende wolken boven deze gigant zich pas later op de dag vormen. Ook op deze plek kom ik een aantal bekenden tegen van deze route en claim ik Magda om mij te assisteren tijdens mijn persoonlijke foto kwartiertje. Nadat ik mezelf heb vereeuwigd bij de rots geniet ik nog even van het uitzicht maar vooral de behaalde mijlpaal. De gletsjer en vooral de uitmonding van het ijs in het dal waar in de zomer de rivier stroomt is ook enorm indrukwekkend. Het oogt als bevroren golven van een enorm ruige en diepe zee. Ik zie een paar mensen beneden bij de gletsjer staan dus ik glijd via de losse grijze stenen naar beneden om ook een kijkje te nemen. Hoe dichterbij ik kom hoe meer ik ervaar hoe enorm de ijsklompen zijn die hier in het dal zijn opgestapeld. Ik bereik een spiegelglad bevroren meer met hoge ijsklompen in allerlei vormen. De heldere zonnestralen accentueren de ongewone volblauwe kleur van het ijs. Dankzij de aanwezige klimmers kan ik ook hier wat mooie foto’s met mijzelf erop laten schieten. Al met al ben ik inmiddels al een uurtje op deze plek aan het genieten en ontdekken. De gids gisteren waarschuwde mij voor de gure wind in de middag op de terugweg, en met nog zo’n anderhalf uur terug te lopen wordt het nu wel tijd om te gaan.

Gelukkig heb ik een lekker warme jas bij me dus de terugweg verloopt zonder al te veel verkleuming. Toch is het fijn om terug in de lodge te zijn en een flinke portie Dal Bhat te bestellen. Ik zie een aantal mensen rond 15.00 uur naar Kalapathar klimmen, het hoogste punt van de tocht en het beste uitzichtpunt voor de Mount Everest. Deze heftige steile klim van twee uur laat ik vandaag voor wat het is. De zonsondergang op de Mount Everest gaat aan mij voorbij terwijl ik een flinke refill Dal Bhat accepteer. Morgenochtend als ik weer aangesterkt ben wil ik Kalapathar beklimmen. Deze avond geniet ik van het gezelschap van een Canadese man van 60 en een Indische man met zijn dochter en nichtje. De Canadese man is een uitdaging aangegaan en is in drie maanden tijd veel afgevallen met behulp van een personal trainer om uiteindelijk deze plek te kunnen bereiken. Zijn gehijg gedurende de dag en avond maken wel duidelijk dat dit niet van harte is gegaan. De Indiërs merken op dat ik aardig nonchalant deze trek ben aangegaan, door een week voor vertrek te boeken, ongetraind en ongeremd door Corona deze plek te bereiken. Geen van de aanwezigen maken zich nog op voor een tocht naar Kalapathar, allen zullen zij morgenochtend starten met hun afdaling. Ik herken het psychologische effect van een uitdagend doel stellen, alles geven om dat te bereiken en daarna overgeven aan de signalen die het lichaam geeft om te stoppen met deze waanzin. Ik sluit de dag tevreden af, maar nog niet voldaan. Ik pomp mijzelf nog even op voor één extra klim naar Kalapathar, mijn eindpunt van deze tocht en het hoogste punt van de route. Door alle spanning en ontlading word ik ironisch genoeg ’s nachts wakker in een bloedhete slaapzak en kamer op de koudste slaapplek van de route (-20 graden). Met het zuurstofgebrek en de snotterige neus is het idee van weinig frisse lucht in de kamer geen geruststelling. Ik besluit naar het toilet te gaan, simpelweg om onderweg af te koelen. Als ik terugkom in de slaapkamer zet ik een raam open zodat ik de rest van de nacht heerlijk verder kan slapen.


11 maart: Gorak Shep - Kalapathar – Pheriche

Dankzij mijn lodgegenoten ben ik vroeg wakker. Ik loop naar beneden om ontbijt te bestellen en begin mijn spullen in te pakken. Dit duurt elke ochtend toch weer lang; met bevroren vingers alle slaapspullen en schone avondkleding weer in de tas proppen. De backpack mag ik hier nog even achterlaten, waardoor de tocht naar Kalapathar gelukkig met mijn kleine rugzak mag. Ik mag meteen beginnen aan de enorm steile klim waar ik gisteren de klimmers al omhoog zag sjokken. Los zand en stenen halen het ‘tempo’ er goed uit. Sinds mijn vertrek om 8.00 uur kom ik niemand tegen. Ik ben werkelijk waar de enige op deze tocht, niemand die voor mij de zonsopgang heeft willen zien, niemand die mijn voorbeeld volgt. Het enige dat de serene rust hier hoog in de bergen verstoort zijn de helikopters waarmee toeristen vanuit de lucht de dodelijkste berg op aarde kunnen aanschouwen. Ook ik heb al snel een goed zicht op de Mount Everest. Het is wederom een stralende dag maar vandaag is de gigant wel vergezeld door de typerende wolken rondom de top. Tijdens de klim naar de top van de 5545m hoge berg mag ik genieten van het Gletsjerdal en het uitzicht op oneindig veel witte giganten die hoog boven mijn bergje uitsteken. Richting de top van Kalapathar is er geen looproute meer te vinden en is het springen van rots naar rots. Voor de laatste meters leg ik mijn rugzak en hiking poles weg en klauter ik de steile schuine rotswand omhoog. De bergwind daarbij opgeteld maakt dat ik niet ga staan maar probeer een stabiele zithouding in te nemen. Het adembenemende uitzicht, of het is gewoon het zuurstofgehalte, behelst de immense top van de Everest, de enorme gletsjer naar beneden en vele andere bergen om mij heen. Voor het eerst, hier op het allerhoogste puntje, waar ik geen stap verder omhoog kan zetten, voelt het alsof ik de top heb bereikt, als een overwinning. Een overwinning op mijzelf, door mijn fysieke grenzen op te zoeken en te verleggen om op deze plek te kunnen komen. Ik mag van dit alles genieten in serene rust, zonder enige medemens op deze berg. Het is een bijzonder gevoel, een bijzonder moment.

Als ik uit mijn euforische moment ontwaak besef ik me dat alles in mij roept om ook weer lekker af te dalen naar warmere en zuurstofrijkere oorden. Voorzichtig klauter ik terug naar mijn spullen en begint mijn enorme afdaling terug naar Lukla. De terugweg gaat veel sneller; de zwaartekracht doet haar werk, zeker op stukken los zand, en met elke stap krijg ik nu juist meer in plaats van minder zuurstof. In de halve reistijd sta ik weer beneden in Gorak Shep, waar ik nog een thee drink om vervolgens de zelf benoemde Worlds Highest Inn te verlaten. Er is echt niemand op de route aanwezig, wat maakt dat de weg soms ook moeilijk te vinden is. Heel even heb ik contact met een Nepalees die letterlijk de berg af komt gesprint. Zijn doel voor vandaag is Namche Bazaar, 2000m lager en 30km van Gorak Shep af. Ik ben al blij als ik dat in twee dagen red dus ik begrijp zijn tempo. Gelukkig gaat ook mijn reis voorspoedig dankzij de sterke afdaling. Ik kom in Lobuche aan waar ik het vriendelijke lodgepersoneel van mijn eerdere verblijf trakteer met een wederbezoek om even goed te lunchen. Op de terugweg is het uitzicht zeker niet vervelend. Nagenoeg de hele route terug is gelijk aan de heenweg, maar deze middag kan ik een andere weg pakken en op een plek slapen waar ik nog niet ben geweest. Ondanks de vele kilometers die ik afleg heb ik de afstand naar Pheriche wat onderschat waardoor ik in de schemering nog onderweg ben. Gelukkig zie ik Pheriche al liggen en lopen er twee Nepalese jongens voor mij uit waardoor het niet onverstandig voelt, slechts behoorlijk fris. Pheriche is het enige dorpje op de minder populaire route en het is te zien aan de dode boel; veel gesloten Lodges en ook het uitzicht in deze vallei kan niet tippen aan dat van Dingboche, haar tegenhanger. Twijfelend klop ik aan bij een grote Lodge waar een dode sfeer hangt. Ja ze zijn open en voor een prikkie kan ik hier de nacht doorbrengen. Ik krijg kamer nummer 113; gewoon op de begane grond naast nummer 12 en 14 maar blijkbaar is het bijgeloof van de westerse wereld hier ook doorgedrongen. Er is één andere gast (met gids) maar ze zijn beide moeilijk te verstaan dus veel gezelligheid brengt dit niet. Ik ben toch druk met mijn telefoon nadat ik Wi-Fi heb gekocht om het thuisfront na een week wat geruststelling te brengen en te delen in mijn euforie. In de berichten die ik ontvang voert de Coronachaos met stipt de boventoon. Nog geen twee weken geleden ben ik vertrokken uit een land vol nuchterheid en laconiek (dit is geen zelfstandig naamwoord maar zou het wel moeten zijn, kijk eens hoe mooi het hier past). Nu lijkt de Corona epidemie ook daar onhoudbaar (terwijl in Nepal alles nog lange tijd Coronavrij zal blijken) en wordt mij met klem benadrukt te zoeken naar wc-rollen en handgel in de Nepalese supermarkten. De afgelopen week heb ik meermaals met mede westerlingen gepraat over de berichtgeving van Corona in de thuislanden, maar de toon in deze gesprekken was bagatelliserend. In alle nuchterheid die hier in de bergen heerst is het vervolgens bijzonder om te zien hoe de maatregelen en het massagedrag in eigen land de opinies beïnvloeden. Met hooguit een koudje onder de gelederen en veel grotere toiletuitdagingen dan de beschikbaarheid over toiletpapier besluit ik de warme slaapzak nog eens uit te rollen en de dag af te sluiten. Vandaag heb ik in de middag al ruim 1000 dalende meters gemaakt, en het doel is om dit morgen te evenaren. Dus tijd om te rusten en morgen weer fris aan de start te verschijnen.


12 maart: Pheriche – Namche Bazaar

Deze nacht heb ik geen raampje open hoeven doen en de ijskristallen op mijn raam onderstrepen dat. Als ik mijn spullen inpak zie ik op het terrein achter mijn lodge een helikopter aan komen vliegen met onder aan de ketting een pakket stalen buizen en een kerstboom. Even denk ik dat Pheriche zich al voorbereidt op de immense kerstmarkt die hier georganiseerd gaat worden, maar helaas blijkt het gewoon een stuurfoutje van Stef stuntpiloot te zijn geweest. Ook vandaag is een helder zonnige dag maar nog steeds erg fris. Ik ga op pad met vier lagen en mijn dikke wanten aan. De route verloopt gevoelsmatig met evenveel stijgende meters als dalende meters. De kilometers gaan daardoor minder snel voorbij als gisteren. Het is goed te merken dat ik mij op lagere gebieden en twee weken verder in richting de lente begeef; veel sneeuw heeft plaatsgemaakt voor een enorm modderpad met yakpootafdrukken. Onderweg kom ik vooral yaktransporten tegen en porters met de meest bizarre spullen op hun rug. Zeker de oudere mannen lopen rond met enorme rollen vloerbedekking of een heel speeltoestel aan hout op hun rug gestapeld.

In Tengboche aangekomen geniet ik van een flinke Dal Bhat op het dakterras met uiteraard weer een geweldig uitzicht. Mijn geluk kan niet op als ik naast het toilet zelfs een waterkraan aantref om mijn handen te wassen. Naast mij luncht een georganiseerde groep die ook op de weg terug is. Ook onder hen is het stromende water het gesprek van de dag. Naast mij bevindt zich de tempel van Tengboche waar ik even kort binnenloop om de enorme Boeddhistische pracht en praal te aanschouwen. Foto’s maken mag niet en veel tijd ruim ik hier niet voor in want ik heb nog heel wat te reizen om vandaag Namche te bereiken. Het blijkt nog een lange middag lopen. Het eindeloze uitzicht tussen de bergen door houdt mij geboeid maar de verkleuring door de late middagzon zorgt ook voor het besef dat het weer een lange dag is. Onderweg kom ik nog een local tegen die een tijdje met mij samenloopt ter gezelschap (en om zijn Engels te oefenen). Onderweg valt mijn oog op een oude porter met een Ajax-vest dat zo van mijn broertje had kunnen zijn. De man was echter te uitgeput om een praatje te kunnen maken. Anderhalf uur voor Namche loop ik langs een hotel op een prachtige locatie in de bergen, maar helaas zijn de deuren gesloten. Nog even doorzetten dus. Tegen het vallen van de duisternis, wat nog steeds maar 17.30u is, bereik ik Namche. Ik check in bij de lodge waar een deel van mijn spullen nog is achtergelaten. Het is er compleet verlaten. Toch weigeren ze mij een kamer met twee bedden aan te bieden. Ik besluit uit principe te verplaatsen naar de lodge van Magda die om de hoek ligt. Daar geniet ik van een lekker appeltaartje, gemaakt van bladerdeeg en gebakken in olie. Door de berichten van Corona rijzen de vragen of ik wat langer in het nog veilige Nepal zou moeten blijven. Via whatsapp wijzig ik mijn vliegdatum van Lukla terug naar Kathmandu. Door de voorspoedige hike kan ik niet alleen twee dagen eerder terugvliegen, maar vlieg ik ook nog eens op de laatste dag dat er directe vluchten naar Kathmandu mogelijk zijn, in plaats van naar een ander vliegveld welke nog eens 5 busuren van Kathmandu af ligt. Ideaal dus. Die nacht gaat het raam weer open en geniet ik volop van de enorme hoeveelheden zuurstof.


13 maart: Namche Bazaar – Monjo

Deze ochtend doe ik lekker rustig aan. Ik heb twee dagen om in Lukla te komen, wat een goede dag hiken is. Ik struin de vele bazaars nog even af en kom Guillaume hier weer tegen. Hij heeft zich hier al een week schuilgehouden en gaat binnenkort ook naar Lukla om daar een vlucht te regelen. Halverwege de ochtend pak ik mijn spullen en verlaat ik de enorme nederzetting in de bergen. Ik daal in een rustig tempo af en deze keer vermijd ik de yakroute wat zorgt voor een veel comfortabelere wandeling. Met de wilde blauwe rivier onder mij en de steile bergen met dennenbomen om mij heen waan ik mij in een Canadees ogend landschap. De hangbruggen zijn hier ook weer van de partij en met het wegvallen van mijn doel heb ik veel meer oog voor de omgeving en ervaring hier. Onderweg kom ik een vriendelijke Nepalese dame tegen met een uk op haar rug. Ze vraagt of ik wil slapen in haar lodge verderop, maar het is net middag dus ik geef aan het te houden op een goede lunch. Als ik verder ga kom ik weer een hangbrug tegen. Een groep locals moet dezelfde kant op maar wacht op een convooi ezels die ons tegemoet komt. Hierna is het de beurt aan één man te paard om de brug over te steken. Het paard weigert echter en in alle onrust wordt ik tot twee keer toe bijna vertrapt door het paard. Na lang wachten besluit één local de brug op te lopen en dat lijkt mij ook een verstandig besluit. Halverwege komt er helaas weer een convooi ezels van de andere kant die niet wacht maar ook de brug oploopt. Met moeite wurm ik me met mijn enorme backpack voorbij elke ezel om zo de overkant te bereiken. Als ik bij de checkout van het Nationaal Park aankom begint het te regenen. Dankzij de goede timing heb ik in ieder geval een overdekte plaats om mijn regenkleding aan te trekken. Nog geen tien minuten later is de regen alleen maar erger geworden en besluit ik in Monjo een lodge in te duiken. Het ziet er niet naar uit dat het snel gaat opklaren, dus strijk ik hier neer en zien we morgen wel hoe het weer dan is. Gelukkig heb ik gekozen voor een rustige afdaling vanaf Namche waardoor ik dit besluit gemakkelijk kan nemen. De rest van deze vrijdag de 13e bestaat uit regen en natte sneeuw. Natte sneeuw op deze hoogte, maar het is prachtig om te zien hoe je op de berg precies de grens ziet van de sneeuw die blijft liggen. Ik zit binnen met een aantal gestrande Fransozen en vermaak me met Wi-Fi en een puzzelboekje. De middag en avond verlopen nietszeggend en ik duik daarom op tijd mijn Mickey Mouse bed in. Uiteraard met het raam weer lekker open.


14 maart: Monjo – Lukla

Het is vroeg in de ochtend en ik ben echt klaar met slapen. Het is droog en zelfs wat zonnig buiten, dus het lijkt mij een goed plan om op tijd te vertrekken en mijn tocht voort te zetten zonder regenkleding. Als ik naar beneden loop om een ontbijt te regelen, zit alles nog op slot. Mmm, dan maar eerst spullen pakken. Na vijf minuten hoor ik de eigenaar tot leven komen, waarschijnlijk na mijn subtiele hint de gesloten deur proberen te openen. Ik laat even mijn gezicht zien om hem wat op te jagen, wat wel nodig is gezien zijn slaperige gezicht. Als ik mijn spullen heb ingepakt kan ik de woonkamer in en beseft hij dat het tijd is voor ontbijt. Terwijl ik rustig afwacht, helaas zonder Wi-Fi, wordt mijn French toast klaargemaakt. Pas aan het ontbijt komen de eerste andere gasten naar beneden. Meteen na het ontbijt ga ik op naar Lukla. De dag verloopt droog maar moeizaam. Ik voel de blaren op de voorkant van mijn tenen (door het vele afremmen bergafwaarts). Ik kan er prima doorheen lopen maar door de fysieke gesteldheid of het missen van een doel loop ik in een traag tempo. Vroeg aankomen in Lukla is echter ook niet ideaal aangezien daar niet veel te beleven is. Toch is de route langer dan ik had ingeschat op basis van de voortgang die ik hier op de heenweg had geboekt. Ondanks alles sjok ik fluitend en zingend voort. Het is zacht weer maar door uitblijven van zon niet warmer dan boven in de Himalaya. Er zijn vooral porters onderweg en slechts een paar toeristen, zowel op de weg terug als een nieuwe lading naar boven. Bijzonder, aangezien de permits voor Sagarmatha Park niet meer worden verstrekt na vandaag i.v.m. Corona. De mooie groene omgeving met witte bergen op de achtergrond blijven het uitzicht sieren. Ik kom vaak een bejaard stel uit Duitsland tegen die inclusief pauzes met hetzelfde tempo naar Lukla afdalen. Hoewel, na Phakding wacht mij een klim van meer dan 200 hoogtemeters. Ik kom de Amerikaan tegen die ik in Lobuche ontmoette en loop een stuk met zijn hoge tempo mee. Waar we in Lobuche nog nuchter over de Corona situatie praatte, ging het gesprek nu vooral over de keuze om eerder terug te vliegen aangezien meer en meer landen hun grenzen sluiten. Zeker nu India begint op te lopen kan Nepal strengere maatregelen gaan invoeren. Nepal heeft al een paar dagen de toegang voor reizigers geblokkeerd, en ik begin mij daarmee ook af te vragen met welk vliegtuig ik dan in godsnaam het land uit kan vliegen. Na een kwartier haak ik af op zijn tempo en loop ik het laatste stuk naar Lukla weer alleen.
In Lukla aangekomen onderhandel ik wat om een slaapplek te regelen en struin ik nog even door de straten vol bazaars. Helaas krijg ik mijn trui noch slaapzak verkocht, dus zal ik de grote kilo-verdeel-exercitie weer mogen uitvoeren. Ondertussen kom ik de Amerikaan tegen, het Deense stel, Magda en Guillaume, dus heb ik het ondertussen druk met sociale contacten onderhouden. Rond etenstijd trek ik mij terug in mijn uitgestorven Lodge. Tijdens het eten vervroeg ik tussen de stroomstoringen door mijn vlucht naar Nederland met twee dagen, om een eventuele lockdown voor te kunnen zijn. Nepal lijkt nog steeds Coronavrij, maar om hier maanden te verblijven met alleen India en China als buurlanden klinkt niet als muziek in de oren. En mocht hier de pleuris uitbreken, dan is het zorgstelsel er ook totaal niet op berekend. Ik zie mij mezelf toch ook geen vier dagen in Kathmandu vermaken. De avond is ook hier nog verrassend koud maar ik wil toch op tijd naar bed om morgenochtend 5.15u weer op te kunnen staan voor de eerste vlucht. De bagagekilo’s verdelen gaat vrij gemakkelijk doordat ik inmiddels wat lichter bepakt ben en ik voor de koude ochtend toch wel twee jassen nodig heb.


15 maart: Lukla – Kathmandu

Ik word nog voor de wekker wakker, maar heb wat moed te verzamelen om de kou in te stappen. Snel doe ik het raam dicht en pak mijn spullen. Zoals afgesproken staat om 5.45 uur een heerlijk ontbijt voor mij als enige gast klaar, wat een service! Binnen vijf minuten sta ik op het vliegveld om mijn ticket die ik via Whatsapp heb ontvangen te verzilveren. Ik attendeer de maatschappij op de restbetaling die ik nog heb te doen vanwege de omboeking en betaal hen cash het bedrag waar ze niet eens naar omkijken door alle drukte. Ook de bagagecheck is weer een grap hoewel deze keer het op het oog een stuk serieuzer wordt aangepakt. Ik zie verderop Magda bij de balie om een vliegticket te regelen en in de wachtruimte ontmoet ik de Duitser weer die zijn tocht vroegtijdig moest afbreken. Als we mogen boarden betekent dit buiten wachten tot het eerste vliegtuig vanuit Kathmandu arriveert. Mooi om het vliegtuig zo te zien landen op de korte en oplopende landingsbaan. Het is wederom prachtig rustig weer, waar blijkbaar de afgelopen dagen veel vluchten zijn vertraagd. Terwijl de passagiers uitstappen wordt de bagage uit- en ingeruimd en al snel kunnen wij instappen. Ik zie Guillaume klaarstaan bij een inmiddels gearriveerd volgend vliegtuig, doe de watjes in de oren en we gaan! Het vliegtuig maakt veel vaart op de (van deze kant af gezien) aflopende landingsbaan waardoor we op tijd de korte landingsbaan kunnen verlaten. Binnen een minuut passeren we het volgende arriverende vliegtuig. Zo krap is de timing dus op de enige landings- en vertrekbaan, zeker aangezien rondcirkelen tussen de bergen geen optie is. Tijdens de vlucht vraagt de gids naast mij of ik met zijn telefoon een filmpje kan maken van het uitzicht op de Himalaya, want in de zeven jaar dat hij dit werk doet heeft hij nog nooit zo’n mooi weer meegemaakt. De piloot hoest zich de longen uit het lijf en ik hoop dat het gordijntje eventuele Coronabesmetting tegenhoudt.
Als we landen op Kathmandu zie ik de militaire vliegtuigen en helikopters op het vliegveld. De voertuigen doen mij denken aan films over de Vietnam oorlog. Wachtend op de bagage komt Guillaume aanlopen die inmiddels ook is geland. We pakken samen een taxi naar Thamel, dé plek voor toeristen in Karhmandu. Het is rustig op de weg en de taxichauffeur heeft de vaart er goed inzitten. Dat betekent inhalen links en rechts, tussen auto’s door, tegen het verkeer in, motoren wegdrukken en rakelings langs schieten. Het is midtown madness in Kathmandu en weer vraag ik me af waarom mensen in Nederland zich zo druk maken over mijn rijstijl. Na 20 minuten komen we aan bij het hostel van Guillaume. Mijn beoogde hotel zit toevallig 30 meter verderop dus dat kan ik prima lopen. Ik check in bij een slecht Engels sprekende, wat onbetrouwbaar figuur en plof mijn spullen in een matige kamer. Maar ik zie een bed, stopcontacten, Wi-Fi en zelfs een warme douche dus waan me al in meer luxe dan ik gewend ben. Ik herenig mijn lichaam met het fenomeen douche en trek een zomers outfit aan. Samen met Guillaume nemen we een (voor mij tweede) ontbijt bij een muffig locals schuurtje waar ik naar verwachting heerlijke curry met naan krijg geserveerd. We lopen naar de andere kant van Thamel waar we Magda oppikken om vervolgens de stad door te slenteren als verveelde toeristen. Ik poog nog wat nieuwe hiking equipment aan te schaffen gezien de aantrekkelijke prijzen maar de kwaliteit van het spul hier weet me niet te roeren. Kathmandu is wat ik verwacht van een Aziatische stad; stoffig, druk met verkeer en opdringerige verkopers en veel dezelfde koopwaar. Wel begrijp ik dat de nauwe steegjes typisch zijn voor Kathmandu. Ook wordt mij verteld dat de mondkapjes voornamelijk gedragen worden tegen het stof en de uitlaatgassen. Tussen al het toeristtisch geweld vinden we een leuk lokaal eettentje voor de lunch. Helaas kunnen we niet buiten in de zon zitten maar de momo’s zijn heerlijk. Guillaume is geen fan van zijn maaltijd waardoor ik een extra bord mag verorberen. In de middag ga ik ook alvast oriënteren op een massage/spa waar ik morgen voor een leuk prijsje even helemaal bijkom van de fysieke afpeigering van de afgelopen weken. Er zit veel verschil in het aanbod, waarbij ik bij veel louche achterbuurtsalons bang ben dat de massage weinig voorstelt maar dat ze vooral proberen een happy ending te verkopen. ’s Avonds ontmoeten we elkaar weer voor een diner, wat niet gelijk wordt uitgeserveerd maar we om beurten mogen eten. En wederom mag ik genieten van Guillaumes bestelde maaltijd. Ik stel voor om onze laatste avond af te sluiten met een drankje (enig misverstand daar Guillaume denkt aan alcohol) en we eindigen met een thee op het dakterras van Magda’s hostel. Het biedt een prachtig uitzicht op de stad en de sterrenhemel. Ook heerlijk om rond dit tijdstip nog zonder dikke slaapzak buiten op een loungebed te kunnen genieten. Guillaume en ik lopen door de stad terug naar onze eigen slaapplek, waarbij we nog verbaasd zijn dat twee jonge mannen hand in hand over straat lopen in een land als Nepal.


16 maart: Kathmandu en terug naar huis

Ondanks mijn oordopjes heb ik alsnog een slechte nacht gehad, vooral vanwege het matras dat harder is dan het nachtkastje. Ik neem nog even een douche nu het kan, pak mijn tas terwijl een eenvoudig ontbijt op de kamer wordt bezorgd (dit had wel wat onderhandelvoeten in de aarde). Het is toch weer een flinke backpack als ik alles zo inpak, en besluit deze bij het hostel van Guillaume achter te laten (daar ik mijn hotel niet vertrouw) tot ik vanavond mijn vlucht moet pakken. Gelukkig vinden ze dit helemaal prima als tegenprestatie voor de enorme lachwekkende gesprekken die we voeren. Enige doel vandaag is overleven, weer lekker veel eten en eten regelen voor de lange tussenstop in Doha. Guillaume is nog niet actief dus ik ga in mijn eentje ontbijten (ja nummer twee) bij dezelfde heerlijke naan tent als gisteren. Ik slenter nog wat rond, eet een soep op een zonnig terras, eet momo’s bij de heerlijke lunchplek van gisteren en hop binnen bij een massagesalon waar ik een goed gevoel bij heb voor een 90 minuten durende Nepalese / deep tissue massage en afsluiting in een saunacabine. De gekozen massage maakt de belofte waar, het vrouwtje gebruikt ellebogen en al haar lichaamsgewicht om mij flink te pijnigen. Nadat alle spieren weer een flinke optater hebben gehad (of toch losgemaakt voor ontspanning?) geniet ik van een hete sauna en door technische storing koude douche. Tja… een afsluiting om toch nog even herinnerd te worden aan de gebruikelijke omstandigheden in Nepal. ’s Avonds ontmoeten we elkaar (en nog drie toeristen die Magda en Guillaume eerder hebben ontmoet) voor toch nog een laatste avondmaal. We eindigen in een eigenzinnig lokaal restaurant. Met en AC/DC live-DVD op de achtergrond worden we als zestal geassisteerd door drie bedienden met het begrijpen van de Nepalese menukaart. We genieten van een heerlijke maaltijd hoewel de vissoep met graatjes bij mij toch wel voor wat aarzeling zorgde. Al met al is het een gezellige laatste avond samen. We nemen afscheid van elkaar, ik koop een ijsje en lekkernij bij de bakker, wissel mijn overschot Nepalese roepies in en haal mijn backpack op. Het hostel schrikt als ze mijn vertrektijd horen en wijzen op de drukte tijdens spitstijd om op het vliegveld te komen. Enigszins bang gemaakt pak ik de eerste beste taxi om het vliegveld te bereiken. Gelukkig wel een klassieke Suzuki alto zoals naar mijn wens, maar de oudere chauffeur deed mij twijfelen over zijn brutaliteit de verkeersdrukte te kunnen pareren. En inderdaad, onderweg komen we snel vast te zitten en proberen auto’s en motoren hun plekje naar voren te verwerven door elkaar weg te drukken. Het verbaast me dat niemand elkaar echt raakt maar ik verwacht dat de motorrijders de bumper van de Suzuki tegen hun broek aan voelen schuren. Er zit voor mij niets anders op dan rustig af te wachten en mij te verbazen over de verkeersnormen hier. Ik zie een volgepropte tuktuk waar zelfs mensen op het achterplateau bungelen als vorm van openbaar vervoer. Ik rol een geldbriefje op en stop het onder de oksels van het Boeddhabeeldje voor me waar er meerdere uitsteken, om daarmee mijn chauffeur uit te dagen de voortgang er in te houden. Uiteindelijk kom ik anderhalf uur voor mijn vertrek op het vliegveld aan. Het inchecken gaat prima, ik kan zelfs mijn waterfles meenemen binnen de gate en uiteindelijk heb ik alle tijd van de wereld. Afgezien van het feit dat ik de enige zonder mondkapje ben merk je niets van de Corona gekte. Eenmaal in het vliegtuig hebben we bijna een uur vertraging wegens een niet-alarmerende technische storing. Daarna geniet ik van een rustige vlucht met voldoende lege stoelen in het vliegtuig.
Op Doha heb ik een nachtelijke overstap van 8 uur die ik vooral doorkom half slapend in de quiet room. Ook hier verloopt alles rustig en in de ochtend stap ik in een vol vliegtuig richting Amsterdam. Na een lange wacht op mijn bagage kan ik zonder problemen en controles het vliegveld verlaten en stap ik een lege trein in die mij naar het gevaarlijke Brabant brengt. Normaal kom je terug van vakantie met een hoop nieuwe indrukken en ervaringen in een land waar alles nog zijn gangetje gaat. Deze keer kom ik terug in een land waar de straten verlaten zijn, de supermarktschappen leeggeroofd en het wederzien van vrienden en familie nog lang op zich kan wachten. Ik ben ontzettend blij dat ik net op tijd en zonder stress deze bijzondere reis heb mogen meemaken. En mag genieten van de overwinning van het bereiken van de top. Toch is het ook goed om weer terug te zijn en opgelucht adem te kunnen halen.



Na mijn reis naar Nieuw Zeeland bleef mij een enorme lijst bij van dingen die ik enorm zou gaan missen. Deze gave reis naar Nepal heeft heel andere indrukken achtergelaten. Vandaar ook deze rubriek wat ik niet ga missen…

  • Rochelende Aziaten
  • De 20 minuten ontdooiingstijd na het handen wassen
  • Onthouden gebruikt wc-papier niet in de pot maar de prullenbak te gooien
  • De wc die geen wc is maar een gat in de grond
  • Hijgend de berg oplopen snakkend naar zuurstof en je een oude man voelen
  • Het slechte Engels van de meeste toeristen, locals en gidsen
  • Uit automatisme zelf gebrekkig Engels terugpraten
  • Doen alsof je één van hen bent door ze te begroeten met het enige Nepalese woordje dat je kent
  • Terug begroet worden met hetzelfde “Namaste” maar altijd met een andere klemtoon waardoor je het gevoel krijgt het toch niet goed te hebben uitgesproken
  • De ontbrekende 50% zuurstof
  • Mijzelf de hele dag verplaatsen met 18kg op mijn rug
  • Jas aan, jas uit, muts op, jas aan, jas uit, muts af, jas aan…
  • De nodige zelfdiscipline om een maaltijd te beëindigen omdat het Aziatische eten nooit vult
  • Zo snel mogelijk je bord leegeten voor de maximale Dal Bhat refill
  • Praktisch gezien slapen in een tweepersoonsbed met een vreemd persoon en slechts een houten wandje ertussen
  • IJle lucht
  • Felwitte ledlampen
  • Wegwerpwashandjes
  • De mummieslaapzak die meer als een dwangbuis voelt
  • Het temperatuurverschil als ik uit mijn slaapzak kruip
  • De angst voor een lege telefoonbatterij
  • De angst voor te weinig zuurstof
  • Het continue geratel om mij heen in het Nepalees
  • Gezien worden als wandelende portemonnee door opdringerige verkopers en taxichauffeurs
  • De gemberthee met een topping van drijvend gemberschaafsel
  • Een dessertkaart zonder zuivel
  • De kachel in de gezamenlijke ruimte als enige warmtebron
  • Wachten tot die kachel eindelijk aangaat
  • De yakpoep die als brandstof dient voor de kachel
  • De zuurstofonttrekking van de brandende kachel
  • De Indische of Oost-Europese muziek uit de speakers van anderen ter vervanging van de vredige stilte in de bergen
  • Mijn balans hervinden door de ongelijke ondergrond met elke stap die ik zet, zelfs binnen
  • De aandoenlijke blik van opgaande porters met 100 kilo op hun rug (of beter aan hun hoofdband)
  • Plaatsvervangende schaamte voor rijke toeristen die de inzet van porters goedpraten met “het stimuleren van de lokale economie”
  • De smerige onbegaanbare paden vol diepe modder en yakpoep
  • Bewust bezig moeten zijn met voldoende adem halen
  • De koude bergwind die door al je windproof lagen en je lichaam heen waait
  • Met ijskoude vingers factor 50 op je lichaam smeren
  • De files door ezel- en yakconvooien
  • Niet gezien worden door en passerende yak
  • Het agressieve geschreeuw van ezel- en yakherders, gepaard met het klappen met de zweep
  • Angst voor hoogteziekte
  • Enorme koppijn bij het stijgen in hoogte
  • Ademtekort bij het stijgen in hoogte
  • Een ijskoude snotneus tot bloedens toe
  • Eieren als enige bron van proteïne
  • De geur in mijn slaapzak van het hele eiereneten
  • De geweldig volle hoofdkussens bij het gemis aan een zacht matras
  • Wakker schrikken met een angstige diepe snak naar adem
  • De stekker met volledige willekeur in het stopcontact hangen in de hoop dat hij contact maakt
  • De nekpijn van continu omlaag (waar zet ik mijn voet neer) en omhoog (wauw wat een enorme bergen) kijken
  • Elke dag de spullen uit de backpack halen
  • Elke dag de backpack weer inpakken
  • Elke dag de matrassen op elkaar stapelen
  • Elke dag de matrassen weer terugleggen
  • Elke dag wennen aan een nieuw niveau van zuurstoftekort
  • Het gevoel opgelicht te worden als er zowaar €4,- voor de kamer wordt gevraagd en een Gerton-maaltijd tot €8,- kan kosten
  • Angst om de doppen van mijn hiking-poles te verliezen
  • Continu zoeken naar nieuwe hiking-pole doppen op het pad
  • Anderen uitleggen hoe ik heet
  • Voorafgaand aan een koop elk bedrag omrekenen van roepies naar euro’s in de wetenschap dat elk bedrag hier bizar laag is
  • De bedragen op de rekening al opgeteld hebben terwijl de verkoper nog met zijn rekenmachine aan het prutsen is
  • De continue stem in mijn hoofd “waar is de zuurstof?”
  • Je op 5km hoogte begeven en uitzicht hebben op gigantische bergen, zonder één van deze toppen te mogen beklimmen
  • Het dilemma blij te zijn met een week offline maar graag de mensen in Nederland gerust te willen stellen en ze te laten weten aan ze te denken
  • Het dilemma doorlopen terwijl je voeten al kapot zijn of stilzitten en bevriezen van de kou
  • Eten… met handschoenen aan
  • Je aankleden… met handschoenen aan
  • Je telefoon bedienen… met handschoenen aan
  • Naar de wc gaan… met handschoenen aan
  • Je handen willen wassen, je handschoenen uit doen, het ijskoude water in de ton voelen en je afvragen waarom je ook alweer je handen wilde wassen als je alles met handschoenen aan doet
  • Continu het liedje “ademnood” in je hoofd
  • De halfbevroren tandpasta uit de tube wringen en vervolgens alle moed verzamelen om dat spul tegen je tanden te durven drukken
  • Wachten tot die ezelconvooi eindelijk de brug over is
  • De stemmetjes en rare humor in de Indische fimpjes die met vol volume worden afgespeeld
  • Ervaren hoe het is om een vrouw te zijn:
    • Het continu koud hebben
    • De hele dag intensief bewegen en me toch afvragen hoe ik kilo’s kan kwijtraken
    • Eén groot avontuur beleven, veel hoogtepunten om mij heen zien maar er nooit een zelf bereiken
    • Continu aangesproken worden door mannen op straat en ze moeten blijven afwijzen
  • Had ik al iets genoemd over het zuurstoftekort…?

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!